INTERNATIONALE ARBEIDSCONFERENTIE.
VERDRAG BETREFFENDE SCHADELOOSSTELLING VOOR ARBEIDSONGEVALLEN.
De Algemeene Conferentie van de Internationale Organisatie van den Arbeid, door den
Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau bijeengeroepen te Genève en aldaar
bijeengekomen op 19 Mei 1925 in haar zevende zitting,
besloten hebbende verschillende voorstellen aan te nemen betreffende „schadeloosstelling
voor arbeidsongevallen”, welk onderwerp begrepen is in het eerste punt van de agenda
der zitting en
na besloten te hebben, dat deze voorstellen den vorm zullen aannemen van een internationaal
verdrag,
neemt heden, den 10den Juni 1925, het volgende verdrag aan, dat genoemd zal worden
“Verdrag betreffende schadeloosstelling voor arbeidsongevallen, 1925”, ter bekrachtiging
door de Leden van de Internationale Organisatie van den Arbeid, zulks overeenkomstig
de bepalingen van het Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie:
Ieder Lid van de Internationale Organisatie van den Arbeid, dat dit verdrag bekrachtigt,
verbindt zich om aan arbeiders, aan wie een ongeval is overkomen of aan hun rechtverkrijgenden,
schadeloosstellingen te verzekeren op voorwaarden, welke ten minste gelijk zijn aan
die neergelegd in dit verdrag.
-
1 De wetten en voorschriften betreffende de schadeloosstelling voor arbeidsongevallen
zullen van toepassing moeten zijn op arbeiders, bedienden of leerlingen, werkzaam
in ondernemingen, bedrijven of inrichtingen van welken aard ook, zoowel openbare als
particuliere.
Het verdrag is niet van toepassing op: 1°. zeelieden en visschers, voor wie bij een
later verdrag een regeling getroffen zal worden; 2°. personen, die onder een bijzondere
regeling vallen, welke ten minste even gunstig is als die neergelegd in dit verdrag.
Dit verdrag zal niet van toepassing zijn op den landbouw, waarvoor het verdrag betreffende
ongevallenverzekering in den landbouw, aangenomen door de derde Internationale Arbeidsconferentie
van kracht blijft.
De schadeloosstellingen verschuldigd ter zake van ongevallen, die den dood of blijvende
arbeidsongeschiktheid ten gevolge hebben, zullen den getroffene of zijn rechtverkrijgenden
worden uitgekeerd in den vorm van renten.
Deze schadeloosstellingen kunnen echter geheel of gedeeltelijk uitgekeerd worden in
een bedrag ineens, wanneer aan de bevoegde autoriteiten waarborgen voor een oordeelkundig
gebruik gegeven worden.
Ingeval van ongeschiktheid tot werken zal de schadeloosstelling worden toegekend te
beginnen uiterlijk vijf dagen na het ongeval, hetzij zij verschuldigd is door den
werkgever of door een verzekeringsinstelling tegen ongevallen of door een tegen ziekte.
Een toeslag op de schadeloosstelling zal worden toegekend aan door een ongeval getroffenen,
die ongeschikt tot werken zijn en die de voortdurende hulp van een ander persoon noodig
hebben.
De nationale wetten zullen de contrôle op en de wijze van herziening van de schadeloosstellingen
vaststellen, welke noodig geoordeeld worden.
De door een arbeidsongeval getroffenen hebben recht op genees- en heelkundige behandeling
en op genees-, heel- en verbandmiddelen, welke erkend worden ten gevolge van die arbeidsongevallen
noodzakelijk te zijn.
De kosten van die behandeling komen ten laste hetzij van den werkgever, hetzij van
verzekeringsinstellingen tegen ongevallen, tegen ziekte of tegen invaliditeit.
-
1 De door een arbeidsongeval getroffenen hebben recht op het verstrekken en op het vernieuwen
door den werkgever of den risicodrager, van die kunstmiddelen, waarvan het gebruik
noodzakelijk wordt geacht.
-
2 Echter zullen bij wijze van uitzondering de nationale wetten kunnen toestaan, dat
in plaats van de verstrekking of vernieuwing van de kunstmiddelen een toelage aan
den door een arbeidsongeval getroffene toegekend wordt; deze toelage wordt vastgesteld
op het tijdstip van de vaststelling of herziening van het bedrag der schadeloosstelling,
en op het bedrag der vermoedelijke kosten van aanschaffing en van vernieuwing dier
kunstmiddelen. De nationale wetten zullen contrôle-maatregelen nemen om, voorzooveel
de vernieuwing der kunstmiddelen betreft, misbruiken te voorkomen en om te waarborgen,
dat de toelage voor de kunstmiddelen voor dit doel aangewend wordt.
De nationale wetten zullen voorschriften bevatten, welke, rekening houdend met de
bijzondere toestanden in elk land, het meest geschikt zijn om in alle omstandigheden
de betaling te verzekeren van de schadeloosstellingen aan door een arbeidsongeval
getroffenen en aan hun rechtverkrijgenden en die te waarborgen bij insolvabiliteit
van den werkgever of den risicodrager.
De officieele bekrachtigingen van dit verdrag, overeenkomstig het bepaalde in het
Statuut van de Internationale Arbeidsorganisatie, zullen worden medegedeeld aan den
Directeur-Generaal van het Internationaal Arbeidsbureau en door hem worden ingeschreven.
Zoodra de bekrachtigingen van 2 leden der Internationale Organisatie van den Arbeid
door het Internationaal Arbeidsbureau zijn ingeschreven, zal de Directeur-Generaal
van het Internationaal Arbeidsbureau van dit feit mededeeling doen aan alle leden
van de Internationale Organisatie van den Arbeid. Hij zal hen eveneens in kennis stellen
met de inschrijvingen van de bekrachtigingen, die hem later door andere leden der
Organisatie zullen worden medegedeeld.
Onder voorbehoud der bepalingen van artikel 13 verbindt ieder Lid dat dit verdrag
bekrachtigt, zich de bepalingen der artt. 1, 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10 en 11 uiterlijk
op 1 Januari 1927 in werking te doen treden en om die maatregelen te treffen, die
noodig zullen blijken om deze bepalingen doeltreffend te doen zijn.
Ieder lid van de Internationale Organisatie van den Arbeid, dat dit verdrag bekrachtigt,
verbindt zich om het toe te passen ten aanzien van zijn koloniën, bezittingen en protectoraten,
overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Statuut van de Internationale
Arbeidorganisatie.
Ieder lid, dat dit verdrag heeft bekrachtigd, kan het opzeggen na verloop van een
termijn van vijf jaren na den datum, waarop dit verdrag van kracht begint te worden,
zulks bij een verklaring, toegezonden aan den Directeur-Generaal van het Internationaal
Arbeidsbureau en door dezen in te schrijven. De opzegging wordt eerst van kracht een
jaar nadat zij door het Internationaal Arbeidsbureau is ingeschreven.
Telkens wanneer de Raad van Beheer van het Internationaal Arbeidsbureau zulks nodig
acht legt deze een verslag inzake de toepassing van dit Verdrag voor aan de Algemene
Conferentie, en gaat na of het wenselijk is de kwestie van de gehele of gedeeltelijke
herziening van het Verdrag op de agenda van de Conferentie te plaatsen.
Zoowel de Fransche als de Engelsche tekst van dit verdrag is authentiek.