Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden, enerzijds,
en
Zijne Majesteit de Koning der Belgen, anderzijds,
Geleid door de wens, de winning van steenkolen in aan beide zijden van de Nederlands-Belgische
grens langs de Maas gelegen steenkolenmijnen te vergemakkelijken en daardoor het verlies
van ontginbare kolen tot een minimum te beperken,
hebben besloten in aansluiting op het op 23 oktober 1950 te Brussel tussen het Koninkrijk
der Nederlanden en het Koninkrijk België gesloten Verdrag een verdere ontginningsgrens
vast te stellen
en hebben te dien einde tot hun gevolmachtigden benoemd, te weten:
Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden:
Zijne Excellentie Jonkheer E. Teixeira de Mattos, buitengewoon en gevolmachtigd Ambassadeur
te Brussel;
Zijne Majesteit de Koning der Belgen:
Zijne Excellentie de heer P.-H. Spaak, Minister van Buitenlandse Zaken,
Die, na elkander hun in goede en behoorlijke vorm bevonden volmachten te hebben overgelegd,
zijn overeengekomen als volgt: