Wijziging van de op grond van artikel 40, derde lid, w.a.o. en artikel 32, vierde lid, Ziektewet getroffen regelingen

[Regeling vervallen per 22-09-2004.]
Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 07-04-1995 t/m 21-09-2004

Wijziging van de op grond van artikel 40, derde lid, w.a.o. en artikel 32, vierde lid, Ziektewet getroffen regelingen

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 40, derde lid, van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en 32, vierde lid, van de Ziektewet;

Besluit:

Artikel I

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

[Red: Wijzigt Nadere regelen herziene dagloonberekening arbeidsongeschikte WSW-ers.]

Artikel II

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Gedurende de periode 1 maart 1992 tot 1 augustus 1993 wordt artikel 3, eerste lid, van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 april 1982, nr. 52738, gelezen als volgt:

  • 1 Voor degene, die zijn werkzaamheden in het kader van de WSW wegens arbeidsongeschiktheid heeft moeten verminderen of beëindigen en op wie gedurende deze werkzaamheden het bepaalde bij of krachtens artikel 45 van de WAO van toepassing was, vindt, wanneer de arbeidsongeschiktheid op de dag na beëindiging van het ziekengeld op grond van artikel 29, tweede en vijfde lid, van de Ziektewet is toegenomen dan wel 80% of meer bedraagt, op die dag hernieuwde vaststelling van een dagloon plaats overeenkomstig het tweede lid, mits deze vaststelling leidt tot een hoger dagloon dan hetwelk laatstelijk aan de arbeidsongeschiktheidsuitkering ten grondslag lag. Deze hernieuwde vaststelling vindt niet plaats, indien de betrokkene binnen 26 weken na de aanvang van de WSW-werkzaamheden deze wegens arbeidsongeschiktheid heeft moeten verminderen of beëindigen, terwijl de gezondheidstoestand ten tijde van die aanvang het intreden van deze arbeidsongeschiktheid binnen 26 weken kennelijk moest doen verwachten.

Artikel III

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Gedurende de periode 1 augustus 1993 tot 1 januari 1994 wordt artikel 3, eerste lid, van de regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 8 april 1982, nr. 52738, gelezen als volgt:

  • 1 Voor degene, die zijn werkzaamheden in het kader van de WSW wegens arbeidsongeschiktheid heeft moeten verminderen of beëindigen en op wie gedurende deze werkzaamheden het bepaalde bij of krachtens artikel 44 van de WAO van toepassing was, vindt, wanneer de arbeidsongeschiktheid op de dag na beëindiging van het ziekengeld op grond van artikel 29, tweede en vijfde lid, van de Ziektewet is toegenomen dan wel 80% of meer bedraagt, op die dag hernieuwde vaststelling van een dagloon plaats overeenkomstig het tweede lid, mits deze vaststelling leidt tot een hoger dagloon dan het dagloon dat voor de berekening van de laatstelijk ontvangen loondervingsuitkering of vervolguitkering in aanmerking werd genomen. Deze hernieuwde vaststelling vindt niet plaats, indien de betrokkene binnen 26 weken na de aanvang van de WSW-werkzaamheden deze wegens arbeidsongeschiktheid heeft moeten verminderen of beëindigen, terwijl de gezondheidstoestand ten tijde van die aanvang het intreden van deze arbeidsongeschiktheid binnen 26 weken kennelijk moest doen verwachten.

Artikel IV

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

[Red: Wijzigt Samenloop ziekengeld met AAW- en AOW-uitkering.]

Artikel V

[Regeling vervallen per 22-09-2004]

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug, wat artikel I, onderdeel B en C, onder 2, betreft, tot en met 1 augustus 1993, wat artikel I, onderdeel C, onder 1, betreft, tot en met 1 januari 1994 en, wat artikel IV betreft, tot en met 20 februari 1994.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 30 maart 1995

De

Staatssecretaris

voornoemd,

R.L.O. Linschoten

Naar boven