Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering [...] (Hemden-Aalten; Zwillbrock-Groenlo; Nordhorn-Denekamp), Bonn, 30-05-1964

Geraadpleegd op 28-03-2024.
Geldend van 30-05-1964 t/m heden

Notawisseling tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland inzake samenvoeging grenscontrole (Hemden-Aalten; Zwillbrock-Groenlo; Nordhorn-Denekamp)

Authentiek : NL

Nr. XXI

AUSWÄRTIGES AMT

V3 - 81 SA 47-3-

Verbalnote

Das Auswärtige Amt beehrt sich, der Botschaft des Königreichs der Niederlande unter Bezugnahme auf Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens vom 30. Mai 1958 zwischen der Bundesrepublik Deutschland und dem Königreich der Niederlande über die Zusammenlegung der Grenzabfertigung und über die Einrichtung von Gemeinschafts- oder Betriebswechselbahnhöfen an der deutsch-niederländischen Grenze mitzuteilen, dass die Regierung der Bundesrepublik Deutschland das Schreiben des Bundesministers der Finanzen vom 14. April 1964 — III B/3-Z 1108 (Nie)- 59/64 — und das Schreiben des niederländischen Staatssekretärs der Finanzen vom 28. April 1964 — D 4/3286 - zur Kenntnis genommen hat, mit denen gemäss Artikel 1 Absatz 4 Buchstabe a des Abkommens folgende Vereinbarung getroffen wird:

I.

Im Strassenverkehr werden die deutsche und die niederländische Grenzabfertigung wie folgt zusammengelegt:

  • 1. an der Strasse von Hemden nach Aalten auf deutschem und niederländischem Gebiet,

  • 2. an der Strasse von Zwillbrock nach Groenlo auf deutschem und niederländischem Gebiet,

  • 3. an der Strasse von Nordhorn nach Denekamp auf deutschem und niederländischem Gebiet.

II.

Die Zonen im Sinne des Artikels 3 des Abkommens umfassen die zur Durchführung der Grenzabfertigung erforderlichen Diensträume und Anlagen einschliesslich der Rampen und angrenzenden Parkräume sowie

  • 1. einen Abschnitt der Strasse von Hemden nach Aalten auf deutschem und niederländischem Gebiet von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von jeweils 150 Metern, gemessen in beiden Richtungen, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 2. einen Abschnitt der Strasse von Zwillbrock nach Groenlo auf deutschem und niederländischem Gebiet von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von jeweils 75 Metern, gemessen in beiden Richtungen, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse,

  • 3. einen Abschnitt der Strasse von Nordhorn nach Denekamp auf deutschem und niederländischem Gebiet von der gemeinsamen Grenze bis zu einer Entfernung von jeweils 225 Metern, gemessen in beiden Richtungen, vom Schnittpunkt der gemeinsamen Grenze mit der Achse der Strasse.

Die Regierung der Bundesrepublik Deutschland betrachtet den Austausch dieser Verbalnote und der Antwortnote der Botschaft des Königreichs der Niederlande nach Artikel 1 Absatz 5 des Abkommens als Bestätigung dieser Vereinbarung.

Diese Vereinbarung tritt am 30. Mai 1964 in Kraft. Sie kann jederzeit auf diplomatischem Wege gekündigt werden. Sie tritt 6 monate nach Kündigung ausser Kraft.

Das Auswärtige Amt benutzt auch diesen Anlass, die Botschaft des Königreichs der Niederlande erneut seiner ausgezeichneten Hochachtung zu versichern.

Bonn, den 30. Mai 1964.

An die

Königlich Niederländische Botschaft

Nr. XXII

AMBASSADE VAN HET KONINKRIJK

DER NEDERLANDEN

Nr. 7838

Note Verbale

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden heeft de eer aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken de ontvangst te bevestigen van zijn note verbale van heden, V 3 - 81 SA 47-3-, waarvan de inhoud als volgt luidt:

„Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft de eer de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden onder verwijzing naar artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst van 30 mei 1958 tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden nopens de samenvoeging van de grenscontrole en de instelling van gemeenschappelijke spoorwegstations of van grensaflosstations aan de duits-nederlandse grens, mede te delen, dat de Regering van de Bondsrepubliek Duitsland kennis heeft genomen van het schrijven van de Bondsminister van Financiën d.d. 14 april 1964, III B/3 - Z 1108 (Nie) - 59/64, en van het schrijven van de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën d.d. 28 april 1964, D 4/3286, waarbij conform artikel 1, lid 4, sub a, der Overeenkomst de volgende regeling wordt getroffen:

I

In het wegverkeer worden de Duitse en de Nederlandse grenscontrole als volgt samengevoegd:

  • 1. Op de straatweg van Hemden naar Aalten op Duits en Nederlands gebied,

  • 2. Op de straatweg van Zwillbrock naar Groenlo op Duits en Nederlands gebied,

  • 3. Op de straatweg van Nordhorn naar Denekamp op Duits en Nederlands gebied.

II

De zones als bedoeld in Artikel 3 der Overeenkomst omvatten de voor de uitvoering van de grenscontrole benodigde dienstvertrekken en installaties, met inbegrip van platforms en aangrenzende parkeerterreinen, alsmede

  • 1. een gedeelte van de straatweg van Hemden naar Aalten op Duits en Nederlands gebied vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 150 meter, in beide richtingen gemeten vanaf het snijpunt van de gemeenschappelijke grens met de as van de weg,

  • 2. een gedeelte van de straatweg van Zwillbrock naar Groenlo op Duits en Nederlands gebied vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 75 meter, in beide richtingen gemeten vanaf het snijpunt van de gemeenschappelijke grens met de as

    van de weg,

  • 3. een gedeelte van de straatweg van Nordhorn naar Denekamp op Duits en Nederlands gebied vanaf de gemeenschappelijke grens tot op een afstand van 225 meter, in beide richtingen gemeten vanaf het snijpunt van de gemeenschappelijke grens met de as van de weg.

De Regering van de Bondsrepubliek Duitsland beschouwt de uitwisseling van deze note verbale met de antwoordnota van de Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden, overeenkomstig artikel 1, lid 5 van de Overeenkomst, als bevestiging van deze regeling.

Deze regeling treedt op 30 mei 1964 in werking. Zij kan te allen tijde langs diplomatieke weg worden opgezegd. Zij treedt zes maanden na opzegging buiten werking.”

De ambassade heeft de eer het Ministerie mede te delen, dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden er mede instemt, dat de note verbale van het Ministerie en deze antwoordnota de in artikel 1, lid 5, van de Overeenkomst bedoelde bevestiging vormen van de in het voorgaande aangehaalde briefwisseling tussen de Bondsminister van Financiën en de Nederlandse Staatssecretaris van Financiën, en dat de regeling op 30 mei 1964 in werking treedt.

De Ambassade van het Koninkrijk der Nederlanden maakt van deze gelegenheid gebruik om het Ministerie van Buitenlandse Zaken nogmaals haar bijzondere hoogachting te betuigen.

Bonn, 30 mei 1964.

Aan het Ministerie van Buitenlandse Zaken

van de Bondsrepubliek Duitsland

te Bonn

Naar boven