De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering der Italiaanse Republiek;
Bezield door de gelijke wens om haar betrekkingen te bevestigen en te versterken;
Hebben besloten te dien einde een Verdrag te sluiten betreffende de culturele en intellectuele
betrekkingen tussen beide landen en hebben tot dit doel gevolmachtigden benoemd, die,
daartoe door hun Regeringen behoorlijk gemachtigd,
als volgt zijn overeengekomen:
Het Verdrag heeft ten doel, door bestendig contact tussen de beide Partijen de goede
betrekkingen tussen beide landen op het gebied van onderwijs, wetenschap en kunst
op een hechte basis te grondvesten en te ontwikkelen.
Met het oog op de uitvoering van dit Verdrag wordt een permanente gemengde Commissie
ingesteld. Deze zal bestaan uit zes leden; ieder der Verdragsluitende Partijen wordt
door drie leden vertegenwoordigd. De samenstelling en de werkzaamheden van deze Commissie
worden door de volgende beginselen beheerst:
-
a) De leden der Commissie worden voor Nederland benoemd door de Minister van Onderwijs,
Kunsten en Wetenschappen; voor Italië door de Minister van Buitenlandse Zaken, in
overleg met de Minister van Openbaar Onderwijs. De lijst der leden van iedere Verdragsluitende
Partij wordt langs de diplomatieke weg aan de Regering der andere Partij ter kennis
gebracht.
-
b) De gemengde Commissie vergadert in pleno telkenmale als de noodzakelijkheid daartoe
gevoeld wordt en tenminste eenmaal 's jaars om beurten in Nederland en in Italië.
De samenkomsten worden voorgezeten door een zevende lid en wel de Minister van Onderwijs
van het ontvangende land.
-
c) Indien vraagstukken van technische aard in behandeling moeten worden genomen, die
een gespecialiseerde kennis van zaken vereisen, kan de gemengde Commissie er toe overgaan
subcommissies in te stellen, samengesteld uit leden gekozen uit of buiten haar midden,
waarin ieder der Partijen door een gelijk aantal leden vertegenwoordigd wordt. De
plaats van samenkomst en het voorzitterschap van deze subcommissies worden bepaald
door dezelfde beginselen als onder b) vastgesteld, met dien verstande dat het voorzitterschap
daarvan kan berusten bij een persoon aan te wijzen door de Minister van het land,
waar de zitting plaats vindt.
-
d) Onverminderd het bepaalde onder c) kan de gemengde Commissie deskundigen als technische
adviseurs aan zich toevoegen, steeds op basis van pariteit.
Na bekrachtiging van dit Verdrag zullen de daaruit voortvloeiende bepalingen zoals
deze door de gemengde Commissie zijn vastgesteld, worden bekend gemaakt in een officiële
akte, die als bijlage aan dit Verdrag zal worden toegevoegd. Deze bepalingen alsmede
alle veranderingen van en toevoegingen aan deze bepalingen komen op voorstel van de
gemengde Commissie tot stand na goedkeuring door de Regeringen der beide landen.
Beide Verdragsluitende Partijen zullen de uitwisseling bevorderen van hoogleraren,
leraren bij het middelbaar onderwijs, leden van instellingen op het gebied van wetenschap,
letterkunde en kunst, studenten, personen belast met wetenschappelijk onderzoek en
kunstenaars. De voordracht der candidaten zal door de universiteiten en instellingen
zelf worden opgemaakt en zal ter beoordeling aan de Commissie worden voorgelegd.
Voorts zal ieder der Verdragsluitende Partijen het ondernemen van reizen in groepsverband
van leraren, studenten, kunstenaars, personen uit beroep of ambacht, technici en intellectuelen
in het algemeen, in het andere land bevorderen.
Ieder der Verdragsluitende Partijen is gerechtigd op het grondgebied van de andere
Partij culturele instellingen op te richten en in stand te houden, onder het voorbehoud
dat zij de wettelijke bepalingen in acht nemen, welke het oprichten van dergelijke
instellingen in ieder der beide landen regelen.
De salarissen, welke de functionarissen van bovengenoemde instellingen in deze hoedanigheid
van de ene Verdragsluitende Partij ontvangen, zullen zijn vrijgesteld van iedere belasting
op inkomsten op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Partij, waar de instelling
is gevestigd.
De culturele instellingen die door ieder der beide landen officieel worden opgericht
op het grondgebied van het andere land genieten op basis van wederkerigheid de volgende
voordelen van fiscale aard, welke niet de vergoedingen omvatten, die verschuldigd
zijn als beloning voor verleende diensten:
-
a) vrijstelling van belastingen, heffingen en vergoedingen voor de verwerving, onder
bezwarende titel of om niet, van gronden en gebouwen bestemd om als zetel van genoemde
instellingen te dienen;
-
b) vrijstelling van directe belastingen en van heffingen en vergoedingen ten aanzien
van gebouwen gelegen op het grondgebied van ieder der Verdragsluitende Partijen, mits
genoemde gebouwen eigendom zijn van de andere Verdragsluitende Partij of van de onderscheiden
culturele instellingen en bestemd zijn voor de in het Verdrag vervatte doelstellingen;
de vrijstelling betreft eveneens de bijkomende belastingen, opcenten en vergoedingen
gevorderd door plaatselijke publiekrechtelijke lichamen;
-
c) vrijstelling van de heffingen en van alle andere rechten die kunnen worden geheven
bij de invoer van meubilair, onderwijsmateriaal en materiaal voor wetenschappelijk
onderzoek, van boeken en publikaties nodig voor de inrichting en het functioneren
van genoemde culturele instellingen.
De overeenkomstig het voorgaande lid sub c) ingevoerde goederen mogen op het grondgebied
van de Verdragsluitende Partij waar zij zijn ingevoerd niet worden verkocht, uitgeleend
of onder bezwarende titel dan wel om niet worden afgestaan met een ander doel dan
het functioneren van de culturele lichamen, behalve op door de Regering van de betrokken
Verdragsluitende Partij vastgestelde voorwaarden.
Ieder der Verdragsluitende Partijen neemt de verplichting op zich - door het oprichten
van leerstoelen, lectoraten en waar mogelijk, door het organiseren van cursussen op
middelbare scholen - de studie van de taal en letterkunde van de andere Partij in
haar eigen onderwijsinstellingen te bevorderen, hetzij door eigen leerkrachten, hetzij
door het ontvangen van leerkrachten van de andere Partij, die hiertoe naar behoefte
aangewezen worden. De gemengde Commissie, genoemd onder artikel 2, zal de wijze bepalen
waarop bovengenoemde verplichting wederzijds zal worden uitgevoerd.
Beide Verdragsluitende Partijen verklaren het toekennen van beurzen te willen bevorderen,
teneinde studerenden in staat te stellen hun studies of onderzoekingen in het andere
Verdragsluitende land voort te zetten.
De gemengde Commissie kan wat het aantal dezer beurzen en alle verdere regelingen
dienaangaande betreft, bij de betrokken Regeringen voorstellen indienen.
De Verdragsluitende Partijen zullen de culturele uitwisselingen tussen beide landen
versterken door het organiseren van concerten, opera- en toneelvoorstellingen, voordrachten,
tentoonstellingen van artistieke en wetenschappelijke aard of op het gebied van het
onderwijs en alle andere daartoe geëigende culturele manifestaties, door de verspreiding
van boeken en tijdschriften alsook door de film en de radio.
De Verdragsluitende Partijen zullen alle financiële maatregelen onder ogen zien, nodig
om in het algemeen manifestaties op artistiek en cultureel gebied van het ene land
in het andere te vergemakkelijken.
De Verdragsluitende Partijen achten het wenselijk dat, onder het voorbehoud van mogelijk
te nemen maatregelen ten behoeve der openbare veiligheid, boeken, couranten en tijdschriften
die in een der beide landen zijn uitgegeven, vrijelijk toegang vinden op het grondgebied
van het andere land, vrij van rechten, zonder invoervergunning of andere beperkende
maatregelen.
Dit Verdrag zal worden bekrachtigd en de akten van bekrachtiging zullen zo spoedig
mogelijk te 's-Gravenhage worden uitgewisseld. Het Verdrag zal in werking treden op
de dag der uitwisseling van de akten van bekrachtiging.
Dit Verdrag zal van kracht blijven gedurende een tijdvak van vijf jaren. Indien geen
der Verdragsluitende Partijen zes maanden voor afloop van die termijn van vijf jaar
kennis heeft gegeven van haar bedoeling het Verdrag te beëindigen, zal het verbindend
blijven gedurende een jaar vanaf de dag, waarop de ene of de andere der Verdragsluitende
Partijen het zal hebben opgezegd.