-
1 De Overeenkomstsluitende Partijen nemen de verplichting op zich samen te werken en
overeenkomstig hun wetgeving en zoveel als in hun vermogen ligt, elkaar wederzijds
bijstand te verlenen ten behoeve van de ontwikkeling van hun landen, met name op economisch
en technisch gebied.
-
1 Ter verwezenlijking van de in deze Overeenkomst genoemde doelstellingen, is de Regering
van het Koninkrijk der Nederlanden bereid aan Nederlandse ondernemingen die een verzoek
daartoe indienen, vergunning te verlenen voor het leveren tegen betaling in termijnen
van kapitaalgoederen aan Staatsondernemingen en particuliere ondernemingen van Ivoorkust.
-
2 De Overeenkomstsluitende Partijen nemen de verplichting op zich zoveel als in hun
vermogen ligt de verwezenlijking te bevorderen van een multilateraal systeem om de
particuliere investeringen te verzekeren tegen niet-commerciële risico's. Indien het
niet mogelijk zou blijken een dergelijk systeem binnen een redelijke tijd in te voeren,
zal de mogelijkheid worden bestudeerd op bilaterale grondslag maatregelen te nemen
op dit gebied.
-
3 Van haar kant stelt de Regering van de Republiek Ivoorkust de nodige zekerheden voor
het telkens op de vervaldag overmaken van de aan Nederlandse crediteuren verschuldigde
bedragen, zulks overeenkomstig de in de Republiek Ivoorkust van kracht zijnde wetgeving,
of voor het doen terugvloeien naar Nederland van de geïnvesteerde kapitalen en de
daarbij behorende dividenden.
De investeringen, goederen, rechten en belangen op het grondgebied van een Overeenkomstsluitende
Partij van natuurlijke personen en rechtspersonen, onderdanen van, onderscheidenlijk
gevestigd in, de andere Overeenkomstsluitende Partij, genieten een billijke en niet-discriminatoire
behandeling, die minstens gelijk is aan die welke door elk van beide Overeenkomstsluitende
Partijen aan haar eigen onderdanen en aan de onderdanen van de Europese Economische
Gemeenschap wordt toegekend.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt de verplichting op zich, onder gebruikmaking
van de bevoegdheden, haar geboden door de voorschriften vastgesteld ter uitvoering
van naar bestaande wettelijke maatregelen of iedere andere in de toekomst eventueel
in te stellen gunstiger wettelijke maatregelen goed te keuren:
-
— het overmaken van reële netto-winsten, renten, dividenden en anderszins verschuldigde
bedragen toekomende aan natuurlijke of rechtspersonen, onderdanen van, of gevestigd
in de andere Partij;
-
— het overmaken van de opbrengst van del gehele of gedeeltelijke liquidatie van investeringen
die zijn goedgekeurd door het land waarin zij waren gedaan;
-
— het overmaken van een passend deel van de uit arbeid verworven inkomsten van onderdanen
van de andere Partij, die toestemming hebben hun werkzaamheden op haar grondgebied
uit te oefenen.
Indien een Partij goederen, rechten of belangen van natuurlijke of rechtspersonen,
onderdanen van of gevestigd in de andere Partij, mocht onteigenen of nationaliseren
of mocht overgaan tot een maatregel waardoor de bezitsrechten van die natuurlijke
of rechtspersonen al dan niet rechtstreeks worden aangetast, dient zij, overeenkomstig
het internationale recht, te voorzien in een doeltreffende en passende schadevergoeding.
Het bedrag van deze schadevergoeding, dat op het ogenblik van de onteigening, de nationalisatie
of de aantasting van het bezitsrecht moet worden vastgesteld, dient zonder ongerechtvaardigde
vertraging aan de rechthebbende te worden uitgekeerd en onverwijld te worden overgemaakt.
De onteigening, nationalisatie; en de aantasting van het bezitsrecht mogen echter
noch discriminatoir, noch in strijd met een specifieke verbintenis zijn.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij verzekert aan de op haar grondgebied aanwezige
onderdanen en industriële ondernemingen en handelsondernemingen van de andere Overeenkomstsluitende
Partij dezelfde behandeling als die welke aan haar eigen onderdanen en industriële
ondernemingen wordt verleend met betrekking tot het toekennen en het in stand houden
van patentrechten, handelsmerken, handelsnamen, handelsetiketten en alle andere vormen
van industrieel eigendom.
-
1 Elk der Overeenkomstsluitende Partijen onthoudt zich van discriminatoire maatregelen
die een benadeling zouden kunnen inhouden van de zeevaart van de andere Overeenkomstsluitende
Partij en de keus van de vlag nadelig zouden kunnen beïnvloeden, hetgeen in strijd
zou zijn met de beginselen van de vrije concurrentie. Een uitzondering op deze regel
wordt gemaakt enerzijds voor de visserij en de kustvaart in de buiten Europa gelegen
delen van het Koninkrijk der Nederlanden, waar uitsluitend de eigen wetgeving terzake
van toepassing is en anderzijds voor de bijzondere gunsten die de Republiek Ivoorkust
heeft verleend of mocht verlenen aan bepaalde takken van kustvaart, kleine kustvaart
en sleepvaart, alsmede aan de kustvisserij, zulks overeenkomstig de wetgeving van
Ivoorkust inzake de koopvaardij onderscheidenlijk het douanewezen.
-
2 In haar havens verzekert iedere Overeenkomstsluitende Partij aan de schepen die de
vlag van de andere Overeenkomstsluitende Partij voeren, dezelfde behandeling als die
welke aan haar eigen schepen wordt verleend. Deze bepaling is van toepassing op de
douaneformaliteiten, het innen van rechten en belastingen in de havens, de vrije toegang
tot en het gebruik van de havens, alsmede op iedere faciliteit verleend aan de scheepvaart
en aan de economische activiteiten voor zover die betrekking hebben op de schepen,
de bemanningen en de passagiers daarvan en de goederen die ermede worden vervoerd.
Hieronder vallen in het bijzonder het recht te meren langs de kaden en de toegestane
faciliteiten voor het laden en lossen.
Wat de heffingen, hechten en belastingen betreft past iedere Overeenkomstsluitende
Partij op de zich op haar grondgebied bevindende onderdanen en ondernemingen van de
andere Overeenkomstsluitende Partij een behandeling toe die gelijk is aan die welke
is voorbehouden aan haar eigen onderdanen en aan de onderdanen van de andere Lid-Staten
van de Europese Economische Gemeenschap.
Iedere Overeenkomstsluitende Partij neemt de verplichting op zich op haar grondgebied
en voor zover haar wetgeving zulks toestaat, door de andere Overeenkomstsluitende
Partij te organiseren exposities en andere manifestaties van economische en Commerciële
aard aan te moedigen en te bevorderen.
Een uit vertegenwoordigers der beide Overeenkomstsluitende Partijen bestaande gemengde
Commissie komt op verzoek van een der Regeringen bijeen ter bespreking van de moeilijkheden
die de toepassing van deze Overeenkomst met zich zou kunnen brengen en heeft het recht
de Overeenkomstsluitende Partijen voorstellen te doen die deze toepassing zouden kunnen
bevorderen.
-
1 Indien zich tussen de Overeenkomstsluitende Partijen een geschil mocht voordoen over
de uitlegging of de uitvoering van de bepalingen van deze Overeenkomst en indien dit
geschil niet binnen een termijn van zes maanden op bevredigende wijze zou kunnen worden
geregeld (door de in artikel 11 van deze Overeenkomst bedoelde Gemengde Commissie),
wordt het op verzoek van een der Partijen aan een uit drie leden bestaand scheidsgerecht
voorgelegd. Iedere Overeenkomstsluitende Partij wijst een scheidsman aan. De beide
aangewezen scheidsmannen benoemen een voorzittend scheidsman, die onderdaan moet zijn
van een derde Staat.
-
2 Indien een der Partijen geen scheidsman heeft aangewezen en indien zij geen gevolg
heeft gegeven aan het Verzoek van de andere Partij om binnen twee maanden tot deze
aanwijzing over te gaan, wordt de scheidsman op verzoek van laatstgenoemde Partij
benoemd door de President van het Internationale Gerechtshof.
-
4 Indien in de gevallen genoemd in het tweede en derde lid van dit artikel, de President
van het Internationale Gerechtshof verhinderd is of indien hij onderdaan is van een
der Partijen, geschieden de benoemingen door de Vice-President. Indien deze verhinderd
is of indien hij onderdaan is van een der Partijen, geschieden de benoemingen door
het in jaren oudste lid van het Hof dat geen onderdaan is van een der Partijen.
-
5 Het scheidsgerecht doet uitspraak op de grondslag van de eerbiediging van het recht.
Alvorens uitspraak te doen kan het scheidsgerecht, binnen het raam van de procedure,
een minnelijke schikking van het geschil ter goedkeuring aan de Partijen voorleggen.
Deze Overeenkomst dient te worden bekrachtigd; de akten van bekrachtiging worden zo
spoedig mogelijk te 's-Gravenhage uitgewisseld.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is deze Overeenkomst van toepassing op
heil in Europa gelegen Koninkrijk, op Suriname en op de Nederlandse Antillen, tenzij
de akte van bekrachtiging van het Koninkrijk der Nederlanden anders bepaalt.
-
2 Zij is geldig voor de duur van een jaar te rekenen van de datum dat zij in werking
is getreden en zal worden beschouwd als stilzwijgend van jaar tot jaar te zijn verlengd,
tenzij een der Overeenkomstsluitende Partijen haar uiterlijk drie maanden voor de
afloop van de geldigheidsperiode schriftelijk opzegt.