De Hoge Flux Reactor Installatie te Petten is geplaatst in het z.g. reactorcomplex.
Hiertoe behoren de volgende gebouwen:
-
A. Reactorhal
-
B. Reactorbedieningsgebouw
-
C. Lage Montagehal
-
D. Hoge Montagehal
-
E. Luchtbehandelingsgebouw
-
F. Primair pompgebouw
-
G. Reinwaterkelder
-
H. Goederensluis
-
I. Pijpentunnel
-
J. Secundair pompgebouw, gelegen bij de Noordelijke ingang van het terrein
-
K. Reserveonderdelen van de reactorinstallaties
-
L. Verplaatsbare materialen
-
M. Terrein
Onderstaand volgt puntsgewijs een beschrijving van de vaste installaties in elk der
genoemde gebouwen, behorend tot het Reactorcomplex, met het daarbij behorende terrein.
A. Reactorhal
De reactorhal, een gasdichte stalen koepel, aan de binnenzijde geheel bekleed met
„Frigoliet” in een vlamdovende kwaliteit, met een eveneens gasdichte betonnen onderkeldering,
bevat o.a.:
-
I. De bassinconstructie en verder toebehoren van de reactorinstallatie, nader te specificeren.
-
II. Een roterende bovenloopkraan (360°), fabrikaat Stork, met 20 tons hoofdhijs en 1 ton
hulphijs.
-
III. Een liftinstallatie, vanaf keldervloer tot 2de bordes, geschikt voor personen- en
goederenvervoer tot een maximumgewicht van 400 kg, fabrikaat Van Swaay.
-
IV. Verschillende rondgaande stalen bordessen.
-
V. Een kokersysteem ten behoeve van inblaas en afvoer van lucht.
Aan de reactorhal vastgebouwd zijn:
-
a) een personensluis, fabrikaat Werkspoor (handbediend)
-
b) een personen-noodsluis, fabrikaat Werkspoor (handbediend)
-
c) een goederensluis, zie onder H
-
d) een z.g. „plugstore” , bestaande uit een aantal horizontale, cilindervormige sparingen, aan de buitenzijde
omgeven door stalen damwandplanken, het geheel opgevuld met magnetieterts
-
e) een venster, dat zicht verleent vanuit de controlekamer op een gedeelte van de inwendige reactorhal;
een hierbij behorende vacuümdoos voor beproeving op gasdichtheid van dit venster
-
f) een z.g. pijpenplaat, een plaat ten behoeve van gasdichte doorvoeringen van de verschillende leidingen
der reactorinstallatie
-
h) in de begane grondvloer van de hal bevinden zich een tweetal driedelige hijsluiken,
alsmede een aantal pluggen in de vloer.
Buiten op de stalen koepel bevindt zich een rondgaand onderhoudsbordes, met kooiladder voor toegang tot dit bordes. De reactorhal is geheel verlicht door
middel van T.L.-armaturen; een volledige verdeelbatterij voor kracht en licht is aanwezig.
In de reactorhal bevinden zich de volgende delen van de reactorinstallatie.
-
1. Het reactorvat, met toebehoren, als aangegeven op tekening fig. V.1 uit het Veiligheidsrapport.
-
2.1. Acht bestralingsbuizen Ø 8", waarvan 7 met uitwendige afsluiters en één met inwendige afsluiter, met toebehoren,
als aangegeven op tekening fig. V.2 uit het Veiligheidsrapport.
-
2.2. Twee bestralingsbuizen Ø 10", één met inwendige afsluiter, één met uitwendige, voorts; als onder 2.1.
-
2.3. Eén thermische kolom, compleet met grafietstapeling en de daarbijbehorende CO2 koeling, een rijdende afschermdeur gevuld met zware beton en loodstapeling zijdelingse
afscherming van bazaltblokken (losse stapeling).
-
3. Een expansievat, hoog tegen de koepel van de hal bevestigd, met toebehoren.
-
4. Een zwaar-betonnen bassinconstructie met aluminium binnenbekleding, door middel van een tweetal tweedelige sluisdeuren
in 3 bassins verdeeld.
-
5. Een verrijdbare brug, over twee achter elkaar liggende bassins.
-
6. Zes rekken voor opslag splijtstof elementen.
-
7. Diverse „handling tools”, als ontworpen door Allis Chalmers.
-
8. Een pneumatisch „rabbit” systeem.
-
9. Een hydraulisch „rabbit” systeem.
Voorts zijn in de kelder van de reactorhal geplaatst:
-
10. Twee „facility cooling” pompen, elk aangedreven door een 12½ PK elektromotor in afgeschermde
ruimten, voorzien van verrijdbare afschermdeuren.
-
11. De regelstaafaandrijfsmechanismen, geplaatst onder de bodemplug, in de z.g. „subpile
room”. Deze ruimte is eveneens voorzien van een verrijdbare afschermdeur, alsmede
een stapeling bazaltblokken ter weerszijden van de deur.
-
12. Een demiwaterpomp, aangedreven door een 8 PK elektromotor, een „fill & drain” pomp,
aangedreven door een 18 PK elektromotor, een drainpomp, aangedreven door een 1 PK
elektromotor.
Alle pompen geheel compleet en aangesloten.
-
13. Afsluiter station, geplaatst tegen Zuid-wand van de pijpencorridor.
-
14. De door middel van een losse blokken stapeling afgesloten pijpencorridor, waarin alle
leidingen door de z.g. pijpenplaat gasdicht naar de pijpentunnel (zie onder I) worden
doorgevoerd.
B. Reactorbedieningsgebouw
Het gebouw bestaat uit een hoogbouw gedeelte en een laagbouw gedeelte. Voor een indelingstekening
wordt verwezen naar tekening nr. 580-582 IV.
Bij het gebouw is een „waste”put geplaatst, waarin 2 polyester tanks, inhoud 2,5 m3 elk, de leidingen in vulcatheen uitgevoerd, geheel geïnstalleerd.
C. Lage montagehal,
voorzien van houten blokjes vloer en bestreken door een 2 x 1,5 tons elektrische bovenloopkraan,
fabrikaat Stork, met aangrenzend:
de Splijtstofkluis, voorzien van grote en kleine kluisdeur, fabrikaat Lips, een Alarma alarmeringsinstallatie
en speciale rekken ten behoeve van het opbergen van nieuwe splijtstofelementen;
een Magazijnruimte, voorzien van een asfaltvloer, een gaaswand ter afscheiding met de montagehalruimte
en daglichtkoepels;
een Houten kantoorruimte, compleet met toegangstrap en twee raamventilatoren.
De lage montagehal is verlicht door middel van T.L.-armaturen, een elektrische verdeelbatterij
is aanwezig. De verwarming geschiedt door luchtverhitters in de West-wand aangebracht.
D. Hoge montagehal,
van de lage montagehal gescheiden door een gazen halfhoog hekwerk, voorzien van een
Stelcon tegelvloer en bestreken door een met de hand verrijdbare 20 tons elektrische
bovenloopkraan, fabrikaat Thole.
De toegang vanaf de reactorhal vindt plaats door de op de hoge montagehal uitkomende
goederensluis, de toegang vanaf de bestrating buiten door middel van een handbediende
stalen hefdeur met daarin een kleine loopdeur.
De hoge montagehal is verlicht door T.L.-armaturen, een elektrische verdeelbatterij
is aanwezig; voor afvoer van lucht zijn drie afzuigventilatoren in de West-wand aangebracht.
E. Luchtbehandelingsgebouw
De in dit gebouw geplaatste ventilatoren hebben een totale capaciteit van 21 000 m3/h.
Inlaatlucht: door vloerroosters, via voorverwarmer, luchtfilter type Rollomatic met filter 85
% ≥ 5 μ en inblaasventilator naar 4 snelsluitende kleppen in de reactorhalwand.
Retourlucht: door 4 snelsluitende kleppen in de reactorhalwand via Rollomatic filter, „Vokes”
filter, type 55; 99,95 % ≥ 1 μ en vol-automatisch geschakelde uitblaasventilator naar snelsluitende kleppen vóór
de uitblaas onderin de schoorsteen.
De laatstgenoemde kleppen worden automatisch gesloten op een signaal van de detectie
apparatuur, welke zich voorin in het retourluchtgedeelte bevindt.
Alle ventilatieruimten zijn voorzien van een doubletta vloerbekleding en hebben een
vulcatheen afvoeraansluiting.
Bij de toegang van de tweede verdieping bevindt zich een toiletgroep.
De betonnen schoorsteen is aan de bovenzijde voorzien van twee rode waarschuwingslampen.
F. Primair pompgebouw
Dit gebouw bestaat uit twee gedeelten, te weten het transformatorstation, door een
dwarsgang gescheiden van het semigasdichte pompstation.
-
a) Het transformatorstation bevat een hoogspanningsgedeelte, met plaatsruimte voor 4
transformators, elk 600 KVA, 10 000/ 380/220 V, en waarin door de PEN geïnstalleerd
3 transformators. De hoogspanningsruimte is afgesloten en alleen toegankelijk voor
de PEN.
In de laagspanningsruimte bevindt zich een capitool batterij, fabrikaat Hazemeyer,
voor de hoofdlaagspanningsverdeling der diverse hoofdgroepkasten, terwijl tevens geïnstalleerd
is een 100 KVA dieselgenerator, fabrikaat Kromhout.
-
b) Het pompstation bevat een kelderruimte, die toegang geeft tot de pijpentunnel en waarin
in hoofdzaak de pijpleidingen zijn opgehangen, terwijl de beganegrondruimte onderverdeeld
is in een centrale bedieningsgang met aan weerszijden afgeschermde ruimten, elk toegankelijk
door middel van een verrijdbare afschermdeur.
Afgeschermde ruimten zijn voorzien voor:
-
- elk van de 3 reactorkoelwater warmtewisselaars, fabrikaat De Schelde
-
- de reactor- en bassin-ionenwisselaars, fabrikaat Duper
-
- de bassinwater warmtewisselaar, fabrikaat De Schelde, tezamen met de bassinwaterpomp,
fabrikaat Stork, aangedreven door een 40 PK elektromotor
-
- elk van de 3 reactorkoelwaterpompen, fabrikaat Stork, aangedreven door een 250 PK
elektromotor
-
- de nakoelpomp, fabrikaat Stork, aangedreven door een 10 PK elektromotor, tezamen met
de dieselgedreven noodkoelpomp, eveneens fabrikaat Stork.
Tussen de afgeschermde ruimten voor de reactor ionenwisselaars is een vanuit de bedieningsgang
via plaatstalen deur toegankelijke bedieningsruimte voorzien, waarin geplaatst zijn
een loog- en een zuurvat met doseringspompjes voor regeneratie.
Aangebouwd tegen het primair pompgebouw zijn:
-
- een pompenput, voor de vacuüminstallatie voor de secundaire koelwaterafvoerleiding,
waarin opgesteld een elektrisch aangedreven vacuümpomp en een voedingspomp;
-
- een door afneembare afschermplaten afgedekte opvangput ten behoeve van de regeneratiebehandeling
voor de ionenwisselaars.
Aan de overzijde van de bestrating ter plaatse van de hiervoor genoemde opvangput
is een „resin”-put voorzien, verdeeld in twee compartimenten, waarvan één uitgerust
is met een roestvrij stalen „resin”-opslagtank. De „resin”-put is voorzien van een
afneembare betonnen afdekplaat, waarop een laag ertszand voor afscherming.
Vanaf het Reactorbedieningsgebouw loopt een betonnen kabelgoot naar het primair pompgebouw.
G. Reinwaterkelder
Deze ruimte bevat twee aluminiumtanks, met een inhoud van 21 000 gallon elk, fabrikaat
L.A.F., en is voorzien van enig bordeswerk en trapjes.
H. Goederensluis
De sluis, fabrikaat ROM, vormt het verbindingsstuk tussen de hoge montagehal en de
reactorhal. De sluis bevat twee elektrisch bediende gasdichte deuren.
De bekleding aan de binnenzijde: frigoliet.
I. Pijpentunnel
Het onder maaiveld gelegen verbindingsstuk tussen kelder reactorhal en kelder primair
pompgebouw, kortweg pijpentunnel genoemd, bevat:
-
- een „decay” tank, inhoud 41,6 m3, fabrikaat De Schelde
-
- twee polyester „hot drain” tanks, 2,5 m3 elk
-
- twee dito „warm drain” tanks
alle fabrikaat Woestenberg & v.d. Meer.
De afdekking van de duet bestaat uit losse waterdicht afgewerkte betonnen liggers,
waarop een laag magnetiet ertszand voor afscherming.
Aan de pijpentunnel is een pompen-put aangebouwd, waarin opgesteld de twee elektrisch
gedreven afvoerpompen voor de „hot and warm drain” tanks.
J. Secundair pompgebouw
Dit gebouw bevat:
Ad a) Het transformatorstation bevat twee transformatorruimten en een hoogspanningsruimte,
waarin door de PEN geïnstalleerd één transformator van 400 KVA, 10.000/380/220 V,
met de bijbehorende hoogspanningsapparatuur. De hoogspanningsruimte is afgesloten
en alleen toegankelijk voor de PEN.
Ad b) Het pompgebouw omvat een pompkelder, die via twee filterruimten aangesloten is op
de secundaire koelwater toevoerleiding, vanaf het Noordhollands kanaal.
In een van de twee filterruimten is een elektrisch gedreven roterend „Beandry” bandfilter
geïnstalleerd, fabrikaat: Stork.
Aanzuigend vanuit de pompkelder zijn geïnstalleerd twee dompelpompen, fabrikaat Stork,
aangedreven door een verticale elektromotor van 125 PK, en een dompelpomp, als boven,
echter aangedreven door een elektromotor van 70 PK. De pompruimte zelf is voorzien
van een met de hand verrijdbare 4 tons elektrische bovenloopkraan, fabrikaat Stork-Jaffa.
Voor de in een annex aan de pompruimte opgestelde chloordoseringsinstallatie is een
apart gebouwtje geplaatst waarin zijn opgesteld de beide chloorvoorraadtanks.
Het pompgebouw bevat voorts een op lichte olie gestookte centrale verwarmingsketel,
compleet met oliebranderinstallatie en olievoorraadtank.
Verlichting door middel van T.L.-armaturen.
Het secundaire koelwater stroomt vanuit het Noordhollands kanaal via een inlaatrooster
door een Ø 1200 mm wijde betonnen leiding naar de pompkelder van het secundaire pompgebouw.
Het leidingtracé loopt door grond van derden.
Van het secundaire pompgebouw wordt het (grof) gefiltreerde, gechloreerde kanaalwater
via een Ø 800 mm wijde „bonna” buis naar de warmtewisselaars in het primair pompgebouw
gepompt. Vandaar, weer via een Ø 800 mm leiding, voorzien van een vacuüminstallatie
op het hoogste punt van de leiding, naar zee.
Voor zover aanwezig zullen de reserveonderdelen voor de pompen, de reservepakkingen
voor de gasdichte deuren en dergelijke mede tot de installatie gerekend worden.
K. De reserveonderdelen van de reactorinstallaties
Met betrekking tot de onderdelen van de reactor- en bijbehorende installaties beschikt
het R.C.N. of zal het R.C.N. beschikken over een aantal reserveonderdelen. De lijst
van deze reserveonderdelen zal, in gemeenschappelijk overleg tussen het R.C.N. en
de Commissie, worden opgesteld en op het tijdstip van de overdracht definitief worden
vastgesteld. Deze lijst zal een integrerend onderdeel uitmaken van deze Bijlage.
L. De verplaatsbare apparaten
Van sommige apparaten, welke naar behoefte kunnen worden verplaatst, en onontbeerlijk
zijn voor een goede functionering of gebruik van de reactor zal, in gemeenschappelijk
overleg tussen het R.C.N. en de Commissie, een lijst worden opgesteld. Deze lijst
zal op het tijdstip van de overdracht definitief worden vastgesteld. Zij zal een integrerend
onderdeel uitmaken van deze Bijlage.
M. Terrein
Het terrein waarop de reactor- en bijbehorende installaties zich bevinden, is op de
bijgevoegde plattegrond aangegeven.