Wijzigingswet Algemene wet inzake rijksbelastingen, enz. (herziening stelsel van bestuurlijke boeten en fiscale strafrecht)

Geraadpleegd op 24-04-2024.
Geldend van 01-01-1998 t/m heden

Wet van 18 december 1997 tot wijziging van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en van de Invorderingswet 1990 in verband met de herziening van het stelsel van bestuurlijke boeten en van het fiscale strafrecht

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het stelsel van bestuurlijke boeten in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, mede met het oog op de werking van het Europese Verdrag tot bescherming van de Rechten van de mens en de fundamentele vrijheden alsmede van het Internationale Verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten, te herzien, de mogelijkheid te scheppen voor het opleggen van een boete bij de vaststelling van definitieve aanslagen en in samenhang daarmee het fiscale strafrecht te herzien alsmede in verband met een en ander de Invorderingswet 1990 te wijzigen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:

ARTIKEL III

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip en vindt voor het eerst toepassing met betrekking tot aangiften en betalingen die betrekking hebben op tijdvakken of tijdstippen die aanvangen onderscheidenlijk liggen op of na de datum van inwerkingtreding. Voor aangiften vermogensbelasting vindt deze wet voor het eerst toepassing met betrekking tot aangiften die betrekking hebben op het tijdvak dat volgt op het in de vorige volzin bedoelde tijdvak.

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand te zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage, 18 december 1997

Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën,

W. A. F. G. Vermeend

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Uitgegeven de negenentwintigste december 1997

De Minister van Justitie,

W. Sorgdrager

Naar boven