Het Koninkrijk België,
de Republiek Bulgarije,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
Ierland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
de Republiek Kroatië,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
de Republiek Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
Roemenië,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
Verdragsluitende partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna de „lidstaten van de Europese Unie” genoemd, en
De Europese Unie,
enerzijds, en
De Republiek Cuba, hierna „Cuba” genoemd,
anderzijds,
Overwegende het verlangen van de partijen om hun banden te consolideren en te verdiepen
door een versterking van de politieke dialoog, samenwerking, en economische en handelsbetrekkingen,
in een geest van wederzijds respect en gelijkheid;
Nadruk leggend op het belang dat zij hechten aan een versterking van de politieke
dialoog over bilaterale en internationale aangelegenheden;
Nadruk leggend op hun bereidheid samen te werken in internationale fora inzake kwesties
van wederzijds belang;
Rekening houdend met hun engagement om het strategische partnerschap tussen de Europese
Unie en Latijns-Amerika en het Caribisch gebied en de gezamenlijke strategie voor
een partnerschap tussen de EU en het Caribisch gebied verder te bevorderen, met aandacht
voor de wederzijdse voordelen van regionale samenwerking en integratie;
Herbevestigend dat de soevereiniteit, de territoriale integriteit en de politieke
onafhankelijkheid van de Republiek Cuba moeten worden geëerbiedigd;
Herbevestigend dat zij zich engageren voor een versterking van een doeltreffend multilateralisme
en van de rol van de Verenigde Naties alsook van alle beginselen en doelstellingen
die zijn vervat in het Handvest van de Verenigde Naties;
Herbevestigend dat de universele mensenrechten zoals verwoord in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en andere relevante internationale instrumenten inzake de mensenrechten, gerespecteerd
moeten worden;
Herinnerend aan hun engagement voor de erkende beginselen van democratie, goed bestuur
en de rechtsstaat;
Herbevestigend dat zij zich engageren voor de bevordering van de internationale vrede
en veiligheid en de vreedzame beslechting van geschillen, conform de beginselen van
het recht en de internationale wetgeving;
Gezien hun engagement voor de internationale verplichtingen op het gebied van ontwapening
en de non-proliferatie van massavernietigingswapens en overbrengingsmiddelen daarvoor,
en voor samenwerking op dat gebied;
Gezien hun engagement voor de bestrijding van de onwettige handel in en de accumulatie
van handvuurwapens en lichte wapens, volledig conform de verplichtingen uit hoofde
van internationale instrumenten, en voor samenwerking op dat gebied;
Bevestigend hun engagement om alle vormen van discriminatie te bestrijden en uit te
bannen, met inbegrip van discriminatie op grond van ras, huidskleur of etnische oorsprong,
godsdienst of geloofsovertuiging, handicap, leeftijd of seksuele oriëntatie;
Wijzende op hun engagement voor inclusieve en duurzame ontwikkeling en voor samenwerking
om de doelstellingen van de agenda voor duurzame ontwikkeling 2030 te verwezenlijken;
Erkennende dat Cuba een eiland en ontwikkelingsland is en rekening houdend met de
respectieve ontwikkelingsstadia van de partijen;
Erkennende het belang van ontwikkelingssamenwerking voor ontwikkelingslanden, voor
duurzame groei, duurzame ontwikkeling en de volledige verwezenlijking van de internationaal
overeengekomen ontwikkelingsdoelstellingen;
Gebaseerd op het beginsel van gedeelde verantwoordelijkheid en overtuigd van het belang
om de productie van, de handel in en het gebruik van drugs te voorkomen;
Herinnerend aan hun engagement voor de bestrijding van corruptie, witwassen, georganiseerde
criminaliteit, de mensenhandel en de smokkel van migranten;
Erkennende de noodzaak van opgedreven samenwerking op het gebied van de bevordering
van justitie, veiligheid van de burger en migratie;
Zich bewust van de noodzaak om de doelstellingen van deze overeenkomst te bevorderen
door dialoog en samenwerking met alle relevante belanghebbenden, met inbegrip van,
waar passend, regionale en lokale besturen, het maatschappelijk middenveld en de particuliere
sector;
Herinnerend aan hun internationale verbintenissen met betrekking tot sociale ontwikkeling,
onder meer op het gebied van onderwijs, gezondheidszorg en arbeidsrechten, alsook
milieu;
Herbevestigend het soevereine recht van de staten over hun natuurlijke hulpbronnen
en hun verantwoordelijkheid om het milieu te beschermen overeenkomstig hun nationale
wetgeving, de beginselen van het internationale recht en de verklaring van de Conferentie
van de Verenigde Naties over duurzame ontwikkeling;
Herbevestigend het belang dat de partijen hechten aan de beginselen en regels ten
aanzien van de internationale handel, met name die zijn opgenomen in de overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie van 15 april 1994 en de multilaterale overeenkomsten die zijn gehecht aan de WTO-overeenkomst,
alsmede aan de noodzaak om deze op een transparante en niet-discriminerende wijze
toe te passen;
Herhalend hun bezwaar tegen eenzijdige dwangmaatregelen met extraterritoriale gevolgen,
in strijd met het internationaal recht en de beginselen van de vrije handel, en zich
verbindend tot de afschaffing ervan;
Er nota van nemend dat, als de partijen in het kader van deze overeenkomst mochten
besluiten tot het aangaan van specifieke overeenkomsten op het gebied van vrijheid,
veiligheid en recht, die door de Unie zouden worden gesloten krachtens titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie, de bepalingen van dergelijke toekomstige overeenkomsten niet bindend zijn voor het
Verenigd Koninkrijk en/of Ierland, tenzij de Europese Unie, tegelijk met het Verenigd
Koninkrijk en/of Ierland wat betreft hun respectieve voorafgaandelijke bilaterale
betrekkingen, Cuba ervan in kennis stelt dat het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland
gebonden zijn door dergelijke overeenkomsten als deel van de Unie, overeenkomstig
protocol 21 betreffende de positie van het Verenigd Koninkrijk en Ierland ten aanzien
van de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht, dat aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is gehecht. Evenzo zijn mogelijke latere interne maatregelen van de Europese Unie
die met het oog op de uitvoering van deze overeenkomst krachtens titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese
Unie worden genomen, niet bindend voor het Verenigd Koninkrijk en/of Ierland, tenzij deze
laatsten hun wens te kennen hebben gegeven deel te nemen aan deze maatregelen of deze
te aanvaarden overeenkomstig protocol 21. Voorts nota nemend van het feit dat dergelijke
toekomstige overeenkomsten of dergelijke latere interne maatregelen van de Europese
Unie zouden komen te vallen onder protocol 22 betreffende de positie van Denemarken dat gehecht is aan voornoemde Verdragen,