Het Koninkrijk der Nederlanden
en
Het Koninkrijk België
Hierna te noemen „de verdragsluitende partijen”;
Wensende een diepgaande samenwerking te ontwikkelen tussen de voor de sociale zekerheid
bevoegde autoriteiten en organen, voornamelijk met het oog op een betere toepassing
en nadere uitwerking van de communautaire regels, meer in het bijzonder de bepalingen
van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie
van de socialezekerheidsstelsels;
Om het vrije verkeer en de rechten van de sociaal verzekerden te waarborgen, en de
houdbaarheid van de socialezekerheidsstelsels te verzekeren;
Wensende tevens nadere afspraken te maken met het oog op de rechtmatige uitvoering
van regelingen voor sociale bijstand en voor de wettelijke niet-contributieve inkomensgebonden
uitkeringen die aan behoeftige personen worden toegekend;
De wil hebbende de functionele samenwerking te versterken en uit te breiden;
Strevend naar een modernisering en een stroomlijning van de uitwisseling van gegevens,
gelet op de ontwikkeling van technologieën en databases in het kader van het beheer
van de sociale zekerheid;
De wens hebbende de risico’s op fraude en onjuistheden te voorkomen en zich ervan
te vergewissen dat de juiste personen de uitkeringen waarop ze daadwerkelijk recht
hebben, op het gepaste tijdstip ontvangen;
Hierbij steunend op een geïntegreerde aanpak gebaseerd op preventie, verificatie,
controle, inspectie en een correcte afhandeling;
Gebruik makend van de mogelijkheid geboden door de bepalingen van artikel 8, tweede
lid, van Verordening (EG) nr. 883/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de coördinatie
van de socialezekerheidsstelsels en van artikel 8, tweede lid, van Verordening (EG) nr. 987/2009 van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 tot vaststelling van
de wijze van toepassing van Verordening (EG) nr. 883/2004 betreffende de coördinatie van de socialezekerheidsstelsels, die bepalen dat twee
lidstaten van de Europese Unie onderling, voor zover daaraan behoefte bestaat, overeenkomsten
kunnen sluiten welke op de beginselen en de geest van deze Verordening berusten;
De wens hebbende bovendien de Resolutie 1999/C 125/01 van de Raad van de Europese
Unie en de vertegenwoordigers van de regeringen van de lidstaten, in het kader van
de Raad van 22 april 1999 bijeen. over een gedragscode ter verbetering van de samenwerking
tussen de autoriteiten van de lidstaten bij de bestrijding van grensoverschrijdende
uitkerings- en premiefraude in de sociale zekerheid en zwartwerk, en met betrekking
tot de grensoverschrijdende terbeschikkingstelling van werknemers, uit te voeren;
De wens hebbende om, met het oog op een effectievere invordering en een soepeler werking
van de coördinatieregels, de procedures inzake de wederzijdse bijstand tussen de organen
bij de invordering van schuldvorderingen op het gebied van de sociale zekerheid te
versterken. Effectieve invordering is tevens een middel om misbruik en fraude te voorkomen
en aan te pakken en een manier om de houdbaarheid van de socialezekerheidsregelingen
te verzekeren;
Gelet op Richtlijn 95/46/EG van het Europees Parlement en van de Raad van 24 oktober 1995 betreffende de bescherming
van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende
het vrije verkeer van die gegevens;