Aanvullende Overeenkomst bij het Tractaat van handel en scheepvaart tussen het Koninkrijk [...] Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland, Londen, 27-03-1851

Geraadpleegd op 26-04-2024.
Geldend van 16-04-1851 t/m heden

Aanvullende Overeenkomst bij het Tractaat van handel en scheepvaart tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland

Authentiek : NL

Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden, en Hare Majesteit de Koningin van het Vereenigd Koningrijk van Groot-Brittannie en Ierland, verlangende verder uit te breiden de wederkeerige voorregten van scheepvaart, toegestaan aan de schepen der beide landen, respectivelijk bij het tractaat van handel en scheepvaart tusschen Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden en hare Brittannische Majesteit, hetwelk geteekend is te 's Gravenhage op den 27sten October 1837, hebben tot hunne gevolmagtigden, om ten dien einde eene overeenkomst te sluiten benoemd, te weten:

Zijne Majesteit de Koning der Nederlanden, Zijne Excellentie Jonkheer Graaf Schimmelpenninck, Minister van Staat, kommandeur der Koninklijke orde van den Nederlandsche Leeuw, ridder van de Koninklijke Frederiksorde van Wurtemberg, buitengewoon gezant en gevolmagtigden Minister van Zijne Majesteit den Koning der Nederlanden bij hare Majesteit de Koningin van Groot-Brittannie;

En hare Majesteit de Koningin van het Vereenigd Koningrijk van Groot-Brittannie en Ierland, den Hooggeboren Heer Henrij John Burggraaf Palmerston, Baron Temple, Pair van Ierland, Lid van Harer Majesteits meest eervollen Geheimen Raad, Lid van het Parlement, Ridder Grootkruis der zeer eervolle Orde van het Bad, en Harer Brittannische Majesteit's voornaamsten Secretaris van Staat voor Buitenlandsche zaken, en den Hoog Edel Gestrenge Heer Henrij Labouchere, Lid van Harer Brittannische Majesteit's meest eervollen geheimen Raad, Lid van het Parlement, en voorzitter der Commissie van den Geheimen Raad voor de zaken van Handel en Kolonien.

Welke, na elkander hunne wederzijdsche volmagten, die in goeden en behoorlijken vorm zijn bevonden, te hebben medegedeeld, overeengekomen zijn, dat voor en in plaats van de artikelen II en III van het bovengemeld tractaat, de volgende artikelen zullen worden gesteld.

Art. 1

[Red: Wijzigt het Tractaat van handel en scheepvaart tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland; 's-Gravenhage, 27 oktober 1837.]

Art. 2

[Red: Wijzigt het Tractaat van handel en scheepvaart tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Ierland; 's-Gravenhage, 27 oktober 1837.]

Art. 3

Indien eenige wetsbepaling in het vervolg door de wetgeving van een der beide landen mogt worden daargesteld, waardoor een of meerdere der voorregten, met betrekking tot handel en scheepvaart, welke respectivelijk bij de Nederlandsche wet van 8 Augustus 1850 en bij de Britsche acte van parlement van 12 en 13 Victoria, Cap. 29 worden toegestaan, mogten worden ingetrokken, alsdan en in zoodanig geval, zal het elke der hooge contracteerende partijen vrijstaan om de tegenwoordige overeenkomst te doen ophouden, mits aan de andere zes weken te voren, van derzelver verlangen dienaangaande kennis te geven.

Art. 4

De tegenwoordige overeenkomst zal worden beschouwd als bijvoegsel tot het voornoemd tractaat van 27 October 1837, en zal van gelijken duur zijn als evengemeld tractaat, ten zij in het geval bij het voorgaande artikel 3 voorzien

Dezelve zal worden bekrachtigd en de bekrachtigingen zullen worden uitgewisseld te Londen, zoodra mogelijk binnen den tijd van vier weken van af den dag van derzelver onderteekening.

In oorkonde waarvan, de wederzijdsche gevolmagtigden dezelve hebben onderteekend en het zegel hunner wapenen daarop gesteld.

Gedaan te Londen den zeven en twintigsten Maart in het jaar onzes Heeren achttienhonderd een en vijftig.

(l. s.) G. SCHIMMELPENNINCK.

(l.) s.) PALMERSTON.

(l. s.) HENRY LABOUCHERE.

Naar boven