De Regeringen van de Bondsrepubliek Duitsland, de Republiek Oostenrijk, het Koninkrijk
België, het Koninkrijk Denemarken, Spanje, de Franse Republiek, de Italiaanse Republiek,
het Groothertogdom Luxemburg, het Koninkrijk Noorwegen, het Koninkrijk der Nederlanden,
de Portugese Republiek, Zweden en de Federale Volksrepubliek Zuidslavië,
enerzijds,
en de Regering van de Zwitserse Bondsstaat,
anderzijds,
die het Verdrag nopens de oprichting van de Europese Maatschappij tot financiering van spoorwegmaterieel (hierna te noemen „het Verdrag”) hebben ondertekend,
gelet op artikel 7, lid c), van genoemd Verdrag;
vaststellende, dat de Statuten van de Europese Maatschappij tot financiering van spoorwegmaterieel
(hierna te noemen „de Maatschappij”), welke gevoegd zijn bij het Verdrag, bepalen,
dat de Maatschappij te Bazel (Zwitserland) zal worden gevestigd;
vaststellende, dat de Regering van Zwitserland bereid is met het oog op de oprichting
en de werkzaamheid van de Maatschappij bijzondere voordelen op belastinggebied toe
te kennen;