Overeenkomst tot tweede wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden [...] voor de eerste maal gewijzigd te Luxemburg op 25 juni 2005, Ouagadougou, 22-06-2010

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-04-2017 t/m heden

Overeenkomst tot tweede wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribische gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 en voor de eerste maal gewijzigd te Luxemburg op 25 juni 2005

Authentiek : NL

Overeenkomst tot tweede wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribische Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000 en voor de eerste maal gewijzigd te Luxemburg op 25 juni 2005

Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

de President van de Republiek Bulgarije,

de President van de Tsjechische Republiek,

Hare Majesteit de Koningin van Denemarken,

de President van de Bondsrepubliek Duitsland,

de President van de Republiek Estland,

de President van Ierland,

de President van de Helleense Republiek,

Zijne Majesteit de Koning van Spanje,

de President van de Franse Republiek,

de President van de Italiaanse Republiek,

de President van de Republiek Cyprus,

de President van de Republiek Letland,

de President van de Republiek Litouwen,

Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg,

de President van de Republiek Hongarije,

de President van de Republiek Malta,

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

de Federale President van de Republiek Oostenrijk,

de President van de Republiek Polen,

de President van de Portugese Republiek,

de President van Roemenië,

de President van de Republiek Slovenië,

de President van de Slowaakse Republiek,

de President van de Republiek Finland,

de Regering van het Koninkrijk Zweden,

Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna „de lidstaten” genoemd,

en

de Europese Unie, hierna „de Unie” of „de EU” genoemd,

enerzijds, en

de President van de Republiek Angola,

Hare Majesteit de Koningin van Antigua en Barbuda,

het Staatshoofd van het Gemenebest van de Bahama's,

het Staatshoofd van Barbados,

Hare Majesteit de Koningin van Belize,

de President van de Republiek Benin,

de President van de Republiek Botswana,

de President van Burkina Faso,

de President van de Republiek Burundi,

de President van de Republiek Kameroen,

de President van de Republiek Kaapverdië,

de President van de Centraal-Afrikaanse Republiek,

de President van de Unie der Comoren,

de President van de Democratische Republiek Congo,

de President van de Republiek Congo,

de Regering van de Cookeilanden,

de President van de Republiek Ivoorkust,

de President van de Republiek Djibouti,

de Regering van het Gemenebest Dominica,

de President van de Dominicaanse Republiek,

de President van de Staat Eritrea,

de President van de Federale Democratische Republiek Ethiopië,

de President van de Republiek Fiji-Eilanden,

de President van de Republiek Gabon,

de President en het Staatshoofd van de Republiek Gambia,

de President van de Republiek Ghana,

Hare Majesteit de Koningin van Grenada,

de President van de Republiek Guinee,

de President van de Republiek Guinee-Bissau,

de President van de Coöperatieve Republiek Guyana,

de President van de Republiek Haïti,

het Staatshoofd van Jamaica,

de President van de Republiek Kenia,

de President van de Republiek Kiribati,

Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Lesotho,

de President van de Republiek Liberia,

de President van de Republiek Madagaskar,

de President van de Republiek Malawi,

de President van de Republiek Mali,

de Regering van de Republiek der Marshalleilanden,

de President van de Islamitische Republiek Mauritanië,

de President van de Republiek Mauritius,

de Regering van de Federale Staten van Micronesia,

de President van de Republiek Mozambique,

de President van de Republiek Namibië,

de Regering van de Republiek Nauru,

de President van de Republiek Niger,

de President van de Federale Republiek Nigeria,

de Regering van Niue,

de Regering van de Republiek Palau,

Hare Majesteit de Koningin van de Onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea,

de President van de Republiek Rwanda,

Hare Majesteit de Koningin van Saint Kitts en Nevis,

Hare Majesteit de Koningin van Saint Lucia,

Hare Majesteit de Koningin van Saint Vincent en de Grenadines,

het Staatshoofd van de Onafhankelijke Staat Samoa,

de President van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe,

de President van de Republiek Senegal,

de President van de Republiek der Seychellen,

de President van de Republiek Sierra Leone,

Hare Majesteit de Koningin van de Salomonseilanden,

de President van de Republiek Zuid-Afrika,

de President van de Republiek Suriname,

Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Swaziland,

de President van de Verenigde Republiek Tanzania,

de President van de Republiek Tsjaad,

de President van de Democratische Republiek Oost-Timor,

de President van de Republiek Togo,

Zijne Majesteit de Koning van Tonga,

de President van de Republiek Trinidad en Tobago,

Hare Majesteit de Koningin van Tuvalu,

de President van de Republiek Uganda,

de Regering van de Republiek Vanuatu,

de President van de Republiek Zambia,

de Regering van de Republiek Zimbabwe,

wier staten hierna „ACS-Staten” worden genoemd,

anderzijds,

Gelet op het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, enerzijds, en de Overeenkomst van Georgetown tot oprichting van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan (ACP), anderzijds,

Gelet op de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000, zoals gewijzigd te Luxemburg op 25 juni 2005 (hierna „de Overeenkomst van Cotonou” genoemd),

Overwegende dat in artikel 95, lid 1, van de Overeenkomst van Cotonou is bepaald dat deze wordt gesloten voor een periode van twintig jaar, die aanvangt op 1 maart 2000,

Overwegende dat de Overeenkomst tot eerste wijziging van de Overeenkomst van Cotonou op 25 juni 2005 in Luxemburg is ondertekend en op 1 juli 2008 in werking is getreden,

Hebben besloten de overeenkomst tot tweede wijziging van de Overeenkomst van Cotonou te ondertekenen en hebben te dien einde als hun gevolmachtigden aangewezen:

Voor Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

Adrien Theatre

ambassadeur in Burkina Faso

Voor de President van de Republiek Bulgarije,

Milen Luytskanov

viceminister van Buitenlandse Zaken

Voor de President van de Tsjechische Republiek,

Miloslav Machálek

ambassadeur in Burkina Faso

Voor Hare Majesteit de Koningin van Denemarken,

Ulla Næsby Tawiah

zaakgelastigde a.i. in Burkina Faso

Voor de President van de Bondsrepubliek Duitsland,

Ulrich Hochschild

ambassadeur in Burkina Faso

Voor de President van de Republiek Estland,

Raul Mälk

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor de President van Ierland,

Kyle O’sullivan

ambassadeur in Nigeria

Voor de President van de Helleense Republiek,

Theodoros N. Sotiropoulos

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor Zijne Majesteit de Koning van Spanje,

Soraya Rodríguez Ramos

staatssecretaris van Internationale Samenwerking

Voor de President van de Franse Republiek,

François Goldblatt

ambassadeur in Burkina Faso

Voor de President van de Italiaanse Republiek,

Giancarlo Izzo

ambassadeur in Ivoorkust, Burkina Faso, Liberia, Niger, Sierra Leone

Voor de President van de Republiek Cyprus,

Charalambos Hadjisavvas

ambassadeur in Libië

Voor de President van de Republiek Letland,

Normunds Popens

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor de President van de Republiek Litouwen,

Rytis Martikonis

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg,

Christian Braun

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor de President van de Republiek Hongarije,

Gábor Iván

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor de President van de Republiek Malta,

Joseph Cassar

ambassadeur in de Portugese Republiek

Voor Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

Gerard Duijfjes

ambassadeur in Burkina Faso

Voor de Federale President van de Republiek Oostenrijk,

Gerhard Doujak

ambassadeur in de Republiek Senegal

Voor de President van de Republiek Polen,

Jan Tombinski

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor de President van de Portugese Republiek,

Maria Inês de Carvalho Rosa

vicevoorzitter van het Portugees Instituut voor Ontwikkelingshulp

Voor de President van Roemenië,

Mihnea Motoc

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor de President van de Republiek Slovenië,

Igor Senčar

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor de President van de Slowaakse Republiek,

Ivan Korčok

ambassadeur, permanent vertegenwoordiger bij de Europese Unie

Voor de President van de Republiek Finland,

Claus-Jerker Lindroos

adviseur

Voor de Regering van het Koninkrijk Zweden,

Klas Markensten

country director bij het Zweeds Bureau voor internationale ontwikkelingssamenwerking (Sida)

Voor Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

Nicolas Westcott

hoge commissaris in Accra

Voor de Europese Unie,

Soraya Rodríguez Ramos

staatssecretaris van Internationale Samenwerking van het Koninkrijk Spanje

fungerend voorzitter van de Raad van de Europese Unie

Andris Piebalgs

lid van de Europese Commissie, bevoegd voor ontwikkeling

Voor de President van de Republiek Angola,

Ana Afonso Dias Lourenço

minister van Planning

Voor Hare Majesteit de Koningin van Antigua en Barbuda,

Carl B.W. Roberts

hoge commissaris

Voor het Staatshoofd van het Gemenebest van de Bahama’s,

Paul Farquharson

hoge commissaris

Voor het Staatshoofd van Barbados,

Maxine Mcclean

minister van Buitenlandse Zaken en Buitenlandse Handel

Voor Hare Majesteit de Koningin van Belize,

Audrey Joy Grant

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Benin,

Christine A. I. Nougbodé Ouinsavi

minister van Handel

Voor de President van de Republiek Botswana,

Phandu Tombola Chaha Skelemani

minister van Buitenlandse Zaken en Internationale Samenwerking

Voor de President van Burkina Faso,

Lucien Marie Noël Bembamba

minister van Economische Zaken en Financiën

Voor de President van de Republiek Burundi,

Joseph Ndayikeza

kabinetschef bij het Ministerie van Financiën

Voor de President van de republiek Kameroen,

Luc Magloire Mbarga Atangana

minister van Handel

Voor de President van de Republiek Kaapverdië,

Maria De Jesus Veiga Miranda Mascarenhas

ambassadeur

Voor de President van de Centraal-Afrikaanse Republiek,

Abel Sabono

zaakgelastigde

Voor de President van de Unie der Comoren,

Sultan Chouzour

ambassadeur

Voor de President van de Democratische Republiek Congo,

Joas Mbitso Ngedza

viceminister van Financiën

Voor de President van de Republiek Congo,

Pierre Moussa

minister van Staat, coördinator economisch beleid, bevoegd voor Economische Zaken, Planning, Ruimtelijke Ordening en Integratie

Voor de Regering van de Cookeilanden,

Wilkie Rasmussen

minister van Financiën en Economisch Bestuur

Voor de President van de Republiek Ivoorkust,

Jean-Marie Kacou Gervais

minister van Buitenlandse Zaken en Afrikaanse Integratie

Voor de President van de Republiek Djibouti,

Mohamed Moussa Chehem

ambassadeur

Voor de Regering van het Gemenebest Dominica,

Shirley Skerritt-Andrew

ambassadeur

Voor de President van de Dominicaanse Republiek,

Domingo Jiménez

staatssecretaris, nationaal ordonnateur van het EOF

Voor de President van de Staat Eritrea,

Girma Asmerom Tesfay

ambassadeur

Voor de President van de Federale Democratische Republiek Ethiopië,

Ahmed Shide

minister van staat, bevoegd voor Financiën en Economische Ontwikkeling

Voor de President van de Republiek Fiji-Eilanden,

Peceli Vuniwaqa Vocea

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Gabon,

Paul Bunduku-Latha

onderminister, toegevoegd aan de minister van Economische Zaken, Handel, Industrie en Toerisme

Voor de President en het Staatshoofd van de Republiek Gambia,

Mamour A. Jagne

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Ghana,

Kwabena Duffuor

minister van Financiën en Economische Planning

Voor Hare Majesteit de Koningin van Grenada,

Stephen Fletcher

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Guinee,

Bakary Fofana

minister van staat, bevoegd voor Buitenlandse Zaken, Afrikaanse Integratie en de Franstalige Wereld

Voor de President van de Republiek Guinee-Bissau,

Adelino Mano Queta

minister van Buitenlandse Zaken

Voor de President van de Coöperatieve Republiek Guyana,

Carolyn Rodrigues-Birkett

minister van Buitenlandse Zaken

Voor de President van de Republiek Haïti,

Price Pady

nationaal ordonnateur van het EOF

Voor het Staatshoofd van Jamaica,

Marcia Yvette Gilbert-Roberts

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Kenia,

Wycliffe Ambetsa Oparanyah

minister van staat, bevoegd voor Planning, Nationale Ontwikkeling en Visie 2030

Voor de President van de Republiek Kiribati,

Karl Koch

honorair consul

Voor Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Lesotho,

Mamoruti A. Tiheli

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Liberia,

Comfort Swengbe

zaakgelastigde

Voor de President van de Republiek Madagaskar,

Solofo Andrianjatovo Razafitrimo

secretaris-generaal van het Ministerie van Buitenlandse Zaken

Voor de President van de Republiek Malawi,

Brave Rona Ndisale

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Mali,

Moctar Ouane

minister van Buitenlandse Zaken en Internationale Samenwerking

Voor de Regering van de Republiek der Marshalleilanden,

Fabian S. Nimea

directeur van het Bureau voor Statistiek, Begroting, Overzeese Ontwikkeling, en Administratie van de Associatieverdragen, Federale Staten van Micronesia

Voor de President van de Islamitische Republiek Mauritanië,

Mohamed Abdellahi Ould Oudaâ

minister van Industrie en Mijnwezen

Voor de President van de Republiek Mauritius,

Arvin Boolell

minister van Buitenlandse Zaken

Voor de Regering van de Federale Staten van Micronesia,

Fabian S. Nimea

directeur van het Bureau voor Statistiek, Begroting, Overzeese Ontwikkeling, en Administratie van de Associatieverdragen, Federale Staten van Micronesia

Voor de President van de Republiek Mozambique,

Henrique Banze

viceminister van Buitenlandse Zaken en Samenwerking

Voor de President van de Republiek Namibië,

Hanno Burkhard Rumpf

ambassadeur

Voor de Regering van de Republiek Nauru,

Karl Koch

honorair consul

Voor de President van de Republiek Niger,

Mamane Malam Annou

minister van Economische Zaken en Financiën

Voor de President van de Federale Republiek Nigeria,

Sylvester Monye

secretaris, Nationale Plancommissie

Voor de regering van Niue,

Fabian S. Nimea

directeur van het Bureau voor Statistiek, Begroting, Overzeese Ontwikkeling, en Administratie van de Associatieverdragen, Federale Staten van Micronesia

Voor de Regering van de Republiek Palau,

Faustina Rehuher-Marugg

minister van Gemeenschaps- en Culturele Aangelegenheden

Voor Hare Majesteit de Koningin van de Onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea,

Peter Pulkiye Maginde

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Rwanda,

Gérard Ntwari

ambassadeur

Voor Hare Majesteit de Koningin van Saint Kitts en Nevis,

Shirley Skerritt-Andrew

ambassadeur

Voor Hare Majesteit de Koningin van Saint Lucia,

Shirley Skerritt-Andrew

ambassadeur

Voor Hare Majesteit de Koningin van Saint Vincent en de Grenadines,

Shirley Skerritt-Andrew

ambassadeur

Voor het Staatshoofd van de Onafhankelijke Staat Samoa,

Hans Joachim Keil

onderminister van Handel, Industrie en Arbeid

Voor de President van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe,

Carlos Gustavo Dos Anjos

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Senegal,

Abdoulaye Diop

minister van staat, bevoegd voor Economische Zaken en Financiën

Voor de President van de Republiek der Seychellen,

Vivianne Fock Tave

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Sierra Leone,

Richard Konteh

viceminister van Financiën en Economische Ontwikkeling

Voor Hare Majesteit de Koningin van de Salomonseilanden,

Steve Williams Abana

minister van Planning en Coördinatie van de Hulp

Voor de President van de Republiek Zuid-Afrika,

Maite Nkoana-Mashabane,

minister van Internationale Betrekkingen en Samenwerking

Voor de President van de Republiek Suriname,

Gerhard Otmar Hiwat

ambassadeur

Voor Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Swaziland,

Joel M. Nhleko

ambassadeur

Voor de President van de Verenigde Republiek Tanzania,

Simon Uforosia Mlay

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Tsjaad,

Ahmat Awad Sakine

ambassadeur

Voor de President van de Democratische Republiek Oost-Timor,

Zacarias Albano da Costa

minister van Buitenlandse Zaken

Voor de President van de Republiek Togo,

Dede Ahoefa Ekoue

minister toegevoegd aan de president van de Republiek, belast met Planning, Ontwikkeling en Ruimtelijke Ordening

Voor Zijne Majesteit de Koning van Tonga,

Sione Ngongo Kioa

ambassadeur

Voor de President van de Republiek Trinidad en Tobago,

Margaret King-Rousseau

ambassadeur

Voor Hare Majesteit de Koningin van Tuvalu,

Lotoala Metia

minister van Financiën, Economische Planning en Industrie

Voor de President van de Republiek Uganda,

Fred Jocham Omach

minister van staat, bevoegd voor Financiën

Voor de Regering van de Republiek Vanuatu,

Joe Natuman

minister van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Telecommunicatie

Voor de President van de Republiek Zambia,

Lwipa Puma

viceminister van Handel en Industrie

Voor de Regering van de Republiek Zimbabwe,

Michael C. Bimha

viceminister van Industrie en Handel

Die, na overlegging van hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten,

Als volgt zijn overeengekomen:

Enig Artikel

[Red: Wijzigt de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van Staten in Afrika, het Caribisch Gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar Lidstaten, anderzijds; Cotonou, 23 juni 2000.]

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Overeenkomst hebben geplaatst.

Slotakte

De gevolmachtigden van:

Zijne Majesteit de Koning der Belgen,

de President van de Republiek Bulgarije,

de President van de Tsjechische Republiek,

Hare Majesteit de Koningin van Denemarken,

de President van de Bondsrepubliek Duitsland,

de President van de Republiek Estland,

de President van Ierland,

de President van de Helleense Republiek,

Zijne Majesteit de Koning van Spanje,

de President van de Franse Republiek,

de President van de Italiaanse Republiek,

de President van de Republiek Cyprus,

de President van de Republiek Letland,

de President van de Republiek Litouwen,

Zijne Koninklijke Hoogheid de Groothertog van Luxemburg,

de President van de Republiek Hongarije,

de President van Malta,

Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden,

de Federale President van de Republiek Oostenrijk,

de President van de Republiek Polen,

de President van de Portugese Republiek,

de President van Roemenië,

de President van de Republiek Slovenië,

de President van de Slowaakse Republiek,

de President van de Republiek Finland,

de Regering van het Koninkrijk Zweden,

Hare Majesteit de Koningin van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

partijen bij het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, hierna „de lidstaten” genoemd,

en de Europese Unie, hierna „de Unie” of „de EU” genoemd,

enerzijds, en

de gevolmachtigden van:

de President van de Republiek Angola,

Hare Majesteit de Koningin van Antigua en Barbuda,

het Staatshoofd van het Gemenebest van de Bahama’s,

het Staatshoofd van Barbados,

Hare Majesteit de Koningin van Belize,

de President van de Republiek Benin,

de President van de Republiek Botswana,

de President van Burkina Faso,

de President van de Republiek Burundi,

de President van de Republiek Kameroen,

de President van de Republiek Kaapverdië,

de President van de Centraal-Afrikaanse Republiek,

de President van de Unie der Comoren,

de President van de Democratische Republiek Congo,

de President van de Republiek Congo,

de Regering van de Cookeilanden,

de President van de Republiek Ivoorkust,

de President van de Republiek Djibouti,

de Regering van het Gemenebest Dominica,

de President van de Dominicaanse Republiek,

de President van de Staat Eritrea,

de President van de Federale Democratische Republiek Ethiopië,

de President van de Republiek Fiji-Eilanden,

de President van de Republiek Gabon,

de President en het Staatshoofd van de Republiek Gambia,

de President van de Republiek Ghana,

Hare Majesteit de Koningin van Grenada,

de President van de Republiek Guinee,

de President van de Republiek Guinee-Bissau,

de President van de Coöperatieve Republiek Guyana,

de President van de Republiek Haïti,

het Staatshoofd van Jamaica,

de President van de Republiek Kenia,

de President van de Republiek Kiribati,

Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Lesotho,

de President van de Republiek Liberia,

de President van de Republiek Madagaskar,

de President van de Republiek Malawi,

de President van de Republiek Mali,

de Regering van de Republiek der Marshalleilanden,

de President van de Islamitische Republiek Mauritanië,

de President van de Republiek Mauritius,

de Regering van de Federale Staten van Micronesia,

de President van de Republiek Mozambique,

de President van de Republiek Namibië,

de Regering van de Republiek Nauru,

de President van de Republiek Niger,

de President van de Federale Republiek Nigeria,

de Regering van Niue,

de Regering van de Republiek Palau,

Hare Majesteit de Koningin van de onafhankelijke Staat Papoea-Nieuw-Guinea,

de President van de Republiek Rwanda,

Hare Majesteit de Koningin van Saint Kitts en Nevis,

Hare Majesteit de Koningin van Saint Lucia,

Hare Majesteit de Koningin van Saint Vincent en de Grenadines,

het Staatshoofd van de onafhankelijke Staat Samoa,

de President van de Democratische Republiek São Tomé en Príncipe,

de President van de Republiek Senegal,

de President van de Republiek der Seychellen,

de President van de Republiek Sierra Leone,

Hare Majesteit de Koningin van de Salomonseilanden,

de President van de Republiek Zuid-Afrika,

de President van de Republiek Suriname,

Zijne Majesteit de Koning van het Koninkrijk Swaziland,

de President van de Verenigde Republiek Tanzania,

de President van de Republiek Tsjaad,

de President van de Democratische Republiek Oost-Timor,

de President van de Republiek Togo,

Zijne Majesteit de Koning van Tonga,

de President van de Republiek Trinidad en Tobago,

Hare Majesteit de Koningin van Tuvalu,

de President van de Republiek Uganda,

de Regering van de Republiek Vanuatu,

de President van de Republiek Zambia,

de Regering van de Republiek Zimbabwe,

wier staten hierna „ACS-staten” worden genoemd,

anderzijds,

op de tweeëntwintigste dag van juni in het jaar tweeduizend tien bijeengekomen te Ouagadougou voor de ondertekening van de Overeenkomst tot tweede wijziging van de Partnerschapsovereenkomst tussen de leden van de groep van staten in Afrika, het Caribisch gebied en de Stille Oceaan, enerzijds, en de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, anderzijds, ondertekend te Cotonou op 23 juni 2000, en voor de eerste maal gewijzigd te Luxemburg op 25 juni 2005,

hebben bij de ondertekening van deze overeenkomst hun goedkeuring gehecht aan de volgende aan deze Slotakte gehechte verklaringen:

Verklaring I

Gemeenschappelijke Verklaring over steun voor markttoegang in het kader van het EG-ACS-Partnerschap

   

Verklaring II

Gemeenschappelijke verklaring betreffende migratie en ontwikkeling (artikel 13)

   

Verklaring III

Verklaring van de Europese Unie betreffende institutionele wijzigingen naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon

   

De partijen hebben voorts overeenstemming bereikt om de volgende bestaande verklaringen naar aanleiding van de schrapping van bijlage V als achterhaald te beschouwen:

   

Verklaring XXII

Gemeenschappelijke Verklaring over de in artikel 1, lid 2, onder a), van bijlage V bedoelde landbouwproducten

   

Verklaring XXIII

Gemeenschappelijke Verklaring over toegang tot de markt in het kader van het EG-ACS-Partnerschap

   

Verklaring XXIV:

Gemeenschappelijke Verklaring over rijst

   

Verklaring XXV:

Gemeenschappelijke Verklaring over rum

   

Verklaring XXVI:

Gemeenschappelijke Verklaring over rund- en kalfsvlees

   

Verklaring XXVII:

Gemeenschappelijke Verklaring over de regelingen betreffende de toegang van de in artikel 1, lid 2, van bijlage V genoemde producten uit de ACS-Staten tot de markten van de Franse overzeese departementen

   

Verklaring XXIX

Gemeenschappelijke Verklaring over producten waarop het gemeenschappelijke landbouwbeleid van toepassing is

   

Verklaring XXX

Verklaring van de ACS-Staten over artikel 1 van bijlage V

   

Verklaring XXXI

Verklaring van de Gemeenschap over artikel 5, lid 2, onder a), van bijlage V

   

Verklaring XXXII

Gemeenschappelijke Verklaring over non-discriminatie

   

Verklaring XXXIII

Verklaring van de Gemeenschap over artikel 8, lid 3, van bijlage V

   

Verklaring XXXIV

Gemeenschappelijke Verklaring over artikel 12 van bijlage V

   

Verklaring XXXV

Gemeenschappelijke Verklaring over Protocol 1 van bijlage V

   

Verklaring XXXVI

Gemeenschappelijke Verklaring over Protocol 1 bij bijlage V

   

Verklaring XXXVII

Gemeenschappelijke Verklaring over Protocol 1 van bijlage V inzake de oorsprong van visserijproducten

   

Verklaring XXXVIII

Verklaring van de Gemeenschap over Protocol 1 van bijlage V inzake de reikwijdte van territoriale wateren

   

Verklaring XXXIX

Verklaring van de ACS-Staten over Protocol 1 bij bijlage V inzake de oorsprong van visserijproducten

   

Verklaring XL

Gemeenschappelijke Verklaring over de toepassing van de afwijkende waarderegel voor tonijn

   

Verklaring XLI

Gemeenschappelijke Verklaring over artikel 6, lid 11, van Protocol 1 bij bijlage V

   

Verklaring XLII

Gemeenschappelijke Verklaring over de oorsprongsregels: cumulatie met Zuid-Afrika

   

Verklaring XLIII

Gemeenschappelijke Verklaring over bijlage 2 bij Protocol 1 bij bijlage V

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende gevolmachtigden hun handtekening onder deze Overeenkomst hebben geplaatst.

Verklaring I. Gemeenschappelijke verklaring over steun voor Markttoegang in het kader van het EG-ACS-Partnerschap

De partijen erkennen de aanzienlijke waarde voor de ACS-economieën van preferentiële voorwaarden voor markttoegang, met name voor de grondstoffensector en de agro-industriële sector, die cruciaal zijn voor de economische en sociale ontwikkeling van de ACS-staten en een grote bijdrage leveren aan de werkgelegenheid, de exportopbrengsten en de overheidsinkomsten.

De partijen erkennen dat enkele sectoren met steun van de EU een omschakelingsproces hebben doorgemaakt, dat erop gericht is ACS-exporteurs in staat te stellen in de EU en op internationale markten te concurreren, onder andere door de ontwikkeling van merkproducten en andere producten met een toegevoegde waarde.

De partijen erkennen tevens dat aanvullende steun noodzakelijk kan zijn wanneer sterkere liberalisering van het handelsverkeer de voorwaarden voor markttoegang voor ACS-producenten nog ingrijpender wijzigt. De partijen komen derhalve overeen alle nodige maatregelen te onderzoeken om de concurrentiepositie van de ACS-staten op de EU-markt in stand te houden. Dit onderzoek kan onder meer betrekking hebben op oorsprongsregels, sanitaire en fytosanitaire maatregelen en de toepassing van bijzondere maatregelen om aanbodproblemen in de ACS-staten aan te pakken. Het onderzoek heeft tot doel de ACS-staten in staat te stellen te profiteren van hun bestaande en potentiële comparatieve voordeel op de EU-markt.

Bij het ontwikkelen van bijstandsprogramma’s en het verstrekken van middelen zullen de partijen periodieke evaluaties uitvoeren om de voortgang en de bereikte resultaten te beoordelen en passende aanvullende maatregelen vast te stellen.

Het Gemengde Ministeriële Handelscomité houdt toezicht op de tenuitvoerlegging van deze verklaring en zal de nodige verslagen uitbrengen en aanbevelingen doen aan de Raad van Ministers.

Verklaring II. Gemeenschappelijke verklaring over migratie en ontwikkeling (artikel 13)

De partijen komen overeen hun dialoog en hun samenwerking op het gebied van migratie te versterken en te verdiepen op basis van de hierna genoemde drie themagroepen, die de pijlers vormen van een brede en evenwichtige benadering van migratie:

  • 1. Migratie en ontwikkeling, met inbegrip van vraagstukken betreffende diasporagroepen, braindrain en overmakingen;

  • 2. Legale migratie, met inbegrip van toelating, mobiliteit en verkeer van vaardigheden en diensten; en

  • 3. Illegale migratie, met inbegrip van mensensmokkel en mensenhandel en grensbeheer, alsmede overname.

    Onverminderd het huidige artikel 13 verbinden de partijen zich ertoe deze versterkte samenwerking op het gebied van migratie nader uit te werken.

    Zij komen voorts overeen te streven naar tijdige afronding van deze dialoog en over de voortgang verslag uit te brengen aan de volgende vergadering van de ACS-EG-Raad.

Verklaring III. Verklaring van de Europese Unie betreffende de institutionele wijzigingen naar aanleiding van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon

Door de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon op 1 december 2009, is de Europese Unie in de plaats getreden van de Europese Gemeenschap, waarvan zij de opvolgster is; vanaf die datum oefent de Europese Unie alle rechten van de Europese Gemeenschap uit en treedt zij in alle verplichtingen van de Europese Gemeenschap. Derhalve dienen alle verwijzingen in de tekst van de overeenkomst naar „de Europese Gemeenschap” waar passend gelezen te worden als „de Europese Unie”.

De Europese Unie zal de ACS-staten een voorstel van briefwisseling voorleggen teneinde de Overeenkomst in overeenstemming te brengen met de institutionele wijzigingen in de Europese Unie die het gevolg zijn van de inwerkingtreding van het Verdrag van Lissabon.

Naar boven