Toekenning opsporingsbevoegdheid Flora- en Faunawet aan buitengewoon opsporingsambtenaren

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 01-01-2017 t/m heden

Regeling van de Minister van Justitie houdende toekenning van opsporingsbevoegdheid voor de Flora- en Faunawet aan buitengewoon opsporingsambtenaren

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Besluit:

Artikel 1

De buitengewoon opsporingsambtenaren met de functie van flora- en faunabeheerder worden aangewezen als ambtenaren, belast met de opsporing van de bij of krachtens de hoofdstuk 3 van de Wet natuurbescherming strafbaar gestelde feiten.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 april 2002.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 juni 2002

De

Minister

van Justitie,

A.H. Korthals

Naar boven