Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden en Zijne Excellentie de President van Haïti,
gelijkelijk bezield met den wensch de ontwikkeling van de handelsbetrekkingen tusschen
de beide landen te bevorderen, hebben besloten te dien einde een verdrag te sluiten
en hebben tot hunne wederzijdsche gevolmachtigden benoemd:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, den Heer W. G. E. D'ARTILLACT BRILL, HoogstDerZelver
Buitengewoon Gezant en Gevolmachtigd Minister te Caracas,
Zijne Excellentie de President van Haïti, den Heer EDMOND MONTAS, Staatssecretaris
voor de Buitenlandsche Betrekkingen,
die, na elkander mededeeling te hebben gedaan van hunne volmachten, welke in goeden
en behoorlijken vorm werden bevonden, omtrent het volgende zijn overeengekomen:
De Hooge Verdragsluitende Partijen komen overeen, dat, voor al wat betreft den handel,
de scheepvaart en de nijverheid en alle rechten of heffingen of belastingen, van welken
aard zij ook mogen zijn, ieder voorrecht, iedere gunst of vrijstelling, welke ook,
die een van haar reeds heeft toegestaan of in de toekomst mocht toestaan aan de personen,
maatschappijen, goederen of schepen van eenigen anderen Staat, onmiddellijk en onvoorwaardelijk
zullen worden toegestaan aan de personen, maatschappijen, goederen of schepen van
de andere Partij.
De natuurlijke en vervaardigde producten, afkomstig of herkomstig uit een der beide
landen zullen, bij hun invoer op het gebied van het andere, niet worden getroffen
door hoogere, noch door andere rechten of heffingen dan die, waardoor worden getroffen
of zullen worden getroffen de gelijksoortige producten van de meestbegunstigde natie.
De natuurlijke en vervaardigde producten, afkomstig of herkomstig uit een der beide
landen zullen, bij hun uitvoer naar het gebied van het andere, niet worden getroffen
door hoogere, noch door andere rechten of heffingen dan die, waardoor worden of zullen
worden getroffen de gelijksoortige producten bij hun uitvoer naar het gebied van de
meestbegunstigde natie.
Elk geschil betreffende de uitlegging, de toepassing of de uitvoering van dit verdrag,
dat niet langs den diplomatieken weg tusschen de Hooge Verdragsluitende Partijen is
kunnen worden opgelost, zal worden onderworpen aan het Permanente Hof van Internationale
Justitie.
De bepalingen van dit verdrag zijn eveneens van toepassing op Nederlandsch-Indië,
Suriname en Curaçao.
Dit verdrag zal worden bekrachtigd en de bekrachtigingsoorkonden zullen zoo spoedig
mogelijk worden uitgewisseld te Port-au-Prince. Het zal in werking treden op den vijftienden
dag na de uitwisseling van de bekrachtigingsoorkonden. Het zal kunnen worden opgezegd
door elk der Hooge Verdragsluitende Partijen, mits daarvan een jaar te voren worde
kennis gegeven.
Ter oorkonde waarvan de Gevolmachtigden dit verdrag hebben onderteekend en van hunne
zegels voorzien.