Vaststellingsbesluit vergoeding voor reprografisch verveelvoudigen en vrijstelling van de opgaveplicht

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 10-03-2009 t/m heden

Besluit van 27 november 2002, houdende vaststelling van de vergoeding voor reprografisch verveelvoudigen en vaststelling van de vrijstelling van de opgaveplicht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie van 8 juli 2002, nr. 5173614/02/6, Directie Wetgeving, Sector Privaatrecht;

Gelet op artikel 16i, tweede lid, en artikel 16m, tweede lid, van de Auteurswet 1912;

De Raad van State gehoord (advies van 27 september 2002, nr. W03.02.0296/I);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Justitie van 25 november 2002, nr. 5198458/02/6;

Hebben goedgevonden en verstaan:

Artikel 1

  • 2 In afwijking van het eerste lid bedraagt de vergoeding € 0,011 per gekopieerde pagina voor het reprografisch verveelvoudigen door andere onderwijsinstellingen dan instellingen die gericht zijn op het verzorgen van wetenschappelijk onderwijs en het verrichten van wetenschappelijk onderzoek.

Artikel 2

De verplichting tot betaling van de vergoeding, bedoeld in het eerste artikel, rust op degene die de verveelvoudigingen vervaardigt of daartoe opdracht geeft.

Artikel 3

Degene die minder dan 50 000 reprografische verveelvoudigingen per jaar maakt, is niet gehouden daarvan opgave te doen bij de in artikel 16l, eerste lid, van de Auteurswet aangewezen rechtspersoon.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage, 27 november 2002

Beatrix

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Uitgegeven de derde december 2002

De Minister van Justitie,

J. P. H. Donner

Naar boven