Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] het verblijf van Nederlandse Strijdkrachten in Frankrijk, Parijs, 15-06-1960

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 15-03-1961 t/m heden

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek betreffende het verblijf van Nederlandse Strijdkrachten in Frankrijk

Authentiek : NL

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek betreffende het verblijf van Nederlandse Strijdkrachten in Frankrijk

De Regering van de Franse Republiek, enerzijds, en de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden, anderzijds,

op verzoek van de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden in verband met het tijdelijk verblijf van contingenten van de Nederlandse Strijdkrachten in Frankrijk om aldaar oefeningen te houden,

gezien hun wederzijdse verplichtingen in het kader van het Noordatlantisch Verdrag, ondertekend te Washington op 4 april 1949,

zijn overeengekomen als volgt:

Artikel I

De Regering van de Franse Republiek is bereid ieder jaar contingenten van de Nederlandse Strijdkrachten te ontvangen teneinde hen in de gelegenheid te stellen oefeningen te houden.

Artikel II

Hiertoe stelt de Regering van de Franse Republiek ieder jaar het legerkamp „La Courtine” gedurende een periode van 3½ maand, te rekenen van ongeveer 15 juli af, ter beschikking van het Nederlandse leger.

Artikel III

Het gezag van de Franse Territoriaal Bevelhebber zal gedurende de aanwezigheid van de Nederlandse Strijdkrachten over het legerkamp gehandhaafd blijven.

De Franse en de Nederlandse vlag worden er tezamen gehesen.

Artikel IV

Gedurende hun verblijf in Frankrijk wordt in de behoeften van de Nederlandse Strijdkrachten voorzien door de Franse diensten. De op die wijze verrichte diensten zullen in geen geval rechtstreeks door de Nederlandse Strijdkrachten worden betaald. De hieruit voortvloeiende kosten zullen worden voldaan door de Centrale Verbindingsmissie voor Bijstand aan de Geallieerde Legers, die zich op haar beurt terugstorting door de Nederlandse Regering laat verzekeren.

Artikel V

De oefeningen die door de Nederlandse Strijdkrachten gehouden worden, dienen in beginsel binnen het legerkamp plaats te vinden.

Indien het verloop van de oefeningen zulks vereist, kunnen de troepenbewegingen en oefeningen buiten het legerkamp plaatsvinden.

Artikel VI

De rechtspositie van de Nederlandse Strijdkrachten en haar leden wordt tijdens hun verblijf in Frankrijk beheerst door de bepalingen van het op 19 juni 1951 te Londen ondertekende Verdrag tussen de Staten die partij zijn bij het Noordatlantische Verdrag.

Artikel VII

De omvang van de Nederlandse Strijdkrachten die ieder jaar gelijktijdig in Frankrijk mogen verblijven, bedraagt ongeveer 7000 manschappen en 1300 voertuigen en gevechtswagens, die gedurende de oefeningen vervangen kunnen worden.

Artikel VIII

Bij wijze van deelneming aan de onderhouds- en bedrijfskosten van het legerkamp, enerzijds, en aan de buitengewone onkosten door de Franse Regering gemaakt in verband met de oefeningen van de Nederlandse Strijdkrachten op Frans grondgebied, anderzijds, betaalt de Nederlandse Regering een vooruit vastgestelde bijdrage van 500 000 NF per jaar.

Artikel IX

De Chef van de Generale Staf van het Nederlandse Leger en de Chef van de Centrale Verbindingsmissie voor Bijstand aan de Geallieerde Legers treffen de ter uitvoering van deze Overeenkomst noodzakelijke technische maatregelen.

Artikel X

Deze overeenkomst, die in werking zal treden op een tijdstip vast te stellen bij overeenkomst tussen de beide Regeringen met inachtneming van de grondwettelijke bepalingen van elke Overeenkomstsluitende Partij, zal voorlopig en voor een duur van ten hoogste een jaar, te rekenen van de dag van de ondertekening af, worden toegepast.

Deze overeenkomst is geldig voor een duur van vijf jaar, te rekenen van het tijdstip van haar ondertekening af. Tenzij zij twee jaar voor het tijdstip van haar beëindiging is opgezegd, wordt zij beschouwd als stilzwijgend te zijn verlengd, met dien verstande dat elk der Overeenkomstsluitende Partijen haar kan opzeggen met een termijn van twee jaar.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekende vertegenwoordigers, daartoe behoorlijk gemachtigd, deze Overeenkomst hebben ondertekend.

GEDAAN te Parijs, de 15e juni 1960, in tweevoud, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde de beide talen gelijkelijk authentiek.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden

(w.g.) J. W. BEYEN

Voor de Regering van de Franse Republiek

(w.g.) ERIC DE CARBONNEL

Naar boven