Het Koninkrijk België,
De Republiek Bulgarije,
De Tsjechische Republiek,
Het Koninkrijk Denemarken,
De Bondsrepubliek Duitsland,
De Republiek Estland,
Ierland,
De Helleense Republiek,
Het Koninkrijk Spanje,
De Franse Republiek,
De Italiaanse Republiek,
De Republiek Cyprus,
De Republiek Letland,
De Republiek Litouwen,
Het Groothertogdom Luxemburg,
Hongarije,
Malta,
Het Koninkrijk der Nederlanden,
De Republiek Oostenrijk,
De Republiek Polen,
De Portugese Republiek,
Roemenië,
De Republiek Slovenië,
De Slowaakse Republiek,
De Republiek Finland,
Het Koninkrijk Zweden,
Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
hierna „lidstaten van de EU” genoemd,
en
De Europese Unie,
hierna „de Unie” genoemd,
enerzijds
en
De Republiek Tunesië, hierna „Tunesië” genoemd,
anderzijds,
Overwegende dat de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen
de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek Tunesië, anderzijds, hierna „de Euro-mediterrane overeenkomst” genoemd, op 17 juli 1995 in
Brussel is ondertekend en op 1 maart 1998 in werking is getreden; dat deze overeenkomst
met name is gewijzigd bij het Protocol bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt
gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en de Republiek
Tunesië, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Tsjechische
Republiek, de Republiek Estland, de Republiek Cyprus, de Republiek Letland, de Republiek
Litouwen, de Republiek Hongarije, de Republiek Malta, de Republiek Polen, de Republiek
Slovenië en de Slowaakse Republiek tot de Europese Unie en bij Besluit nr. 1/2006 van de Associatieraad EU-Tunesië van 28 juli 2006 tot wijziging
van protocol nr. 4 van de Euro-mediterrane overeenkomst betreffende de definitie van
het begrip producten van oorsprong en methoden van administratieve samenwerking;
Overwegende dat het Verdrag betreffende de toetreding van de Republiek Bulgarije en Roemenië tot de Europese
Unie (hierna „Toetredingsverdrag” genoemd) op 25 april 2005 in Luxemburg is ondertekend
en op 1 januari 2007 in werking is getreden;
Overwegende dat overeenkomstig artikel 6, lid 2, van de Toetredingsakte van 2005, de toetreding van de nieuwe lidstaten tot de Euro-mediterrane overeenkomst wordt
geregeld door sluiting van een protocol bij die overeenkomst;
Overwegende dat het in artikel 23, lid 2, van de Euro-mediterrane overeenkomst bedoelde overleg heeft plaatsgevonden teneinde rekening te kunnen houden met de wederzijdse
belangen van de Unie en Tunesië.
Overwegende dat Tunesië bij decreet 2007-995 van 24 april 2007 heeft besloten de bepalingen
van de Euro-mediterrane overeenkomst vanaf 1 januari 2007 toe te passen op de Republiek Bulgarije en Roemenië,