Verdrag inzake de overbrenging van gevonniste personen tussen het Koninkrijk der Nederlanden
en de Republiek Cuba
[Treedt in werking per 06-04-2017]
Het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Republiek Cuba, hierna te noemen „de partijen”,
Geleid door de wens de internationale samenwerking op het gebied van het strafrecht
te ontwikkelen en de mogelijkheid te scheppen dat onderdanen van elk der partijen
die gedetineerd zijn als gevolg van het plegen van een strafbaar feit hun veroordelingen
binnen hun eigen samenleving ondergaan;
Zijn het volgende overeengekomen:
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
[Treedt in werking per 06-04-2017]
Voor de toepassing van dit Verdrag wordt verstaan onder:
-
a. „veroordeling”: elke straf of vrijheidsbenemende maatregel wegens een strafbaar feit
opgelegd door een rechter of tribunaal;
-
b. „vonnis”: een beslissing of bevel van een rechter of tribunaal waarbij een veroordeling
wordt uitgesproken;
-
c. „gevonniste persoon”: een persoon die bij een onherroepelijk vonnis van een rechter
of een tribunaal van een van de partijen is veroordeeld en zijn veroordeling ondergaat
in de staat van veroordeling;
-
d. „onderdaan”: met betrekking tot de Republiek Cuba, alle personen die onderdaan of
burger met een permanente verblijfplaats op het Cubaanse grondgebied zijn; met betrekking
tot het Koninkrijk der Nederlanden, alle personen die in overeenstemming met de wetgeving
van het Koninkrijk der Nederlanden in het bezit zijn van de Nederlandse nationaliteit;
-
e. „de staat van veroordeling”: de staat waarin de veroordeling werd uitgesproken tegen
de persoon. Voor wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft wordt onder „staat van
veroordeling” verstaan Nederland, Aruba, Curaçao of Sint Maarten, al naargelang het
deel van het Koninkrijk waar het vonnis is gewezen;
-
f. „de staat van tenuitvoerlegging”: de staat waarnaar de gevonniste persoon kan worden
of reeds is overgebracht teneinde zijn veroordeling te ondergaan. Voor wat het Koninkrijk
der Nederlanden betreft wordt onder „staat van tenuitvoerlegging” verstaan Nederland,
Aruba, Curaçao of Sint Maarten, al naargelang het deel van het Koninkrijk waar de
gevonniste persoon zijn hoofdverblijf heeft, tenzij dit Verdrag anders bepaalt;
-
g. „het ministerie van Justitie”: in de Republiek Cuba het ministerie van Justitie en
in het Koninkrijk der Nederlanden het ministerie van Veiligheid en Justitie van Nederland,
het ministerie van Justitie van Aruba, het ministerie van Justitie van Curaçao of
het ministerie van Justitie van Sint Maarten, al naargelang het deel van het Koninkrijk
waar de gevonniste persoon zijn hoofdverblijf heeft of waar het vonnis is gewezen.
Artikel 2. Algemene beginselen
[Treedt in werking per 06-04-2017]
Artikel 3. Voorwaarden voor overbrenging
[Treedt in werking per 06-04-2017]
-
2 In uitzonderingsgevallen kunnen de staat van veroordeling en de staat van tenuitvoerlegging
zich akkoord verklaren met een overbrenging zelfs wanneer de duur van het alsnog door
de gevonniste persoon te ondergane gedeelte van de veroordeling korter is dan die
welke in het eerste lid, onderdeel d), is vermeld.
Artikel 4. Verplichting tot het verstrekken van inlichtingen
[Treedt in werking per 06-04-2017]
-
2 Indien de gevonniste persoon zijn wens tot overbrenging ingevolge dit Verdrag aan
de staat van veroordeling kenbaar heeft gemaakt, dient die staat de staat van tenuitvoerlegging
zo spoedig mogelijk daarvan in kennis te stellen, zodra het vonnis onherroepelijk
en voor tenuitvoerlegging vatbaar is geworden.
-
4 Indien de gevonniste persoon zijn wens tot overbrenging ingevolge dit Verdrag aan
de staat van tenuitvoerlegging kenbaar heeft gemaakt, doet de staat van veroordeling
die staat desgevraagd de in het derde lid, onder a) tot met d), bedoelde inlichtingen
toekomen.
Artikel 5. Verzoeken en antwoorden
[Treedt in werking per 06-04-2017]
Artikel 6. Stukken ter ondersteuning
[Treedt in werking per 06-04-2017]
-
2 Indien om overbrenging wordt verzocht, worden door de staat van veroordeling de navolgende
stukken aan de staat van tenuitvoerlegging verstrekt, tenzij een van beide staten
reeds heeft aangegeven niet met de overbrenging te zullen instemmen:
-
a. een gewaarmerkt afschrift van het vonnis en de wettelijke bepalingen die daaraan ten
grondslag liggen;
-
b. een opgave betreffende het reeds ondergane gedeelte van een veroordeling, daaronder
begrepen inlichtingen omtrent eventuele voorlopige hechtenis, strafvermindering en
elke andere voor de tenuitvoerlegging van de veroordeling ter zake dienende omstandigheid;
-
c. een document, van welke aard dan ook, waaruit de uitdrukkelijke instemming blijkt
van de gevonniste persoon of van zijn wettelijke vertegenwoordiger indien de persoon
minderjarig is of indien vanwege zijn geestelijke of lichamelijke toestand een vertegenwoordiger
noodzakelijk is;
-
d. waar nodig, een medisch of sociaal rapport omtrent de gevonniste persoon, inlichtingen
betreffende zijn gedrag tijdens de detentie en zijn behandeling in de staat van veroordeling
en elke aanbeveling ten aanzien van zijn verdere behandeling in de staat van tenuitvoerlegging;
-
e. de van toepassing zijnde bepalingen inzake mogelijke vervroegde of voorwaardelijke
invrijheidstelling of elke beslissing omtrent vervroegde invrijheidstelling die verband
houdt met de tenuitvoerlegging van het vonnis dat het onderwerp van het verzoek is;
-
f. indien een dergelijk verzoek wordt gedaan, alle overige aanvullende inlichtingen die
bij de overbrenging voor de autoriteiten van de staat van tenuitvoerlegging van nut
kunnen zijn.
Artikel 7. Gevolgen van de overbrenging voor de staat van veroordeling
[Treedt in werking per 06-04-2017]
Artikel 8. Gevolgen van de overbrenging voor de staat van tenuitvoerlegging
[Treedt in werking per 06-04-2017]
-
3 De tenuitvoerlegging van de veroordeling wordt beheerst door het recht van de staat
van tenuitvoerlegging en alleen die staat is bevoegd alle ter zake dienende beslissingen
te nemen. De staat van tenuitvoerlegging kan, bij de beslissing inzake vervroegde
of voorwaardelijke invrijheidstelling, de in artikel 6, tweede lid, onderdeel e), bedoelde bepalingen of beslissingen in aanmerking nemen.
Artikel 9. Voortgezette tenuitvoerlegging
[Treedt in werking per 06-04-2017]
-
2 Indien deze veroordeling evenwel naar aard en duur onverenigbaar is met de wet van
de staat van tenuitvoerlegging, of indien de wet van die staat zulks vereist, kan
die staat door middel van een rechterlijke of administratieve beschikking de sanctie
aanpassen aan de straf of maatregel die door zijn eigen wet voor soortgelijke strafbare
feiten wordt voorgeschreven. Wat de aard betreft, zal de straf of maatregel voor zover
mogelijk overeenstemmen met die welke bij de ten uitvoer te leggen veroordeling is
opgelegd. De door de staat van veroordeling opgelegde sanctie zal hierdoor naar aard
of duur niet worden verzwaard en evenmin zal het door de wet van de staat van tenuitvoerlegging
voorgeschreven maximum hierdoor worden overschreden.
Artikel 10. Omzetting van de veroordeling
[Treedt in werking per 06-04-2017]
-
2 Indien de omzettingsprocedure gevolgd wordt na de overbrenging van de gevonniste persoon,
houdt de staat van tenuitvoerlegging de gevonniste persoon in bewaring of neemt andere
maatregelen teneinde diens aanwezigheid in de staat van tenuitvoerlegging te verzekeren,
in afwachting van de afloop van die procedure.
Artikel 11. Gratie, amnestie, strafomzetting
[Treedt in werking per 06-04-2017]
Zowel de staat van veroordeling als de staat van tenuitvoerlegging kan gratie, amnestie
of strafomzetting verlenen in overeenstemming met zijn grondwet of andere wetten.
Artikel 12. Herziening van het vonnis
[Treedt in werking per 06-04-2017]
Enkel de staat van veroordeling heeft het recht te beslissen op een verzoek tot of
procedure tot herziening van het vonnis.
Artikel 13. Beëindiging van de tenuitvoerlegging
[Treedt in werking per 06-04-2017]
De staat van tenuitvoerlegging dient de tenuitvoerlegging van de veroordeling te beëindigen,
zodra hij door de staat van veroordeling in kennis is gesteld van enige beslissing
of maatregel ten gevolge waarvan de veroordeling niet meer voor tenuitvoerlegging
vatbaar is.
Artikel 14. Bericht inzake tenuitvoerlegging
[Treedt in werking per 06-04-2017]
De staat van tenuitvoerlegging bericht de staat van veroordeling ten aanzien van de
tenuitvoerlegging van de veroordeling:
-
a. wanneer eerstgenoemde de veroordeling als geheel ten uitvoer gelegd beschouwt;
-
b. indien de gevonniste persoon uit de detentie ontsnapt is vóór de beëindiging van de
tenuitvoerlegging van de veroordeling; of
-
c. indien de staat van veroordeling om een bijzonder rapport verzoekt.
Artikel 15. Civiele schadevergoeding
[Treedt in werking per 06-04-2017]
Artikel 16. Overlevering
[Treedt in werking per 06-04-2017]
-
2 Op het tijdstip van de overlevering van de gevonniste persoon verstrekken de bevoegde
autoriteiten van de staat van veroordeling de bevoegde autoriteiten van de staat van
tenuitvoerlegging, die de verantwoordelijkheid voor de gevonniste persoon overnemen,
een document gericht aan het ministerie van Justitie van de staat van tenuitvoerlegging,
waarin de tijd die de gedetineerde feitelijk in de staat van veroordeling in detentie
heeft doorgebracht alsmede, indien van toepassing, de tijd die in mindering is gebracht
op zijn veroordeling wegens goed gedrag of andere verdiensten tijdens de detentie,
is vermeld.
Artikel 17. Talen en kosten
[Treedt in werking per 06-04-2017]
-
1 De kennisgevingen en inlichtingen bedoeld in artikel 5, 13 en 14 dienen te worden gesteld in de taal van de partij waaraan zij zijn gericht. De stukken
ter ondersteuning van een verzoek als bedoeld in artikel 6 dienen vergezeld te gaan van een vertaling in de taal van de partij waaraan zij zijn
gericht.
-
2 Onverminderd het bepaalde in artikel 6, tweede lid, onderdeel a), behoeven de stukken die ter toepassing van dit Verdrag worden verzonden niet gewaarmerkt
te zijn en zijn zij vrijgesteld van legalisatie.
Artikel 18. Inwerkingtreding
[Treedt in werking per 06-04-2017]
-
2 Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft is dit Verdrag van kracht in het Europese
deel van Nederland, in het Caribisch deel van Nederland (Bonaire, Sint Eustatius en
Saba) alsmede op Aruba, Curaçao en Sint Maarten, tenzij anders bepaald in de kennisgeving
bedoeld in het eerste lid van dit artikel. In het laatste geval kan het Koninkrijk
der Nederlanden te allen tijde de toepassing van dit Verdrag uitbreiden tot een of
meer van zijn afzonderlijke delen door middel van een kennisgeving langs diplomatieke
weg aan de Republiek Cuba.
Artikel 19. Toepassing in de tijd
[Treedt in werking per 06-04-2017]
Dit Verdrag is van toepassing op de tenuitvoerlegging van veroordelingen die of voor
of na de inwerkingtreding van het Verdrag zijn uitgesproken.
Artikel 20. Opzegging
[Treedt in werking per 06-04-2017]