Tijdelijke subsidieregeling onderzoeksjournalistiek Stimuleringsfonds voor de Journalistiek 2021–2023

[Regeling vervalt per 01-01-2025.]
Geraadpleegd op 02-06-2024. Gebruikte datum 'geldig op' 19-05-2024 en zichtdatum 19-05-2024.
Geldend van 29-09-2021 t/m heden

Tijdelijke subsidieregeling onderzoeksjournalistiek Stimuleringsfonds voor de Journalistiek 2021–2023

Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

Handelende in overeenstemming met de Minister voor Basis- en Voortgezet Onderwijs en Media,

Gelet op artikel 8.3 en 8.15a van de Mediawet 2008;

Besluit:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1.1. Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a) onderzoeksjournalistiek: kritisch en diepgravend journalistiek onderzoek:

    • 1. dat wordt uitgevoerd op basis van een onafhankelijk geformuleerde onderzoeksvraag (waarmee vooral bedoeld wordt dat de opzet is om langs journalistieke weg iets te onderzoeken, anders dan aan te tonen) en met toepassing van specifiek onderzoeksjournalistieke methoden;

    • 2. dat beoogt feiten en verbanden bloot te leggen die apart of in hun samenhang nog niet zichtbaar waren; en

    • 3. waarbij een zeker algemeen maatschappelijk belang in het geding is.

  • b) regionaal en lokaal niveau: een niet landelijk aaneengesloten geografisch gebied met een taalkundige, culturele, demografische of institutionele samenhang.

  • c) een organisatie die primair onderzoeksjournalistiek bedrijft: een organisatie met als belangrijkste taak en missie het bedrijven van onderzoeksjournalistiek in plaats van het maken van regulier nieuws.

Artikel 1.2. Doel van de subsidie

Het Stimuleringsfonds kan subsidie verstrekken voor activiteiten genoemd in artikel 1.5 die worden uitgevoerd als onderdeel van projecten die bestaan uit het vormen en versterken van journalistieke organisaties en of samenwerkingsverbanden, met als doel het structureel verbeteren van deze organisaties en de infrastructuur van onderzoeksjournalistiek in Nederland.

Artikel 1.3. Subsidievormen

  • 1 Het Stimuleringsfonds kan subsidie verstrekken in de volgende vormen, sporen genaamd:

    • a) spoor 1: meerjarige subsidie;

    • b) spoor 2: subsidie ten behoeve van ontwikkeling van regionale en lokale redacties; en

    • c) spoor 3: subsidie ten behoeve van structurele samenwerking tussen media;

  • 2 Een subsidie in spoor 1 kan worden verstrekt voor een periode van maximaal 2 jaar en dient geheel besteed te worden in de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023.

  • 3 Een subsidie in spoor 2 kan worden verstrekt voor een periode van maximaal 11 maanden en dient geheel besteed te worden in de periode 1 februari 2022 tot en met 31 december 2022 dan wel 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023;

  • 4 Een subsidie in spoor 3 kan worden verstrekt voor een periode van maximaal één jaar en dient geheel besteed te worden in de periode 1 januari 2022 tot en met 31 december 2022 dan wel 1 januari 2023 tot en met 31 december 2023.

Artikel 1.4. Subsidieplafonds

  • 1 Voor de periode 2022–2023 is per kalenderjaar het volgende bedrag beschikbaar voor subsidies in spoor 1: € 715.000.

  • 2 Voor de periode 1 februari 2022 tot en met 31 december 2023 is per kalenderjaar het volgende bedrag beschikbaar voor subsidies in spoor 2: € 520.000.

  • 3 Voor de periode 2022–2023 is per kalenderjaar het volgende bedrag beschikbaar voor subsidies in spoor 3: € 990.000.

  • 4 Het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek kan de genoemde subsidieplafonds verhogen of verlagen op basis van de kwantiteit en kwaliteit van de ontvangen subsidieaanvragen. Een besluit tot het vaststellen, verhogen of verlagen van een subsidieplafond wordt bekendgemaakt via de website van het Stimuleringsfonds (www.svdj.nl).

  • 5 Als na subsidieverstrekking in een spoor het beschikbare bedrag niet geheel is gebruikt, kan het resterende deel gebruikt worden voor subsidieverstrekking in de andere sporen.

  • 6 Bij overschrijding van een subsidieplafond kan het Stimuleringsfonds een subsidie weigeren voor zover door de verstrekking van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden.

Artikel 1.5. Te subsidiëren activiteiten

  • 1 Op grond van deze regeling kan subsidie worden verstrekt als bijdrage in:

    • a) de kosten van een passende beloning van medewerkers op nieuw te creëren arbeidsplaatsen uitsluitend ten behoeve van onderzoeksjournalistiek;

    • b) bijkomende kosten van activiteiten die daarmee rechtstreeks verband houden en die van toegevoegde waarde of voorwaardelijk zijn voor de uitvoering van een project.

  • 2 Onder het creëren van nieuwe arbeidsplaatsen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt verstaan:

    • a) het in dienst nemen of anderszins te werk stellen van nieuwe medewerkers die zich tijdens (een gedeelte van) de projectperiode volledig toeleggen op onderzoeksjournalistiek of andere werkzaamheden verrichten die daarvoor essentieel zijn; en

    • b) het in dienst nemen of anderszins te werk stellen van nieuwe medewerkers die tijdens (een gedeelte van) de projectperiode de plaats innemen van al werkzame journalistieke medewerkers, welke laatsten zich volledig gaan toeleggen op onderzoeksjournalistiek.

    Voorwaarde hierbij is dat medewerkers boven de huidige bezetting worden aangenomen. Voor reeds lopende projecten waarvoor op grond van eerdere tijdelijke subsidieregelingen onderzoeksjournalistiek subsidie is verleend, geldt hierbij de bezetting ten opzichte van 31 december van het kalenderjaar dat voorafgaat aan de eerste periode waarin de eerdere subsidie is ontvangen.

  • 3 Een subsidie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, die verstrekt wordt in de sporen 1 en 3, bedraagt per project maximaal 10 procent van de totale toegekende subsidie.

  • 4 Voor de subsidie binnen spoor 2 geldt een vaste bijdrage van € 10.000,– die uitsluitend bestemd is voor het vergaren van kennis die essentieel is voor het bedrijven van onderzoeksjournalistiek.

  • 5 De aanvrager is verantwoordelijk voor een passende beloning. Bij de bepaling van een passende beloning dient de aanvrager de richtlijnen van de Fair Practice Code voor de culturele en creatieve industrie te volgen. Deze richtlijnen zijn te raadplegen op https://fairpracticecode.nl/nl.

  • 6 Het Stimuleringsfonds kan nadere richtlijnen vaststellen omtrent de aard van de onderzoeksjournalistieke werkzaamheden en kosten. Deze richtlijnen worden gepubliceerd op de website van het Stimuleringsfonds www.svdj.nl.

Hoofdstuk 2. Aanvraagprocedure

Artikel 2.1. Subsidieaanvrager

  • 1 Subsidie wordt op aanvraag verleend.

  • 2 Subsidie kan worden aangevraagd door de voor de desbetreffende activiteiten verantwoordelijke rechtspersoon of rechtspersonen dan wel rechtspersoon of rechtspersonen in oprichting, die in Nederland actief is of zijn.

  • 3 Een aanvrager kan slechts één aanvraag indienen voor één van de drie sporen.

Artikel 2.2. Subsidieaanvraag

  • 1 Een aanvraag wordt uitsluitend ingediend door middel van het invullen en ondertekenen van een door het Stimuleringsfonds vastgesteld aanvraagformulier op de website van het Stimuleringsfonds, volgens de daarbij vermelde instructies, en omvat in ieder geval:

    • a) Een redactiestatuut of vergelijkbaar document waaruit blijkt dat de aanvrager vanuit onafhankelijkheid opereert en werkt volgens vastgestelde journalistieke uitgangspunten en waarden.

    • b) Informatie waaruit blijkt dat de aanvrager is ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel en rechtspersoonlijkheid bezit dan wel bezig is deze te verkrijgen.

    • c) Indien aanwezig de meest recente jaarrekening het meest recente jaarverslag.

    • d) Een ondertekende aanbiedingsbrief.

    • e) Een begroting inclusief dekkingsplan.

  • 2 De begroting wordt ingediend conform de modelbegroting zoals die is vastgesteld door het Stimuleringsfonds.

  • 3 De aanvraag beschrijft nauwkeurig de aard en de omvang van de voorgenomen activiteiten, de ambities en het einddoel van het plan.

  • 4 De aanvraag bevat concrete voorstellen voor het meten en waarderen van behaalde resultaten en hanteert daarbij vooraf bepaalde key performance indicators(kpi’s). Deze kpi's worden na subsidieverlening in overleg met het Stimuleringsfonds vastgesteld en dienen als basis voor de evaluatie van de voortgang van het project.

Artikel 2.3. Termijn aanvraag

  • 1 Een aanvraag kan worden ingediend vanaf 20 september 2021 en dient uiterlijk ingediend te zijn op 10 oktober om 2021 23:59 uur.

  • 2 Een aanvraag wordt alleen in behandeling genomen als deze volledig is. Het Stimuleringsfonds beoordeelt binnen een week na indiening de volledigheid van een aanvraag. De subsidieaanvrager krijgt de gelegenheid om de aanvraag zo nodig aan te vullen binnen een door het Stimuleringsfonds te bepalen termijn. Wanneer ook dan de aanvraag onvolledig is, wijst het Stimuleringsfonds de aanvraag op formele gronden af.

Hoofdstuk 3. Subsidieverlening

Artikel 3.1. Verdeling subsidie

Het Stimuleringsfonds beslist gelijktijdig op de aanvragen voor subsidie in de afzonderlijke sporen bedoeld in artikel 1.3.

Artikel 3.2. Randvoorwaarden en inhoudelijke criteria

  • 1 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende randvoorwaarden:

    • a) Spoor 1: Meerjarig

      • i. Heeft de aanvragende organisatie onderzoeksjournalistiek als primaire doelstelling en taak?

    • b) Spoor 2: Ontwikkeling

      • i. Heeft de aanvragende organisatie een lokaal of regionaal verspreidingsgebied?

      • ii. Is er bij de aanvragende organisatie sprake van de aanwezigheid van tenminste drie fte aan betaalde journalisten?

    • c) Spoor 3: Samenwerking

      • i. Is het voorgestelde project gericht op het bedrijven van onderzoeksjournalistiek?

      • ii. Is er sprake van een projectcoördinator die tenminste 2 jaar ervaring heeft met vergelijkbare projecten?

      • iii. Is het project gericht op het versterken van de regionale of lokale onderzoeksjournalistiek?

  • 2 Aanvragen worden beoordeeld aan de hand van de volgende inhoudelijke criteria:

    • a) Spoor 1: Meerjarig

      • i. Vaardigheden en ervaring van het team;

      • ii. Langetermijnvisie en plan;

      • iii. Meerwaarde voor het veld;

      • iv. Duurzaamheid.

    • b) Spoor 2: Ontwikkeling

      • i. Beschikbaarheid en kwaliteit van het team;

      • ii. Reflexiviteit;

      • iii. Duurzaamheid;

      • iv. Geografische spreiding.

    • c) Spoor 3: Samenwerking

      • i. Ervaring van het team;

      • ii. Kwaliteit van samenwerking;

      • iii. Duurzaamheid;

      • iv. Geografische spreiding.

  • 3 Het Stimuleringsfonds beoordeelt eerst of een aanvraag voldoet aan de randvoorwaarden. Als een aanvraag niet aan deze randvoorwaarden voldoet, wijst het Stimuleringsfonds de aanvraag op formele gronden af.

Artikel 3.3. Beoordeling

  • 1 Het Stimuleringsfonds beoordeelt en vergelijkt aanvragen voor subsidie als bedoeld in artikel 1.3, binnen elk spoor, op basis van de inhoudelijke criteria genoemd in artikel 3.2, tweede lid.

  • 2 Aan elk van de inhoudelijke criteria kent het Stimuleringsfonds bij de toetsing een score van 0 tot 5 toe. De optelsom van de scores bepaalt de eindscore.

  • 3 Op basis van de eindscores bepaalt het Stimuleringsfonds een rangorde die bepalend is voor de volgorde waarin subsidies worden verleend, waarbij aanvragers met de hoogste scores het eerst in aanmerking komen voor honorering.

  • 4 Bij een eindscore lager dan de helft van de mogelijke maximumscore kan het Stimuleringsfonds besluiten de aanvraag af te wijzen vanwege onvoldoende kwaliteit van de aanvraag, ongeacht of het subsidieplafond is bereikt.

  • 5 Als in een spoor de voor subsidie in aanmerking komende aanvragen leiden tot overschrijding van het subsidieplafond, kan het Stimuleringsfonds op basis van de vastgestelde rangorde een subsidie weigeren voor zover door de verlening van de subsidie het subsidieplafond zou worden overschreden. Daarbij worden aanvragen met een gelijke eindscore evenredig geweigerd.

Artikel 3.4. Besluit

  • 1 Het Stimuleringsfonds beslist binnen 12 weken na afloop van de periode bedoeld in artikel 2.3, eerste lid, op de aanvragen voor subsidie. Bij toepassing van artikel 2.3, tweede lid, wordt de beslistermijn opgeschort met de gestelde termijn voor het aanvullen van de aanvraag.

  • 2 Bij rechtspersonen in oprichting verleent het Stimuleringsfonds pas subsidie nadat de rechtsvorm is verkregen.

  • 3 Het Stimuleringsfonds maakt bekend voor welk project en aan wie subsidie is verleend. Het Stimuleringsfonds kan op verzoek van de aanvrager hiervan afwijken.

Artikel 3.5. Subsidiehoogte

De maximale hoogte van de te verlenen subsidie per aanvrager in elk spoor is:

  • a) € 150.000 per kalenderjaar binnen spoor 1;

  • b) € 52.000 binnen spoor 2;

  • c) € 150.000 binnen spoor 3.

Artikel 3.6. Betaling

  • 1 Na verlening van een subsidie in spoor 1 wordt bij wijze van voorschot in vier termijnen het verleende subsidiebedrag betaald, waarbij:

    • a) de eerste termijn van 25 procent direct na subsidieverlening wordt betaald;

    • b) de tweede termijn van 25 procent op een kwart van de projectperiode wordt betaald;

    • c) de derde termijn van 25 procent halverwege de projectperiode wordt betaald; en

    • d) de vierde termijn van 25 procent na vaststelling van de subsidie wordt betaald.

  • 2 Na verlening van een subsidie in spoor 2 wordt bij wijze van voorschot in één termijn het verleende subsidiebedrag betaald.

  • 3 Na verlening van een subsidie in spoor 3 wordt bij wijze van voorschot in drie termijnen het verleende subsidiebedrag betaald, waarbij:

    • a) de eerste termijn van 50 procent direct na subsidieverlening wordt betaald;

    • b) de tweede termijn van 25 procent halverwege het projectjaar wordt betaald;

    • c) de derde termijn van 25 procent na vaststelling van de subsidie wordt betaald.

  • 4 In overleg kan het Stimuleringsfonds bij wijze van uitzondering afwijken van de hoogte van bovengenoemde tranches en overgaan tot een andere percentuele betaling.

Hoofdstuk 4. Verplichtingen en verantwoording

Artikel 4.1. Medewerkings- en informatieplicht

  • 1 De subsidieontvanger werkt mee aan door of namens het Stimuleringsfonds ingestelde onderzoeken, bijeenkomsten en overlegrondes die erop gericht zijn het Stimuleringsfonds inlichtingen te verschaffen over de voortgang en staat van projecten alsmede ten behoeve van de ontwikkeling van het door of namens het Stimuleringsfonds te voeren beleid.

  • 2 De subsidieontvanger doet zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling aan het Stimuleringsfonds van omstandigheden die van belang kunnen zijn voor een beslissing tot wijziging, intrekking of vaststelling van de subsidie, waaronder ingrijpende wijzigingen in de opzet en uitvoering van een project. Daarbij worden de relevante stukken overlegd.

  • 3 De subsidieontvanger werkt mee aan overleg over en presentatie en publicatie van tussentijdse resultaten van de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten, met als doel projecten onder de aandacht te brengen en kennis te delen met andere partijen uit de sector.

  • 4 De subsidieontvanger vermeldt in zijn bekendmakingen en publicaties rondom een gesubsidieerd project het Stimuleringsfonds als subsidieverstrekker.

Artikel 4.2. Verslaglegging van activiteiten

  • 1 De subsidieontvanger verklaart zich bereid om op door het Stimuleringsfonds aangewezen data meetbare doelen en resultaten te overleggen en samen met het team van het Stimuleringsfonds te evalueren. Deze evaluaties zullen schriftelijk en via evaluatiegesprekken plaatsvinden.

  • 2 De subsidieontvanger levert halverwege de projectperiode een financiële verantwoording aan van de gemaakte projectkosten.

Hoofdstuk 5. Subsidievaststelling

Artikel 5.1. Vaststelling en verantwoording

  • 1 Voor subsidie in spoor 1 geldt dat de subsidieontvanger jaarlijks voor 1 april een financieel verslag indient, vergezeld van een inhoudelijk verslag van de uitgevoerde activiteiten in het vorige kalenderjaar.

  • 2 Voor subsidie in alle sporen dient de subsidieontvanger binnen twee maanden na afloop van het project waarvoor subsidie is verleend of na beëindiging van de subsidie een aanvraag tot subsidievaststelling in. De aanvraag geschiedt op basis van een door het Stimuleringsfonds aangeleverd format en gaat vergezeld van een financieel en inhoudelijk verslag. Op basis daarvan neemt het Stimuleringsfonds een besluit tot subsidievaststelling.

  • 3 Het inhoudelijk verslag bestaat uit een verslag over de verrichte activiteiten waarmee kan worden aangetoond dat de gesubsidieerde activiteiten volgens plan hebben plaatsgevonden.

  • 4 Het financieel verslag sluit aan op de ingediende begroting. Het financieel verslag bevat een bestedingsverantwoording over de gehele projectperiode, afgezet tegen de begroting zoals deze bij de subsidieaanvraag is ingediend. Voor subsidie in spoor 1 geldt dat het financieel verslag een bestedingsverantwoording bevat van het tweede jaar binnen de projectperiode.

  • 5 Het Stimuleringsfonds kan nadere verplichtingen opleggen in verband met de inrichting van het financieel verslag en de controleverklaring.

Artikel 5.2. Controleverklaring

  • 1 Bij subsidie boven de € 100.000,– is de aanvrager verplicht het Stimuleringsfonds van een geldige accountantsverklaring te voorzien, door:

    • a) Het financieel verslag, bedoeld in artikel 5.1, te vergezellen van een verklaring omtrent de getrouwheid en de rechtmatigheid, afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

    • b) De subsidieontvanger bedingt bij de accountant dat deze zijn onderzoek inricht overeenkomstig een door het Stimuleringsfonds vastgesteld protocol.

    • c) In de verklaring, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, geeft de accountant tevens een oordeel over de naleving door de subsidieontvanger van de in het controleprotocol genoemde voorschriften.

  • 2 Bij subsidies onder de € 100.000,– kan het Stimuleringsfonds ten behoeve van de subsidievaststelling een door hem aan te wijzen accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek een onderzoek laten instellen naar de rechtmatigheid van de besteding van de subsidie en een verklaring laten opstellen waarin deze verklaart dat de in het financiële verslag opgenomen bedragen juist en volledig zijn. De verklaring bevat tevens een oordeel over de naleving van de aan de subsidie verbonden verplichtingen door de subsidieontvanger volgens een door het Stimuleringsfonds vastgesteld protocol. Deze accountant zal worden bekostigd door het Stimuleringsfonds.

Artikel 5.3. Wijziging, intrekking en terugvordering

  • 1 Zolang de subsidie niet is vastgesteld kan het Stimuleringsfonds de subsidieverlening intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen, als:

    • a) de activiteiten waarvoor subsidie is verleend niet of niet geheel hebben plaatsgevonden of zullen plaatsvinden;

    • b) de subsidieontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen;

    • c) de subsidieontvanger onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt en de verstrekking van juiste of volledige gegevens tot een andere beschikking op de aanvraag tot subsidieverlening zou hebben geleid;

    • d) de subsidieverlening anderszins onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is verleend, tenzij het Stimuleringsfonds bij de intrekking of wijziging anders bepaalt.

  • 2 Het Stimuleringsfonds kan de subsidievaststelling intrekken of ten nadele van de subsidieontvanger wijzigen:

    • a) op grond van feiten of omstandigheden waarvan het Stimuleringsfonds bij de subsidievaststelling redelijkerwijs niet op de hoogte kon zijn en op grond waarvan de subsidie lager dan overeenkomstig de subsidieverlening zou zijn vastgesteld;

    • b) als de subsidievaststelling onjuist was en de subsidieontvanger dit wist of behoorde te weten, of

    • c) als de subsidieontvanger na de subsidievaststelling niet heeft voldaan aan verplichtingen die aan de subsidie zijn verbonden.

    De intrekking of wijziging werkt terug tot en met het tijdstip waarop de subsidie is vastgesteld, tenzij het Stimuleringsfonds bij de intrekking of wijziging anders bepaalt.

  • 3 Het Stimuleringsfonds kan onverschuldigd betaalde subsidiebedragen terugvorderen.

Hoofdstuk 6. Slotbepalingen

Artikel 6.1. Begrotingsvoorbehoud

Subsidie wordt verleend onder voorbehoud van verstrekking van de bijbehorende middelen door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.

Artikel 6.2. Inwerkingtreding

  • 1 Deze regeling treedt in werking op 20 september 2021.

  • 2 Als de Staatscourant waarin deze regeling wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 20 september 2021, treedt zij in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 20 september 2021.

  • 3 Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2025. In afwijking van de eerste volzin blijft deze regeling zoals hij luidde op de dag voorafgaand aan de datum met ingang waarvan deze regeling vervalt, van toepassing op de afwikkeling van op grond van deze regeling ingediende aanvragen en verleende subsidies.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De voorzitter van het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek,

F. van Exter

Naar boven