Wet van 27 november 1991, houdende enkele wijzigingen van het Wetboek van Strafvordering
en enige andere wetten, in het bijzonder betreffende bepalingen houdende termijnen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is ter bevordering van de
doelmatigheid van de strafrechtspleging in het Wetboek van Strafvordering en enige andere wetten enkele bepalingen te herzien, waaronder bepalingen waarin
de inachtneming van bepaalde termijnen is voorgeschreven;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal,
hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze: