Protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt [...] de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie, Luxemburg, 14-04-2014

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 01-01-2007 t/m 30-09-2020

Protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

Authentiek : NL

Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Het Koninkrijk België,

De Republiek Bulgarije,

De Tsjechische Republiek,

Het Koninkrijk Denemarken,

De Bondsrepubliek Duitsland,

De Republiek Estland,

Ierland,

De Helleense Republiek,

Het Koninkrijk Spanje,

De Franse Republiek,

De Italiaanse Republiek,

De Republiek Cyprus,

De Republiek Letland,

De Republiek Litouwen,

Het Groothertogdom Luxemburg,

Hongarije,

Malta,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

De Republiek Oostenrijk,

De Republiek Polen,

De Portugese Republiek,

Roemenië,

De Republiek Slovenië,

De Slowaakse Republiek,

De Republiek Finland,

Het Koninkrijk Zweden,

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

hierna „lidstaten van de EU” genoemd,

en

De Europese Unie,

hierna „de Unie” genoemd,

enerzijds

en

De Republiek Tunesië, hierna „Tunesië” genoemd,

anderzijds,

Overwegende dat de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, hierna „de Euro-mediterrane overeenkomst” genoemd, op 17 juli 1995 in Brussel is ondertekend en op 1 maart 1998 in werking is getreden; dat deze overeenkomst met name is gewijzigd bij het Protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie1 en bij Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EU-Tunesië van 28 juli 2006 tot wijziging van protocol nr. 4 van de Euro-mediterrane overeenkomst betreffende de definitie van het begrip producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking2;

Overwegende dat het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (hierna „Toetredingsverdrag” genoemd) op 25 april 2005 in Luxemburg is ondertekend en op 1 januari 2007 in werking is getreden;

Overwegende dat overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Euro-mediterrane overeenkomst wordt geregeld door sluiting van een protocol bij die overeenkomst;

Overwegende dat het in artikel 23, lid 2, van de Euro-mediterrane overeenkomst bedoelde overleg heeft plaatsgevonden teneinde rekening te kunnen houden met de wederzijdse belangen van de Unie en Tunesië.

Overwegende dat Tunesië bij decreet 2007-995 van 24 april 2007 heeft besloten de bepalingen van de Euro-mediterrane overeenkomst vanaf 1 januari 2007 toe te passen op de Republiek Bulgarije en Roemenië,

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel 1

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

De Republiek Bulgarije en Roemenië worden partij bij de Euro-mediterrane overeenkomst en zij dienen, op dezelfde wijze als de andere lidstaten van deUnie, de teksten van de overeenkomst alsmede de gemeenschappelijke verklaringen, eenzijdige verklaringen en briefwisselingen respectievelijk goed te keuren en er nota van te nemen.

HOOFDSTUK I. WIJZIGINGEN VAN DE TEKST VAN DE EURO-MEDITERRANE OVEREENKOMST EN DE BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN DAARBIJ

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Artikel 2. Oorsprongsregels

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

[Red: Wijzigt de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar Lid-Staten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, Brussel, 17 juli 1995.]

HOOFDSTUK II. OVERGANGSBEPALINGEN

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Artikel 3. Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

  • 1 Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze door Tunesië of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die deze landen onderling toepassen, worden op grond van dit protocol in de betrokken landen aanvaard, mits:

    • a. de verkrijging van de oorsprong met zich meebrengt dat een preferentieel tarief wordt toegepast overeenkomstig de in de Euro-mediterrane overeenkomst of in het stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferentiële tariefmaatregelen;

    • b. het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;

    • c. het bewijs van oorsprong binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten wordt ingediend.

    Indien goederen vóór de datum van toetreding zijn aangegeven voor invoer in Tunesië of een nieuwe lidstaat op grond van op dat moment tussen Tunesië en die nieuwe lidstaat geldende preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen op grond van die overeenkomsten of regelingen achteraf afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.

  • 2 Tunesië en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee de status van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits:

    • a. een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Tunesië vóór de datum van toetreding met de Unie gesloten overeenkomst;

    • b. de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong uit hoofde van die overeenkomst toepassen.

    Deze vergunningen moeten uiterlijk één jaar na de datum van toetreding worden vervangen door nieuwe vergunningen die volgens de voorwaarden van de overeenkomst zijn afgegeven.

  • 3 Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van de in de leden 1 en 2 preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Tunesië en de nieuwe lidstaten worden ingediend en worden door die autoriteiten aanvaard gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oorsprong.

Artikel 4. Goederen in doorvoer

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

  • 1 De bepalingen van de Euro-mediterrane overeenkomst kunnen worden toegepast op goederen die worden uitgevoerd uit Tunesië naar een van de nieuwe lidstaten of uit een van de nieuwe lidstaten naar Tunesië, die voldoen aan de bepalingen van protocol 4 en die op de datum van toetreding onderweg zijn of zich in tijdelijke opslag, in een douane-entrepot, in een vrije zone of op een bedrijventerrein in Tunesië of in die nieuwe lidstaat bevinden.

  • 2 In dergelijke gevallen mag preferentiële behandeling worden verleend, mits binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong wordt ingediend dat achteraf is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer.

HOOFDSTUK III. ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Artikel 5

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Bij dit protocol wordt overeengekomen dat naar aanleiding van de uitbreiding van de Unie geen claims, verzoeken of beroepen kunnen worden ingediend of concessies kunnen worden gewijzigd of ingetrokken uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT.

Artikel 6

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Dit protocol is een integrerend onderdeel van de Euro-mediterrane overeenkomst.

Artikel 7

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

  • 1 Dit protocol wordt door de Unie, door de Raad van de Europese Unie namens de lidstaten en door Tunesië volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

  • 2 De partijen stellen elkaar in kennis van de voltooiing van de in lid 1 bedoelde procedures. De akten van ratificatie of goedkeuring worden neergelegd bij het Secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.

Artikel 8

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

  • 1 Dit protocol treedt definitief in werking op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring of ratificatie is neergelegd.

  • 2 Dit protocol is voorlopig van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 9

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Dit protocol is opgesteld in de Bulgaarse, de Deense, de Duitse, de Engelse, de Estse, de Finse, de Franse, de Griekse, de Hongaarse, de Ierse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Nederlandse, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Sloveense, de Slowaakse, de Spaanse, de Tsjechische, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 10

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

De tekst van de Euro-mediterrane overeenkomst, met inbegrip van de bijlagen en protocollen die ervan een integrerend onderdeel zijn, alsmede de slotakte en de daaraan gehechte verklaringen, worden opgesteld in de Bulgaarse en de Roemeense taal, en deze teksten zijn evenzeer authentiek als de oorspronkelijke teksten.

De Associatieraad keurt de Bulgaarse en Roemeense taalversies van deze teksten goed.

GEDAAN te Luxemburg, de veertiende april tweeduizend veertien.

  1. Pb L 278 van 21.10.2005, blz. 3. ^ [1]
  2. Pb L 260 van 21.9.2006, blz. 1. ^ [2]
Naar boven