Vaststelling model jaaropgave kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 04-04-1997 t/m heden

Vaststelling model jaaropgave kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Besluit:

Het model voor de jaaropgave bedoeld in artikel 11, eerste lid, van de Regeling kinderopvang een buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 1997, alsmede het model voor de verklaring bedoeld in artikel 11, tweede lid, van de voormelde regeling worden vastgesteld overeenkomstig de bijgevoegde modellen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 3 april 1997

De

Minister

voornoemd,

A.P.W. Melkert

Toelichting

Algemeen

Subsidie wordt verstrekt voor kinderopvangplaatsen die nieuw zijn gecreëerd, dat wil zeggen plaatsen die bovenop de bestaande capaciteit van kinderopvang van de gemeente zijn gekomen. Als uitgangspunt dient te worden genomen de bestaande kinderopvang per 31 december 1995 conform de VWS-regeling zoals door u onder A weergegeven in het formulier Financiele verantwoording Stimuleringsregeling kinderopvang 1994-1995. Let op: Op het voorliggende formulier dient u alleen opgave te doen van de per 31 december 1995 beschikbare opvangplaatsen conform het toenmalige artikel 2 van de VWS-regeling. De verhuurde bedrijfsplaatsen dient u niet op te geven.

Indien u per 31 december 1995 plaatsen beschikbaar had maar deze waren niet bezet en voor 1996 waren ook geen gelden gereserveerd op uw begroting om deze plaatsen alsnog te bezetten dan is toegestaan deze plaatsen in te vullen door middel van de subsidieregeling van SZW.

Om te voorkomen dat deze niet-bezette plaatsen meetellen bij het bepalen van het aantal extra nieuwe plaatsen, als gevolg van de doelstelling dat geen verdringing mag plaatsvinden, dient u de niet-bezette plaatsen af te trekken van de meergenoemde opgave per 31 december 1995 van beschikbare VWS-plaatsen.

Dit berekende aantal plaatsen per 31 december 1995 wordt vergeleken met dat van ultimo 1997 voorzover dat gesubsidieerd wordt door de gemeente.

I. Voorschot 1997

U vult hier in het aan u toegekende maximum voorschotbedrag, hetgeen tevens het maximale subsidie-bedrag is.

II. Specificatie aantal plaatsen

ad 1. Op deze regel vult u in het totaal aantal kinderopvangplaatsen dat uw gemeente per 31/12/97 subsidieert en/of in eigen beheer heeft. Dit totaal stelt u als volgt vast:

  • a. de kinderopvangplaatsen van de SZW-regeling, plus

  • b. de overige plaatsen berekend zoals voorgeschreven in de voormalige Stimuleringsregeling kinderopvang 1994 - 1995 van VWS.

ad 2. Hier vult u in het aantal kinderopvangplaatsen conform het formulier Financiële verantwoording Stimuleringsregeling kinderopvang 1994-1995 onder A minus de eventuele onbezette plaatsen per die datum als hierboven bij Algemeen omschreven.

ad 4. Hier vermeldt u het maximale subsidiebedrag naar de mate van verdringing. Dit berekent u door de uitkomst van 3 te vermenigvuldigen met de maximale subsidie per plaats (f 18.000,-).

III. SZW-subsidie

Hier vult u het bedrag in dat volgens uw berekening door uitvoering van de SZW-regeling voor subsidie in aanmerking komt. Voor de wijze waarop dit bedrag dient te worden berekend wordt verwezen naar de toelichting bij artikel 5 van de regeling. De hoogte van het hier te vermelden bedrag wordt enerzijds begrensd door het maximale voorschot 1997 zoals vermeld onder ad I en anderzijds door het maximale subsidiebedrag zoals berekend onder II ad 4. Het laagste van deze twee bedragen is het maximale subsidiebedrag voor 1997

Aandachtspuntenlijst

1. Algemene uitgangspunten

Op grond van artikel 11, eerste lid van de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 1997 overleggen Burgemeester en Wethouders voor 20 september 1998 aan de minister een jaaropgave, voorzien van een verklaring van een deskundige, belast met de in artikel 213 van de gemeentewet voorgeschreven controle. De jaaropgave waar de verklaring bij wordt afgegeven is de verantwoording (form. 106021). De controlerend accountant hanteert voor zijn verklaring het voorliggend model accountantsverklaring (form. 106121).

2. Het onderzoek

Het onderzoek omvat het volledige tijdvak waarover de subsidie is verstrekt en richt zich op de juistheid, tijdigheid en volledigheid van de op titel van deze regeling gedeclareerde subsidie en daarbij verantwoorde informatie zoals die in de jaaropgave is opgenomen.

3. De controletoleranties

De uitspraken van de accountant over de verantwoording en over de bevindingen naar aanleiding van de uitvoering van de werkzaamheden die zijn verbonden aan hetgeen in de aandachtspuntenlijst is vermeld, moeten worden gedaan met een hoge mate van betrouwbaarheid. Bij de uitvoering van een statistische steekproef komt dit overeen met een betrouwbaarheid van tenminste 95 procent. Met deze betrouwbaarheid dienen alle afwijkingen boven de maximaal toelaatbare foutfractie van 1 procent, gemeten over de voor subsidie in aanmerking komende gerealiseerde kinderopvangplaatsen in 1997 volgens de jaaropgave 1997 (zie typeformulier 106021) te worden geconstateerd.

4. Wijze van rapporteren

Voor de accountantsverklaring, die bij de Regeling kinderopvang en buitenschoolse opvang alleenstaande ouders 1997 wordt verstrekt, geldt een verplicht te gebruiken tekst (zie formulier 106121) waaruit tenminste blijkt dat de controle is uitgevoerd met expliciete inachtneming van de hiernavolgende aandachtspunten:

Bij de rapportage over de controlebevindingen worden de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • -

    Geconstateerde doch niet gecorrigeerde (financiële) fouten binnen de tolerantiegrenzen dienen altijd te worden gerapporteerd; met dien verstande dat de rapportagetolerantie 0 procent bedraagt. De financiële omvang, en een schatting voor de totale massa, dient daarbij waar mogelijk te worden aangegeven.

  • -

    Geconstateerde (financiële) fouten in de uitvoering die, gezien de gegeven toleranties, als relevant moeten worden beschouwd, dienen uitsluitend in de tekst van de verklaring te worden vermeld met een duidelijke omschrijving van de aard van de geconstateerde (financiële) fouten en de (geschatte) invloed op de jaaropgave.

  • -

    Bij integrale controle moeten alle geconstateerde fouten worden gerapporteerd.

Aandachtspunten voor de controle:

  • 1. overeenkomsten welke in het kader van deze regeling met derden zijn afgesloten dienen bij de gemeenteaanwezig te zijn en in de administratie te zijn vastgelegd;

  • 2. van kinderopvangplaatsen waarin de gemeente zelf heeft voorzien dienen documenten aanwezig te zijn waaruit besluitvorming blijkt tot bestemming van een kinderopvangplaats als bedoeld in deze regeling;

  • 3. de gecreëerde kinderopvangplaatsen dienen te voldoen aan de daaraan gestelde criteria (artikel 1, 2, 3 van de regeling);

  • 4. bij de berekening dient de juiste datum van ingang respectievelijk beëindiging in acht te zijn genomen;

  • 5. uit de administratie moet duidelijk de bezettingsgraad van de betreffende kinderopvangplaatsen blijken;

  • 6. er dienen bewijsstukken aanwezig te zijn waaruit het aantal kinderopvangplaatsen ultimo 1995 en 1997 kan worden afgeleid;

  • 7. uit de administratie moet blijken welke alleenstaande ouders van de regeling gebruik maken danwel hebben gemaakt (o.a. naam, adres en woonplaats) en dat zij tot de doelgroep behoren;

  • 8. indien per 31 december 1995 plaatsen beschikbaar waren, maar deze waren niet bezet en voor 1996 waren ook geen gelden gereserveerd op uw begroting om deze plaatsen alsnog te bezetten dan is het toegestaan deze plaatsen in te vullen door middel van de subsidieregeling van SZW. Van deze plaatsen dient te worden vastgesteld dat hiervoor in 1996 op de gemeentelijke begroting of anderszins daadwerkelijk geen gelden waren gereserveerd;

  • 9. kinderopvangplaatsen, die uit anderen hoofde worden gesubsidieerd, komen niet voor deze subsidie in aanmerking;

  • 10. er dienen bewijsstukken aanwezig te zijn, waaruit blijkt dat de onder punt 7 vermelde ouders voor deze kinderen aanspraak kunnen maken op kinderbijslag op grond van de Algemene Kinderbijslagwet;

  • 11. de eventueel naar aanleiding van de Regeling uitgebrachte circulaires.

Naar boven