Verdrag over de Benelux Interparlementaire Assemblee, Brussel, 20-01-2015

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 01-08-2019 t/m heden

Verdrag over de Benelux Interparlementaire Assemblee

Authentiek : NL

Verdrag over de Benelux Interparlementaire Assemblee

Het Koninkrijk België, vertegenwoordigd door:

de Federale Regering,

de Vlaamse Regering,

de Regering van de Franse Gemeenschap,

de Waalse Regering,

de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest,

de Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Het Groothertogdom Luxemburg,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

Hierna genoemd „de Partijen”;

Overwegende dat op 17 juni 2008 het Verdrag tot herziening van het op 3 februari 1958 gesloten Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie is gesloten (het Benelux Unie Verdrag);

Vaststellend dat de totstandbrenging van het Benelux Unie Verdrag was ingegeven door het gezamenlijke streven van de Hoge Verdragsluitende Partijen om de samenwerking in de Benelux Economische Unie voort te zetten in de Benelux Unie en deze te verdiepen en uit te bouwen;

Verwijzend naar de op 5 november 1955 te Brussel tot stand gekomen Overeenkomst nopens de instelling van een Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad en het Protocol, gedaan te ’s-Gravenhage op 3 februari 1958, tot aanvulling van deze Overeenkomst;

Vaststellend dat de instelling van een Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad aan de instelling van de Benelux Economische Unie is voorafgegaan;

Verwijzend naar artikel 15 van het Benelux Unie Verdrag, dat bevestigt dat de samenstelling, de bevoegdheid en de werkwijze van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad in de Overeenkomst nopens de instelling van een Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad is geregeld;

Voorts verwijzend naar artikel 16 van het Benelux Unie Verdrag, dat stelt dat de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad betrekkingen onderhoudt met het Benelux Comité van Ministers wat de vraagstukken betreft die rechtstreeks verband houden met de werking van de Benelux Unie;

Vaststellend dat de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, dankzij het gezamenlijk optreden van de vertegenwoordigingen van de parlementen van de Benelux-leden, een essentiële bijdrage heeft geleverd aan de samenwerking in Benelux-kader in ruime zin;

Handelend vanuit het vaste voornemen dit optreden voort te zetten en te verdiepen door een nieuwe verdragsbasis te scheppen die, zonder afbreuk te doen aan de bestaande bevoegdheden van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, wordt afgestemd op de doelstellingen van de Benelux Unie;

Vaststellend dat het Koninkrijk België een federale staatsstructuur heeft aangenomen;

Wensend de taken van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad aan te passen aan de huidige tijd;

DEEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

In dit Verdrag wordt onder de begrippen „Benelux Unie Verdrag”, „Benelux Comité van Ministers”, „voorzitterschap van het Benelux Comité van Ministers”, „meerjarig Gemeenschappelijk Werkprogramma” en „jaarplan” verstaan de betekenis die eraan gegeven wordt in het op 17 juni 2008 tot stand gekomen Verdrag tot herziening van het op 3 februari 1958 gesloten Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie.

DEEL 2. INSTELLING, SAMENSTELLING EN REIKWIJDTE

Artikel 2

  • 1 De Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad, ingesteld in 1955, is hierna te noemen „Benelux Interparlementaire Assemblee”.

  • 2 De Benelux Interparlementaire Assemblee bestaat uit 49 leden, waarvan er:

    • a. 21 worden gekozen uit en aangewezen door het federale Parlement en de Gemeenschaps- en Gewestparlementen van het Koninkrijk België;

    • b. 7 worden gekozen uit en aangewezen door het Luxemburgse Parlement; en

    • c. 21 worden gekozen uit en aangewezen door het Nederlandse Parlement.

  • 3 De Benelux Interparlementaire Assemblee onderhoudt nuttige contacten met deze volksvertegenwoordigingen.

Artikel 3

  • 1 De samenwerking in de Benelux Interparlementaire Assemblee betreft onderwerpen die rechtstreeks verband houden met:

    • a. de grensoverschrijdende samenwerking op alle niveaus;

    • b. het voortbestaan en de verdere ontwikkeling van een economische unie;

    • c. de duurzame ontwikkeling;

    • d. de samenwerking op de gebieden van justitie en binnenlandse zaken;

    • e. de externe samenwerking van de Benelux Unie met andere staten en deelstaten, in het bijzonder met lidstaten van de Europese Unie en regionale samenwerkingsverbanden van deze lidstaten;

    • f. de samenwerking tussen de drie Partijen op het gebied van het buitenlands beleid en van Europese vraagstukken.

  • 2 De Benelux Interparlementaire Assemblee kan ook andere vraagstukken bespreken die de drie Partijen aangaan, indien twee derde van haar leden daarmee instemt.

DEEL 3. BEVOEGDHEDEN

Artikel 4

  • 1 De Benelux Interparlementaire Assemblee is bevoegd te beraadslagen en adviezen uit te brengen, onder meer in de vorm van aanbevelingen, aan het Benelux Comité van Ministers over de onderwerpen genoemd in artikel 3, eerste lid, van dit Verdrag.

  • 2 Adviezen kunnen eveneens worden uitgebracht aan de Regeringen van de Partijen die bij een bepaald onderwerp zijn betrokken, gezamenlijk.

Artikel 5

  • 1 De Benelux Interparlementaire Assemblee is bevoegd tot het stellen van schriftelijke vragen aan het Benelux Comité van Ministers, evenals aan de Regeringen van de Partijen die bij een bepaald onderwerp als vermeld in artikel 3, eerste lid, van dit Verdrag zijn betrokken, gezamenlijk.

  • 2 Deze vragen worden binnen een redelijke termijn beantwoord.

  • 3 In gevallen waarin de Benelux Interparlementaire Assemblee aan de beantwoording van een vraag een termijn stelt, heeft het Benelux Comité van Ministers, dan wel heeft elke betrokken Regering, het recht om een met redenen omkleed uitstel van beantwoording te vragen.

Artikel 6

Op voorstel van de Benelux Interparlementaire Assemblee, gedaan tijdens een bijeenkomst bedoeld in artikel 9, eerste lid, van dit Verdrag, om een bespreking te wijden aan een bepaald onderwerp als vermeld in artikel 3, eerste lid, van dit Verdrag, vaardigen de Regeringen van de Partijen die betrokken zijn bij dit onderwerp een vertegenwoordiger af op de eerstvolgende bijeenkomst.

Artikel 7

Bij het begin van elk voorzitterschap van het Benelux Comité van Ministers worden door of namens de Voorzitter van het Benelux Comité van Ministers de beleidsprioriteiten meegedeeld en besproken.

Artikel 8

  • 1 De Secretaris-generaal van de Benelux Unie brengt verslag uit over de voortgang en de uitvoering van het meerjarig Gemeenschappelijk Werkprogramma en het jaarplan.

  • 2 Het Secretariaat-generaal van de Benelux Unie coördineert de werkzaamheden tussen de Benelux Interparlementaire Assemblee en het Benelux Comité van Ministers.

  • 3 De leden van het College van Secretarissen-generaal van de Benelux Unie en de door hen aangewezen personen hebben toegang tot de vergaderingen van de Benelux Interparlementaire Assemblee.

DEEL 4. WERKWIJZE

Artikel 9

  • 1 De Benelux Interparlementaire Assemblee komt minimaal eenmaal en in beginsel driemaal per jaar bijeen.

  • 2 De Voorzitter roept de Benelux Interparlementaire Assemblee voorts bijeen telkens wanneer de meerderheid van de leden de wens daartoe kenbaar maakt, dan wel, binnen een redelijke termijn, op verzoek van de Regeringen van tenminste twee Partijen.

Artikel 10

  • 1 De vergaderingen van de Benelux Interparlementaire Assemblee zijn openbaar.

  • 2 De Benelux Interparlementaire Assemblee vergadert met gesloten deuren op verzoek van de Voorzitter of van negen leden en besluit daarna of de vergadering in het openbaar zal worden hervat ter behandeling van hetzelfde vraagstuk.

  • 3 De leden van de Regeringen van de drie Partijen en andere door één van deze Regeringen aangewezen personen hebben toegang tot de vergaderingen van de Benelux Interparlementaire Assemblee en kunnen daar het woord voeren.

Artikel 11

  • 1 De Benelux Interparlementaire Assemblee kan alleen besluiten nemen, indien een meerderheid van haar leden aanwezig is en elke nationale delegatie in een vergadering is vertegenwoordigd.

  • 2 Tenzij anders bepaald in dit Verdrag worden besluiten met een gewone meerderheid van stemmen genomen.

Artikel 12

De officiële talen van de Benelux Interparlementaire Assemblee zijn het Nederlands en het Frans.

Artikel 13

De Benelux Interparlementaire Assemblee benoemt haar voorzitter en ondervoorzitters in beginsel voor een periode van twee jaar. Zij benoemt haar griffier.

Artikel 14

Binnen de Benelux Interparlementaire Assemblee kunnen Commissies worden ingesteld.

Artikel 15

De Benelux Interparlementaire Assemblee stelt haar Reglement van Orde vast.

DEEL 5. SLOTBEPALINGEN

Artikel 16

  • 2 De Commissies die zijn ingesteld op basis van de Overeenkomst van 1955 oefenen hun werkzaamheden uit tot zolang geen nieuwe schikkingen worden getroffen.

  • 3 De besluiten, adviezen en aanbevelingen van de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad genomen onder toepassing van de Overeenkomst van 1955 blijven van kracht tenzij deze uitdrukkelijk worden opgeheven door de Benelux Interparlementaire Assemblee.

Artikel 17

De toepassing van dit Verdrag is beperkt tot het grondgebied van België, Luxemburg en Nederland in Europa.

Artikel 18

  • 1 Dit Verdrag wordt voor onbepaalde tijd gesloten.

  • 2 Elk der Partijen kan dit Verdrag opzeggen met een termijn van twee jaar, die aanvangt op de dag van ontvangst op het Secretariaat-generaal van de Benelux Unie van de kennisgeving van de opzegging.

  • 3 De Secretaris-generaal van de Benelux Unie stelt de andere Partijen van deze opzegging op de hoogte, onder vermelding van de datum van ingang van de opzegging.

Artikel 19

  • 1 Dit Verdrag zal worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd en de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring zullen worden neergelegd bij de Secretaris-generaal van de Benelux Unie, die de andere Partijen van de ontvangst van deze akten in kennis stelt.

  • 2 Dit Verdrag treedt in werking op de eerste dag van de tweede maand volgende op de neerlegging van de derde akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring. De Secretaris-generaal van de Benelux Unie deelt de Partijen de datum van de inwerkingtreding van dit Verdrag mede.

TEN BLIJKE WAARVAN de Gevolmachtigden dit Verdrag hebben ondertekend.

GEDAAN te Brussel op 20 januari 2015 in drievoud, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Naar boven