Beleidsregels Bibob-toets

Geraadpleegd op 01-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 18-05-2024 en zichtdatum 18-05-2024.
Geldend van 03-10-2022 t/m heden

Beleidsregels van de raad van bestuur van de Kansspelautoriteit inzake toepassing van de Wet Bibob bij exploitatievergunningen (Beleidsregels Bibob-toets)

De raad van bestuur van de Kansspelautoriteit,

gelet op artikel 30h, 30k en 30l van de Wet op de kansspelen,

besluit de volgende beleidsregels vast te stellen:

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

Artikel 2. Toepassing

  • 1 De raad van bestuur voert een Bibob-toets uit:

    • 1. bij een aanvraag;

    • 2. indien een vergunninghouder een nieuwe bedrijfsleider of beheerder krijgt;

    • 3. indien een vergunninghouder een nieuwe zeggenschaphebbende of leidinggevende krijgt.

  • 2 De raad van bestuur kan ook in andere gevallen dan genoemd in het eerste lid, onder b en c, een Bibob-toets uitvoeren bij een reeds verleende vergunning.

Artikel 3. Aanvraag Bibob-advies

De raad van bestuur kan het LBB in ieder geval om een Bibob-advies vragen als:

  • 1. relevante vragen blijven bestaan over de organisatie-, eigendoms- of zeggenschapsstructuur van de aanvrager of het concern waartoe de aanvrager behoort, ondanks de door de aanvrager verstrekte bescheiden of documenten;

  • 2. relevante vragen blijven bestaan over de wijze van financiering, ondanks de door de aanvrager verstrekte bescheiden of documenten;

  • 3. relevante vragen blijven bestaan over een (mogelijk) zakelijk samenwerkingsverband van de aanvrager, ondanks de door de aanvrager verstrekte bescheiden of documenten;

  • 4. aanwijzingen naar voren zijn gekomen dat mogelijk sprake is van een gevaar als bedoeld in artikel 3 van de Wet Bibob;

  • 5. feiten en omstandigheden er mogelijk op wijzen of doen vermoeden dat ten behoeve van de aanvraag een strafbaar feit is gepleegd;

  • 6. de officier van justitie, een bestuursorgaan of rechtspersoon met een overheidstaak de raad van bestuur heeft gewezen op de mogelijkheid om na eigen onderzoek een Bibob-advies aan te vragen als bedoeld in artikel 26 van de Wet Bibob;

  • 7. het LBB de raad van bestuur heeft bericht dat eerder strafbare feiten ten grondslag zijn gelegd aan de conclusie dat een gevaar bestond, als bedoeld in artikel 11a, eerste lid, van de Wet Bibob.

Artikel 4. Gevolgen

  • 1 De raad van bestuur kan een vergunning weigeren of intrekken als:

    • a. er sprake is van een ernstig gevaar als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Wet Bibob;

    • b. feiten en omstandigheden erop wijzen of redelijkerwijs doen vermoeden dat ter verkrijging of behoud van de vergunning een strafbaar feit is gepleegd.

  • 2 De raad van bestuur kan voorschriften gericht op het wegnemen of beperken van gevaar verbinden aan een vergunning als:

Naar boven