Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] Herzogenrath-Kirchrather Strasse/Kerkrade-Baalsbruggen, Bonn, 05-05-1976

Geraadpleegd op 16-04-2024.
Geldend van 10-05-1976 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake samenvoeging grenscontrole bij de grensovergang Herzogenrath-Kirchrather Strasse/Kerkrade-Baalsbruggen

Authentiek : DE

Nr. LXXIII

AUSWÄRTIGES AMT

510 - 511.13 NLD

Verbalnote

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Königlich Niederländischen Botschaft unter Bezugnahme auf Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung und über die Einrichtung von Gemeinschafts- oder Betriebswechselbahnhöfen an der deutsch-niederländischen Grenze mitzuteilen, dass die Regierung der Bundesrepublik Deutschland das Schreiben des Bundesministers der Finanzen vom 12. Februar 1976 - III B 8 - Z 1108 (Nie) - 3/76 und das Schreiben des Niederländischen Ministers der Finanzen vom 23. März 1976-27-605187- zur Kenntnis genommen hat, durch welche gemäss Artikel 1 Absatz 4 Buchstabe a) des Abkommens folgende Vereinbarung getroffen wird:

I.

Am Grenzübergang Herzogenrath-Kirchrather Strasse/KerkradeBaalsbruggen an der Strasse von Herzogenrath/Ortsteil Merkstein nach Kerkrade werden die deutsche und die niederländische Grenzabfertigung auf niederländischem Gebiet zusammengelegt.

II.

Die Zone im Sinne des Artikels 3 des Abkommens umfasst

  • 1. die zur Durchführung der Grenzabfertigung erforderlichen Diensträume und Anlagen einschliesslich der Rampen, sowie

  • 2. einen Abschnitt der Strasse - nebst Mittelstreifen - von Herzogenrath/Ortsteil Merkstein nach Kerkrade von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von 290 m, gemessen in Richtung Kerkrade, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse.

III.

Diese Vereinbarung wird gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens bestätigt und in Kraft gesetzt. Der Zeitpunkt des Inkrafttretens wird in diplomatischen Noten festgelegt.

IV.

Diese Vereinbarung kann jederzeit auf diplomatischem Wege gekündigt werden. Sie tritt 6 Monate nach ihrer Kündigung ausser Kraft.

Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland geht davon aus, dass die vorstehende Vereinbarung gemäss Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 durch diese Verbalnote sowie die Antwortnote der Königlich Niederländischen Botschaft bestätigt wird und dass die Vereinbarung am 10. Mai 1976 in Kraft tritt.

Das Auswärtige Amt benutzt auch diesen Anlass, die Königlich Niederländische Botschaft erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 5. Mai 1976.

An die

Königlich Niederländische Botschaft

Nr. LXXIV

Nr. 5021

Verbalnote

Die Königlich Niederländische Botschaft beehrt sich dem Auswärtigen Amt den Empfang seiner Verbalnote Nummer 510-511.13 NLD vom 5. Mai 1976 zu bestätigen die wie folgt lautet:

[Red: (zoals in Nr. LXXIII)]

Die Botschaft beehrt sich dem Auswärtigen Amt mitzuteilen, dass die Niederländische Regierung damit einverstanden ist, dass die Verbalnote des Auswärtigen Amtes und diese Antwortnote die nach Artikel 1 Absatz 5 des genannten Abkommens vorgesehen Bestätigung des vorstehend aufgeführten Briefwechsels zwischen dem Bundesminister der Finanzen und dem niederländischen Minister der Finanzen darstellen, und dass diese Vereinbarung am 10. Mai 1976 in Kraft tritt.

Die Königlich Niederländische Botschaft benutzt diesen Anlass, das Auswärtige Amt erneut ihrer ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 5. Mai 1976.

An das

Auswärtige Amt

5300 Bonn

Vertaling : NL

Nr. LXXIII

MINISTERIE VAN BUITENLANDSE ZAKEN

510 - 511.13 NLD

Note verbale

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, onder verwijzing naar artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de Nederlands-Duitse grens, mede te delen dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister van Financiën van 12 februari 1976 - III B 8 - Z 1108 (Nie) - 3/76 - en van het schrijven van de Nederlandse Minister van Financiën van 23 maart 1976 - 27-605187 -, waarbij overeenkomstig artikel 1, vierde lid, letter a) van de Overeenkomst de volgende regeling wordt getroffen:

I.

Bij de grensovergang Herzogenrath-Kirchrather Strasse/Kerkrade-Baalsbruggen aan de weg van Herzogenrath/stadsdeel Merkstein naar Kerkrade worden de Duitse en de Nederlandse grenscontrole op Nederlands grondgebied samengevoegd.

II.

De zone zoals bedoeld in artikel 3 van de Overeenkomst omvat

  • 1. de voor de uitvoering van de grenscontrole vereiste dienstvertrekken en installaties, met inbegrip van de laadperrons, alsmede

  • 2. een gedeelte van de weg - benevens de middenberm - van Herzogenrath/stadsdeel Merkstein naar Kerkrade van de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 290 m, gemeten in de richting Kerkrade, vanaf het snijpunt van de gemeenschappelijke grens met de as van de weg.

III.

Deze regeling wordt overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst bevestigd en in werking gesteld. Het tijdstip van het in werking treden wordt vastgelegd in diplomatieke nota's.

IV.

Deze regeling kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt 6 maanden na opzegging buiten werking.

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland gaat ervan uit dat de bovenstaande regeling overeenkomstig artikel 1, vijfde lid, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 wordt bevestigd door deze Note verbale en de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden en dat de regeling op 10 mei 1976 in werking treedt.

Het Ministerie van Buitenlandse Zaken maakt tevens van deze gelegenheid gebruik, de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden opnieuw te verzekeren van haar bijzondere hoogachting.

Bonn, 5 mei 1976.

Aan de Ambassade van het

Koninkrijk der Nederlanden

Nr. LXXIV

Nr. 5021

Note verbale

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken de ontvangst te bevestigen van zijn Note verbale nummer 510 - 511.13 NLD van 5 mei 1976, die als volgt luidt:

[Red: (zoals in Nr. LXXIII)]

De Ambassade heeft de eer het Ministerie van Buitenlandse Zaken mede te delen dat de Nederlandse Regering ermede instemt dat de Note verbale van het Ministerie van Buitenlandse Zaken en deze antwoordnota de ingevolge artikel 1, vijfde lid, van genoemde Overeenkomst voorziene bevestiging van de hierboven weergegeven briefwisseling tussen de Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Minister van Financiën vormen en dat deze regeling op 10 mei 1976 in werking treedt.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik, het Ministerie van Buitenlandse Zaken opnieuw te verzekeren van haar bijzondere hoogachting.

Bonn, 5 mei 1976.

Aan het

Ministerie van Buitenlandse Zaken

5300 Bonn

Naar boven