Preambule
De Verdragsluitende Staten,
Overwegende de noodzaak tot internationale samenwerking op het gebied van de economische
ontwikkeling en de rol, welke particuliere internationale investeringen daarbij spelen;
Rekening houdende met de mogelijkheid dat geschillen inzake dergelijke investeringen
kunnen rijzen tussen Verdragsluitende Staten en onderdanen van andere Verdragsluitende
Staten;
Erkennende dat het in bepaalde gevallen wenselijk kan zijn dat dergelijke geschillen
door internationale procedures worden geregeld, ook al zullen deze geschillen in het
algemeen onderworpen zijn aan nationale rechtswegen;
Bijzonder belang hechtende aan het openstaan van mogelijkheden voor internationale
bemiddeling of arbitrage, waaraan Verdragsluitende Staten en onderdanen van andere
Verdragsluitende Staten dergelijke geschillen kunnen onderwerpen, indien zij dit wensen;
Verlangende, deze mogelijkheden te scheppen onder auspiciën van de Internationale
Bank voor Herstel en Ontwikkeling;
Erkennende dat wederzijdse instemming van de partijen om deze geschillen te onderwerpen
aan bemiddeling of arbitrage langs deze weg, een bindende overeenkomst vormt, welke
met name vereist dat aan de aanbevelingen van de bemiddelaars passende aandacht wordt
geschonken en dat de arbitrale uitspraken ten uitvoer worden gelegd;
Verklarende dat geen Verdragsluitende Staat, alleen door het feit dat hij dit Verdrag
bekrachtigt, aanvaardt of goedkeurt, geacht wordt zonder zijn instemming verplicht
te zijn een bepaald geschil aan bemiddeling of arbitrage te onderwerpen,