De ondergetekenden:
De Nederlandse Minister van Volksgezondheid en Milieuhygiëne enerzijds,
De Belgische Minister van Sociale Voorzorg anderzijds,
Verlangende de verschillende regelingen te ordenen, welke tussen het Koninkrijk der
Nederlanden en het Koninkrijk België getroffen zijn ter verwezenlijking van het recht
op verstrekkingen in natura bij ziekte en moederschap, dat voortvloeit uit Verordening
(E.E.G.) nr. 1408/71 van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 14 juni 1971 betreffende
de toepassing van de sociale zekerheidsregelingen op werknemers en zelfstandigen,
alsmede op hun gezinsleden, die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen;
Gelet op de artikelen 20 en 36, lid 3, van Verordening (EEG) nr. 1408/71 en de artikelen
17, lid 9, 93, lid 6, 94, lid 6, 95, lid 6, 99, 102, lid 5 en 120, lid 1 van Verordening
(EEG) nr. 574/72 van de Raad van de Europese Gemeenschappen,
Gehoord het advies van de Administratieve Commissie voor de sociale zekerheid van
migrerende werknemers,