Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-01-2012]
-
1) de Douane-Overeenkomst, ondertekend te Londen op 5 september 1944, verduidelijkt en
uitgelegd overeenkomstig het te 's-Gravenhage op 14 maart 1947 ondertekende Protocol,
alsmede de daarmee verband houdende briefwisselingen, doch met uitzondering van het
bij het Protocol van 14 maart 1947 gevoegde tarief en van de Protocollen die dit tarief
hebben gewijzigd;
-
2) het Protocol van de te 's-Gravenhage op 17 en 18 april 1946 tussen Belgische, Luxemburgse
en Nederlandse Ministers gehouden besprekingen inzake de economische betrekkingen
tussen de drie landen;
-
3) het Protocol van de te Brussel op 2 en 3 mei 1947 tussen Belgische, Luxemburgse en
Nederlandse Ministers gehouden besprekingen betreffende de economische betrekkingen
tussen de drie landen;
-
4) het Protocol van de te Brussel op 9 mei 1947 tussen de Ministers van Landbouw van
België, Luxemburg en Nederland gehouden besprekingen betreffende landbouwvraagstukken;
-
5) het Protocol van de te Luxemburg op 29, 30 en 31 januari 1948 tussen Belgische, Luxemburgse
en Nederlandse Ministers gehouden besprekingen, met dien verstande dat de bij dat
Protocol ingestelde Technische Scheldecommissie haar functie blijft uitoefenen;
-
6) het Protocol van de op het „Chateau d'Ardenne” op 6, 7 en 8 juni 1948 tussen Belgische,
Luxemburgse en Nederlandse Ministers gehouden besprekingen;
-
7) het Protocol van de 5de vergadering van de Ministers van België, Luxemburg en Nederland,
gehouden te 's-Gravenhage op 10, 11, 12 en 13 maart 1949;
-
8) het Voor-Unie-Accoord tussen de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie en het Koninkrijk
der Nederlanden, ondertekend te Luxemburg op 15 oktober 1949, met het Protocol van
ondertekening, de bijbehorende Verklaring en de Bijlagen;
-
9) het Protocol, vastgesteld door de Regeringen van België, Luxemburg en Nederland tijdens
de te Luxemburg op 13, 14 en 15 oktober 1949 gehouden Ministeriële besprekingen;
-
10)
artikel 23 van het Verdrag tussen België, Luxemburg en Nederland tot unificatie van
accijnzen en van het waarborgrecht, ondertekend te 's-Gravenhage op 18 februari 1950, met dien verstande dat dit Verdrag,
tenzij de Hoge Verdragsluitende Partijen anders overeenkomen, dezelfde looptijd zal
hebben als het Unieverdrag;
-
11) het Protocol, vastgesteld door de Regeringen van België, Luxemburg en Nederland tijdens
de te Ostende op 29, 30 en 31 juli 1950 gehouden Ministeriële besprekingen;
-
12) het Protocol, vastgesteld door de Regeringen van België, Luxemburg en Nederland tijdens
de te Luxemburg op 20 en 21 oktober 1950 gehouden Ministeriële besprekingen;
-
13) de Conclusies der bijeenkomst van Ministers, gehouden te 's-Gravenhage op 28 en 29
december 1950;
-
14) de Conclusies der bijeenkomst van Ministers, gehouden te Ulvenhout op 14 februari
1952;
-
15) de Verklaring van de Regeringen nopens de ontwikkeling van de Voor-Unie en de voorbereiding
van de Economische Unie, ondertekend te Knokke op 14 oktober 1952;
-
16) de Conclusies van de eerste vergadering van de Permanente Ministeriële Groep, gehouden
te Ulvenhout op 20 december 1952;
-
17) de Verklaring van de Permanente Ministeriële Groep, ondertekend te Luik op 28 februari
1953;
-
18) het Protocol betreffende de coördinatie van de economische en sociale politiek, ondertekend
te 's-Gravenhage op 24 juli 1953;
-
19) de Toegevoegde Overeenkomst bij het te 's-Gravenhage op 24 juli 1953 ondertekende
Protocol betreffende de coördinatie van de economische en sociale politiek, betrekking
hebbende op het Fonds tot Wederaanpassing, ondertekend te Brussel op 16 november 1953;
-
20) het Protocol inzake de handelspolitiek, ondertekend te Luxemburg op 9 december 1953;
-
21) de Overeenkomst, tot stand gekomen bij notawisseling d.d. 24 juni 1954 en 4, 9 en
29 november 1954 tussen de Belgische, de Luxemburgse en de Nederlandse Regering, betreffende
de vrijmaking der uitwisseling tussen de drie landen van voortbrengselen van de visserij;
-
22) de Beslissing van het Comité van Ministers nopens de harmonisatie van de landbouwpolitiek,
genomen te Brussel op 3 mei 1955;
-
23) de Beslissing van het Comité van Ministers inzake de uitvoering van de bepalingen
met betrekking tot de landbouwarbitrage, genomen te Brussel op 3 mei 1955;
-
24) de Overeenkomst, tot stand gekomen bij briefwisseling d.d. 24 augustus, 29 september
en 21 december 1955 tussen de Belgische, de Luxemburgse en de Nederlandse Regering,
betreffende het handelsverkeer in snijbloemen tussen de drie landen;
-
25) het Protocol tot instelling van een bijzondere behandeling voor de werknemers die
door een arbeidsovereenkomst voor schepelingen verbonden zijn, ondertekend te 's-Gravenhage
op 7 juni 1956;
-
26) de artikelen 1, 2, 11 en 12, lid 3, van het Protocol betreffende de nationale behandeling bij de aanbesteding
van werken en de aankoop van goederen, ondertekend te Brussel op 6 juli 1956, met dien verstande dat dit Protocol, tenzij
de Hoge Verdragsluitende Partijen anders overeenkomen, dezelfde looptijd zal hebben
als het Unieverdrag;
-
27) de Overeenkomst tussen België, Luxemburg en Nederland betreffende de vrijmaking der
uitwisseling van voortbrengselen van de visserij, ondertekend te 's-Gravenhage op
16 augustus 1956;
-
28) het Interim-Arbeidsakkoord, ondertekend te Brussel op 20 maart 1957.