Overeenkomst betreffende de toepassing van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen, Dublin, 04-12-1979

Wijziging(en) op nader te bepalen datum(s); laatste bekendgemaakt in 1980. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling treedt in werking op nader te bepalen tijdstip.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 04-12-1979 t/m heden

Overeenkomst betreffende de toepassing van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen

Authentiek : NL

Overeenkomst betreffende de toepassing van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme tussen de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

De Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen,

verlangende de justitiële samenwerking tussen deze Staten in de strijd tegen gewelddaden te versterken,

in afwachting van de bekrachtiging zonder voorbehoud van het Europees Verdrag tot bestrijding van terrorisme, ondertekend te Straatsburg op 27 januari 1977, hierna te noemen „het Europees Verdrag”, door alle Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen, hierna te noemen „de Lid-Staten”,

zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Deze Overeenkomst is van toepassing op de betrekkingen tussen twee Lid-Staten waarvan ten minste één geen partij is bij het Europees Verdrag of wel partij is bij dat Verdrag, maar een voorbehoud heeft gemaakt.

Artikel 2

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Op de betrekkingen tussen twee Lid-Staten die partij zijn bij het Europees Verdrag, maar waarvan ten minste één een voorbehoud heeft gemaakt ten aanzien van dat Verdrag, wordt het Verdrag toegepast met inachtneming van de bepalingen van deze Overeenkomst.

  • 2 Op de betrekkingen tussen twee Lid-Staten waarvan ten minste één geen partij is bij het Europees Verdrag, zijn de artikelen l tot en met 8 en artikel 13 van het Europees Verdrag van toepassing, behoudens de bepalingen van deze Overeenkomst.

Artikel 3

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elke Lid-Staat die van het bij artikel 13 van het Europees Verdrag toegestane voorbehoud gebruik heeft gemaakt, verklaart of hij voor de toepassing van deze Overeenkomst gebruik wenst te maken van dit voorbehoud.

  • 2 Elke Lid-Staat die het Europees Verdrag heeft ondertekend, maar niet bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd, verklaart of hij voor de toepassing van deze Overeenkomst gebruik wenst te maken van het bij artikel 13 van dat Verdrag toegestane voorbehoud.

  • 3 Elke Lid-Staat die het Europees Verdrag niet heeft ondertekend, kan verklaren of hij zich het recht voorbehoudt uitlevering wegens een delict genoemd in artikel 1 van het Europees Verdrag te weigeren, wanneer hij dat delict als een politiek delict, als een met een politiek delict samenhangend feit of als een feit, ingegeven door politieke motieven beschouwt, op voorwaarde dat hij zich ertoe verplicht de zaak in alle gevallen en zonder onnodig uitstel voor vervolging aan zijn bevoegde autoriteiten over te dragen. Deze autoriteiten nemen hun beslissing op dezelfde wijze als in geval van een strafbaar feit van ernstige aard krachtens de wetgeving van die Staat.

  • 4 Voor de toepassing van deze Overeenkomst mogen alleen de bij het derde lid van dit artikel en de bij artikel 13 van het Europees Verdrag bepaalde voorbehouden worden gemaakt. Ieder ander voorbehoud is tussen de Lid-Staten zonder gevolg.

  • 5 Een Lid-Staat die een voorbehoud heeft gemaakt, kan de toepassing van deze Overeenkomst door een andere Staat slechts in zoverre verlangen als de Overeenkomst zelf op de eerstgenoemde Staat van toepassing is.

Artikel 4

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 De in artikel 3 bedoelde verklaringen kunnen door een Lid-Staat worden afgelegd bij ondertekening of bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring.

  • 2 Elke Lid-Staat kan een door hem krachtens artikel 3, eerste, tweede of derde lid, gemaakt voorbehoud te allen tijde geheel of gedeeltelijk intrekken door middel van een aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Ierland gerichte verklaring. Deze verklaring wordt van kracht op de datum van ontvangst.

  • 3 Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Ierland geeft van deze verklaringen aan de andere Lid-Staten kennis.

Artikel 5

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Elk geschil tussen de Lid-Staten inzake de uitlegging of toepassing van deze Overeenkomst, dat niet door onderhandelingen is beslecht, wordt op verzoek van een bij het geschil betrokken partij onderworpen aan de in artikel 10 van het Europees Verdrag bedoelde scheidsrechterlijke procedure.

Artikel 6

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Deze Overeenkomst staat voor de Lid-Staten van de Europese Gemeenschappen ter ondertekening open. Zij moet worden bekrachtigd, aanvaard of goedgekeurd. De akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring worden nedergelegd bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Ierland.

  • 2 Deze Overeenkomst treedt in werking drie maanden na de nederlegging van de akten van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, door alle Staten die lid zijn van de Europese Gemeenschappen op de dag waarop deze Overeenkomst voor ondertekening wordt opengesteld.

Artikel 7

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

  • 1 Elke Lid-Staat kan, op het tijdstip van ondertekening of van de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, het grondgebied of de grondgebieden aanwijzen waarop deze Overeenkomst van toepassing is.

  • 2 Elke Lid-Staat kan, bij de nederlegging van zijn akte van bekrachtiging, aanvaarding of goedkeuring, of op elk later tijdstip, door middel van een aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Ierland gerichte verklaring de toepassing van deze Overeenkomst uitbreiden tot ieder ander in deze verklaring aangegeven grondgebied voor welks internationale betrekkingen hij verantwoordelijk is of voor hetwelk hij bevoegd is verbintenissen aan te gaan.

  • 3 Elke krachtens het vorige lid gedane verklaring kan wat ieder in die verklaring aangewezen grondgebied betreft, worden ingetrokken door middel van een aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Ierland gerichte kennisgeving. Deze intrekking wordt onmiddellijk van kracht, of op een in de kennisgeving vermelde latere datum.

  • 4 Het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Ierland geeft van deze verklaringen of kennisgevingen aan de andere Lid-Staten kennis.

Artikel 8

[Treedt in werking op een nader te bepalen tijdstip]

Deze Overeenkomst houdt op te werken op de dag waarop alle Lid-Staten zonder voorbehoud partij worden bij het Europees Verdrag.

GEDAAN te Dublin, de vierde december 1979 in de Deense, de Duitse, de Engelse, de Franse, de Ierse, de Italiaanse en de Nederlandse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek, in één exemplaar, dat wordt nedergelegd in het archief van het Ministerie van Buitenlandse Zaken van Ierland, dat aan alle Lid-Staten voor eensluidend gewaarmerkte afschriften toezendt.

Naar boven