-
1. De delegatieleiders herinneren eraan dat tijdens de 9de op 11 oktober 1988 in Bonn
gehouden ministerconferentie het Franse totaalplan tot uitvoering van de tweede fase
overeenkomstig het derde en vierde lid van artikel 2 van de Overeenkomst niet de instemming van alle Overeenkomstsluitende Partijen heeft verworven.
Zij herinneren tevens aan de resultaten van de 10de, op 30 november 1989 in Brussel
gehouden ministersconferentie, waar het door de Franse regering gesteunde alternatieve
plan van de Nederlandse regering werd voorgelegd.
Zij stellen vast dat de plenaire vergadering van de ICBR op 10 juli 1990 in Essen
overeenstemming heeft bereikt over de noodzaak tot aanvulling van de Overeenkomst teneinde de doeleinden ervan te verwezenlijken.
Zij gaan ervan uit dat de hierna beschreven gemoduleerde vermindering van de lozingen
op Frans grondgebied tot verwezenlijking van de tweede fase op basis van de artikelen 2 en 7 van de Overeenkomst reeds kan worden uitgevoerd.
-
2. In perioden gedurende welke de concentratie van chloriden in de Rijn de richtwaarde
van 200 mg/l aan de Nederlands-Duitse grens overschrijdt, zal de Franse Regering naast
de sinds 5 januari 1987 plaatsvindende vermindering met 20 kg/s chloride-ionen overeenkomstig
artikel 2, tweede lid, van de Overeenkomst een gemoduleerde vermindering op Frans grondgebied bewerkstelligen overeenkomstig
de nadere bijzonderheden en technische elementen zoals vervat in Bijlage I. De door
de gemoduleerde vermindering ontstane hoeveelheden chloriden worden tijdelijk op land
opgeslagen.
De Franse Regering zal jaarlijks de overige Overeenkomstsluitende Partijen op de hoogte
stellen van de op grond van de gemoduleerde vermindering opgeslagen hoeveelheden chloriden
en de daaraan verbonden kosten.
De Overeenkomstsluitende Partijen zullen in het kader van de ICBR drie jaar na het
begin van de gemoduleerde vermindering de resultaten ervan toetsen in het licht van
de gemeenschappelijke doelstellingen.
-
3. Deze gemoduleerde vermindering wordt na betaling van de laatste volgens punt 7 verschuldigde
internationale bijdrage trapsgewijze uitgevoerd en bereikt een jaar na dit tijdstip
de volledige capaciteit. Tot aan de vermindering van de produktie van de kalimijnen
in de Elzas en uiterlijk tot 31 december 1998 wordt de vermindering voortgezet onder
de in Bijlage II van deze verklaring vastgelegde voorwaarden.
-
4. De op grond van de gemoduleerde vermindering overeenkomstig punt 2 van deze verklaring
opgeslagen hoeveelheden chloriden kunnen, na vermindering van de produktie van de
kalimijnen in de Elzas (MDPA) en volgens door de Overeenkomstsluitende Partijen op
basis van een voorstel van de ICBR later vast te stellen modaliteiten, op ecologisch
verantwoorde wijze in de Rijn worden gestort, waarbij rekening wordt gehouden met
de verschillende gebruiksdoeleinden van het water. In deze periode blijft de richtwaarde
van 200 mg/l chloride-ionen aan de Nederlands-Duitse grens van toepassing, en het
in de tabel van Bijlage II van de Overeenkomst in de door dit aanvullend protocol gewijzigde versie aangegeven jaarlijkse gemiddelde
voor de nationale vracht wordt niet overschreden.
-
5. De totale kosten van deze maatregelen bedragen voor de totale duur van de uitvoering
van het plan, inclusief voorstudies en later storten in de Rijn, maximaal 400 miljoen
Franse franken en worden, overeenkomstig het bepaalde in Bijlage II, die een integrerend
bestanddeel vormt van deze verklaring, over drie perioden verdeeld.
-
6. De financiering van deze maatregelen geschiedt volgens de in artikel 7 van de Overeenkomst genoemde verdeelsleutel.
De betalingen worden verricht in Franse franken, op rekeningnummer 30001-00064-0000009-000
van Agence comptable centrale du Trésor français.
-
7. De eerste in Bijlage II genoemde betaling wordt verricht binnen drie maanden na de
ondertekening van deze verklaring.
-
8. Indien het heden ondertekende aanvullende protocol bij de Overeenkomst niet binnen
3 jaren na ondertekening van deze Verklaring wordt bekrachtigd, kunne de Overeenkomstsluitende
Partijen de betaling van hun bijdragen in de gemoduleerde opslag onderbreken, waarmee
zij van hun latere financiële bijdragen worden ontheven en Frankrijk toestemming verkrijgt
om de gemoduleerde opslag te staken.
-
9. Tussen de Overeenkomstsluitende Partijen bestaat overeenstemming over het feit dat
behalve de reeds bereikte maatregelen tot vermindering op Frans grondgebied andere
maatregelen tot vermindering van de chloride-vracht over de gehele loop van de Rijn,
zoals deze in de Overeenkomst is omschreven, niet kunnen worden beoogd en op grond van technische en economische
overwegingen niet gerechtvaardigd zijn.
-
10. De hiertoe naar behoren gemachtigde delegatieleiders hebben deze verklaring op 25
september 1991 in Brussel ondertekend.