De Europese Unie, hierna „de Unie” genoemd,
en
het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Republiek Kroatië,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
lidstaten van de Europese Unie, hierna „de lidstaten” genoemd,
enerzijds, en
Australië
anderzijds,
hierna „de partijen” genoemd,
Overwegende hun gedeelde waarden en hun nauwe historische, politieke, economische
en culturele banden;
Ingenomen met de vooruitgang die is geboekt met de ontwikkeling van duurzame en wederzijds
tot voordeel strekkende betrekkingen door de goedkeuring van de gezamenlijke verklaring
over de betrekkingen tussen de Europese Unie en Australië van 26 juni 1997 en de tenuitvoerlegging
van de agenda 2003 voor samenwerking;
Erkennend het vernieuwde engagement en de vernieuwde samenwerking tussen Australië
en de Unie sinds de ontwikkeling van het op 29 oktober 2008 aangenomen partnerschapskader
Australië-Europese Unie;
Opnieuw bevestigend hun engagement voor de doelstellingen en beginselen van het Handvest van de Verenigde Naties („VN-Handvest”) en ter versterking van de rol van de Verenigde Naties („VN”);
Opnieuw bevestigend hun engagement voor de democratische beginselen en de rechten
van de mens, vastgelegd in de Universele Verklaring van de rechten van de mens en andere toepasselijke internationale mensenrechteninstrumenten, alsmede voor de
beginselen van de rechtsstaat en goed bestuur;
Beklemtonend de alomvattende aard van hun betrekkingen en het belang van een coherent
kader ter bevordering van de ontwikkeling van deze betrekkingen;
Uitdrukking gevend aan hun gezamenlijke wil om de betrekkingen om te smeden tot een
versterkt partnerschap;
Bevestigend hun wens om de onderlinge politieke dialoog en samenwerking te intensiveren
en te ontwikkelen;
Vastbesloten de samenwerking op gebieden van wederzijds belang op bilateraal, regionaal
en mondiaal niveau en tot wederzijds voordeel te consolideren, te verdiepen en te
diversifiëren;
Uitdrukking gevend aan hun engagement om een gunstig klimaat te creëren voor meer
bilaterale handel en investeringen;
Bevestigend hun wil om intensiever samen te werken op het gebied van justitie, vrijheid
en veiligheid;
Erkennend de wederzijdse voordelen van meer samenwerking op het gebied van onderwijs,
cultuur, onderzoek en innovatie;
Uitdrukking gevend aan hun wil om duurzame ontwikkeling in economisch, sociaal en
milieu-opzicht te bevorderen;
Voortbouwend op de overeenkomsten die zijn gesloten tussen de Unie en Australië, met
name inzake wetenschappen, luchtvaartdiensten, wijn, de veiligheid van gerubriceerde
informatie, conformiteitsevaluatieprocedures voor industriële producten en de uitwisseling
van luchtpassagiersgegevens;
Wijzend op het feit dat, als de partijen in het kader van deze overeenkomst specifieke
overeenkomsten sluiten op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht, die door de
Unie zouden worden gesloten krachtens titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie, de bepalingen van dergelijke toekomstige specifieke overeenkomsten niet bindend
zijn voor het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland, tenzij de Europese Unie, samen met
het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland wat betreft hun respectieve bilaterale betrekkingen,
Australië ervan in kennis heeft gesteld dat het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland
gebonden zijn door dergelijke toekomstige specifieke overeenkomsten als deel van de
Unie, overeenkomstig Protocol 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien
van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht. Evenzo zijn latere interne maatregelen van de Unie die met het oog op
de uitvoering van deze overeenkomst krachtens voornoemde titel V worden genomen, niet
bindend voor het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland, tenzij deze laatsten hun wens
te kennen hebben gegeven deel te nemen aan deze maatregelen of deze te aanvaarden
overeenkomstig Protocol 21. Voorts wijzende op het feit dat dergelijke toekomstige
overeenkomsten of dergelijke latere interne maatregelen van de Unie zouden komen te
vallen onder Protocol 22 betreffende de positie van Denemarken dat gehecht is aan voornoemde Verdragen.