Verdrag strekkende tot hernieuwing van het op 12 maart 1933 te Sana'a gesloten Verdrag van vriendschap tussen Nederland en Jemen, Sana'a, 12-04-1939

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 04-04-1950 t/m heden

Verdrag strekkende tot hernieuwing van het op 12 maart 1933 te Sana'a gesloten Verdrag van vriendschap tussen Nederland en Jemen

Authentiek : NL

Verdrag strekkende tot hernieuwing van het op 12 Maart 1933 te San'â' gesloten verdrag van Vriendschap tusschen Jemen en Nederland.

Zijne Majesteit de Koning van Jemen IMAAM JAHJA BIN AL IMAAM MOHAMMAD BIN JAHJA HAMIED AD-DIEN

en

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden

Overwegende, dat het wenschelijk is de hernieuwing te bevorderen van het verdrag van vriendschap tusschen Jemen en Nederland, gesloten te San 'â' op 12 Maart 1933, met overeenkomstige bepalingen en voor denzelfden tijd als vermeld in artikel vijf daarvan,

Hebben besloten opnieuw een verdrag van vriendschap in dien zin te sluiten,

En hebben daartoe tot Hunne gevolmachtigden benoemd:

Zijne Majesteit de Koning van Jemen QADHI MOHAMMAD RAGHIB BIN RAFIEK, Minister van Buitenlandsche Zaken van Jemen,

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden den Heer C. ADRIAANSE, Zaakgelastigde te Djeddah,

Welke in onderlinge overeenstemming de navolgende artikelen hebben opgesteld:

Artikel Een

Tusschen het Koninkrijk Jemen en het Koninkrijk der Nederlanden, zoomede tusschen de onderdanen van Beide Partijen, zullen onschendbare vrede en zuivere vriendschap heerschen.

Artikel Twee

Beide Hooge Verdragsluitende Partijen zullen diplomatieke en consulaire betrekkingen tusschen elkander instellen op het tijdstip, dat Zij daartoe zullen bepalen.

De diplomatieke en consulaire vertegenwoordigers van de Eene Partij zullen alsdan in het gebied der Andere Partij eene behandeling genieten op den voet der internationaal te dezen geldende beginselen.

Artikel Drie

De onderdanen van elk der Beide Hooge Verdragsluitende Partijen, die handel wenschen te drijven in het gebied der Andere Partij, zullen onderworpen zijn aan de plaatselijke verordeningen en wetten, zullende zij in alle opzichten dezelfde behandeling genieten als de onderdanen der meestbegunstigde natie.

Ook de schepen van elk der Beide Verdragsluitende Partijen en derzelver ladingen zullen in de havens der Andere Partij in ieder opzicht dezelfde behandeling genieten als de schepen der meestbegunstigde natie en derzelver ladingen.

Artikel Vier

De voortbrengselen van den bodem en de nijverheidsproducten van de Eene Verdragsluitende Partij zullen bij hun invoer in het gebied van de Andere Partij, voor wat betreft de invoerrechten en alle bijkomstige rechten en de wijze van heffing, behandeld worden als die der meestbegunstigde natie.

Desgelijks zullen, bij uitvoer van voortbrengselen van den bodem en van nijverheidsproducten uit het gebied van de Eene Verdragsluitende Partij met bestemming naar het gebied, van de Andere Partij, voor wat betreft de uitvoerrechten en alle bijkomstige rechten en de wijze van heffing, deze goederen behandeld worden als voortbrengselen van den bodem en nijverheidsproducten, bestemd voor het meestbegunstigde derde land.

Artikel Vijf

Dit verdrag is in tweevoud in de Arabische en Nederlandsche talen opgemaakt.

In geval van twijfel omtrent de uitlegging van eenige bepaling van dit verdrag zullen Beide Partijen zich uitsluitend bedienen van den Arabischen tekst van dit verdrag.

Daar de deelen van het Koninkrijk der Nederlanden buiten Europa wetten en verordeningen hebben, welke op sommige punten afwijken van de voor het Rijk in Europa geldende, is tusschen Beide Verdragsluitende Partijen overeengekomen, dat dit verdrag, wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, slechts van toepassing zal zijn op het in Europa gelegen deel van dat Rijk.

De bekrachtiging en de uitwisseling der akten van bekrachtiging zullen zoo spoedig mogelijk plaats hebben.

Het verdrag zal in werking treden dadelijk nà de uitwisseling der akten van bekrachtiging.

Het is gesloten voor den duur van vijf jaren, te rekenen van het tijdstip, waarop de akten van bekrachtiging zullen zijn uitgewisseld.

Het zal worden geacht telkens stilzwijgend voor eene nieuwe periode van vijf jaren verlengd te zijn, zoolang niet Een der Beide Partijen, minstens zes maanden vóór afloop van zulk eene periode van vijf jaren, aan de Andere Partij Haren wensch heeft te kennen gegeven het verdrag buiten werking te stellen. Wanneer zulk eene kennisgeving is geschied, zal het verdrag ophouden van kracht te zijn aan het einde der periode van vijf jaren, gedurende en minstens zes maanden vóór afloop van welke de bedoelde kennisgeving plaats had.

Artikel Zes

Met het in werking treden van dit verdrag zal het op 12 Maart 1933 te San'â' gesloten verdrag van vriendschap tusschen Jemen en Nederland ophouden van kracht te zijn.

Ter oorkonde waarvan de genoemde gevolmachtigden dit verdrag hebben onderteekend en het van hunne zegels voorzien.

Gedaan te San'â', Jemen, op 22 Safar 1358, overeenkomend met 12 April 1939.

Naar boven