De Regering van de Franse Republiek, enerzijds, en de Regering van het Koninkrijk
der Nederlanden, anderzijds,
op verzoek van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden in verband met het tijdelijk
verblijf van contingenten van de Nederlandse Strijdkrachten in Frankrijk om aldaar
oefeningen te houden,
gezien hun wederzijdse verplichtingen in het kader van het Noordatlantisch Verdrag,
ondertekend te Washington op 4 april 1949,
zijn overeengekomen als volgt:
De Regering van de Franse Republiek is bereid ieder jaar contingenten van de Nederlandse
Strijdkrachten te ontvangen teneinde hen in de gelegenheid te stellen oefeningen te
houden.
Hiertoe stelt de Regering van de Franse Republiek ieder jaar het legerkamp „La Courtine”
gedurende een periode van 3½ maand, te rekenen van ongeveer 15 juli af, ter beschikking
van het Nederlandse leger.
Het gezag van de Franse Territoriaal Bevelhebber zal gedurende de aanwezigheid van
de Nederlandse Strijdkrachten over het legerkamp gehandhaafd blijven.
De Franse en de Nederlandse vlag worden er tezamen gehesen.
Gedurende hun verblijf in Frankrijk wordt in de behoeften van de Nederlandse Strijdkrachten
voorzien door de Franse diensten. De op die wijze verrichte diensten zullen in geen
geval rechtstreeks door de Nederlandse Strijdkrachten worden betaald. De hieruit voortvloeiende
kosten zullen worden voldaan door de Centrale Verbindingsmissie voor Bijstand aan
de Geallieerde Legers, die zich op haar beurt terugstorting door de Nederlandse Regering
laat verzekeren.
De oefeningen die door de Nederlandse Strijdkrachten gehouden worden, dienen in beginsel
binnen het legerkamp plaats te vinden.
Indien het verloop van de oefeningen zulks vereist, kunnen de troepenbewegingen en
oefeningen buiten het legerkamp plaatsvinden.
De rechtspositie van de Nederlandse Strijdkrachten en haar leden wordt tijdens hun
verblijf in Frankrijk beheerst door de bepalingen van het op 19 juni 1951 te Londen
ondertekende Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noordatlantische Verdrag.
De omvang van de Nederlandse Strijdkrachten die ieder jaar gelijktijdig in Frankrijk
mogen verblijven, bedraagt ongeveer 7000 manschappen en 1300 voertuigen en gevechtswagens,
die gedurende de oefeningen vervangen kunnen worden.
Bij wijze van deelneming aan de onderhouds- en bedrijfskosten van het legerkamp, enerzijds,
en aan de buitengewone onkosten door de Franse Regering gemaakt in verband met de
oefeningen van de Nederlandse Strijdkrachten op Frans grondgebied, anderzijds, betaalt
de Nederlandse Regering een vooruit vastgestelde bijdrage van 500 000 NF per jaar.
De Chef van de Generale Staf van het Nederlandse Leger en de Chef van de Centrale
Verbindingsmissie voor Bijstand aan de Geallieerde Legers treffen de ter uitvoering
van deze Overeenkomst noodzakelijke technische maatregelen.
Deze overeenkomst, die in werking zal treden op een tijdstip vast te stellen bij overeenkomst
tussen de beide Regeringen met inachtneming van de grondwettelijke bepalingen van
elke Overeenkomstsluitende Partij, zal voorlopig en voor een duur van ten hoogste
een jaar, te rekenen van de dag van de ondertekening af, worden toegepast.
Deze overeenkomst is geldig voor een duur van vijf jaar, te rekenen van het tijdstip
van haar ondertekening af. Tenzij zij twee jaar voor het tijdstip van haar beëindiging
is opgezegd, wordt zij beschouwd als stilzwijgend te zijn verlengd, met dien verstande
dat elk der Overeenkomstsluitende Partijen haar kan opzeggen met een termijn van twee
jaar.