De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie geniet voor zover zij haar werkzaamheden
verricht op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa, voorrechten
en immuniteiten genoemd in het Verdrag tot instelling van de Europese Gemeenschap
voor Atoomenergie en het daarbij behorend Protocol betreffende voorrechten en immuniteiten
(hierna genoemd „het Protocol”) overeenkomstig de volgende beginselen:
-
1) De vrijstelling genoemd in artikel 3, eerste alinea, van het Protocol is eveneens
van toepassing op alle directe belastingen, rechten en heffingen welke worden geheven
ten bate van een plaatselijke gemeenschap (provinciën, gemeenten enz.). Van deze vrijstelling
zijn alleen uitgezonderd de belastingen, rechten en heffingen die een vergoeding zijn
voor diensten van algemeen nut.
-
2) De vrijstelling van artikel 3, tweede alinea, wordt toegepast als volgt:
-
a) de Gemeenschap is vrijgesteld van registratie- en zegelrechten, met uitzondering van
de rechten welke worden geheven op het kapitaalverkeer;
-
b) aan de Gemeenschap wordt op daartoe gedaan verzoek teruggaaf verleend van de omzetbelasting
voldaan voor aan de Gemeenschap geleverde goederen en ten behoeve van de Gemeenschap
verrichte diensten.
De teruggaaf van omzetbelasting voldaan voor aan de Gemeenschap geleverde goederen
wordt verleend tot het bedrag hetwelk zou worden teruggegeven indien de geleverde
goederen door de Gemeenschap zouden zijn uitgevoerd.
De teruggaaf van omzetbelasting voldaan voor ten behoeve van de Gemeenschap verrichte
diensten omvat mede de omzetbelasting voldaan voor de ten behoeve van deze diensten
verbruikte goederen en verrichte diensten voor zover deze omzetbelasting op duidelijke
en eenvoudige wijze in de door de Gemeenschap te betalen prijs kan worden aangegeven.
Het verzoek om teruggaaf moet worden gedaan binnen drie maanden na afloop van het
kwartaal waarin voor de geleverde goederen of de verrichte diensten de rekening is
ontvangen. Geen teruggaaf wordt verleend indien de prijs voor geleverde goederen of
verrichte diensten per bestelling niet meer bedraagt dan f 500,-;
-
c) binnen het raam van nader overeen te komen contingenten zijn stookolie en motorbrandstoffen,
welke de Gemeenschap voor haar officieel gebruik nodig heeft, vrijgesteld van alle
rechten, belastingen en heffingen;
-
d) de Gemeenschap is vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting voor de automobielen welke
bij haar in officieel gebruik zijn.
-
3) De vrijstelling genoemd in artikel 4 van het Protocol is van toepassing op alle rechten,
belastingen en heffingen welke bij of terzake van de invoer worden geheven.
Voor de toepassing van de wettelijke douanebepalingen welke in Nederland van kracht
zijn ten aanzien van goederen, welke tijdelijk worden ingevoerd om een bewerking te
ondergaan of tot andere goederen te worden verwerkt dan wel om, zonder daarbij een
verwerking te ondergaan, als delen of onderdelen te worden aangebracht aan andere
goederen, wordt de levering van zodanige goederen aan binnen Nederland dan wel op
het grondgebied van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie gevestigde diensten van
de Gemeenschap behandeld als ware zij een wederuitvoer naar een land, dat geen lid
is van de Gemeenschap.
-
4) De bepalingen betreffende de toepassing van artikel 3, tweede alinea, van het Protocol
(zie § 2 hiervoor) en van artikel 4 van van het Protocol (zie § 3 hiervoor) zijn eveneens
van toepassing op de leveringen en diensten welke worden verricht binnen het kader
van overeenkomsten door middel waarvan de Gemeenschap en particuliere en publieke
organisaties gemeenschappelijk streven naar de verwezenlijking van de doeleinden gesteld
door het Euratom Verdrag.
De toepassing van de voorgaande bepalingen blijft in dit geval beperkt tot een percentage
gelijk aan de financiële deelneming van de Gemeenschap, voor het geheel van de leveringen
en diensten verricht ter verwezenlijking van deze doeleinden.
-
5) De brieven en andere vormen van mededeling, gericht aan diensten of aan personeel
van de Gemeenschap, gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden, en afkomstig van
andere diensten van de Gemeenschappen, internationale instellingen of van de autoriteiten
van Lid-Staten, evenals de brieven en vormen van mededeling van dezelfde aard verzonden
door deze diensten of dit personeel aan andere diensten van de Gemeenschappen, internationale
instellingen of de autoriteiten van Lid-Staten, worden geacht officiële mededelingen
te zijn in de zin van artikel 5, eerste alinea, van het Prococol.
-
6) In de toepassing van de bepalingen van artikel 182 van het Euratom Verdrag kan de
Gemeenschap vrijelijk op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa
de hierondergenoemde beschikkingshandelingen verrichten:
-
a) aan- en verkoop van deviezen bij erkende banken, het in bezit hebben of gebruik maken
van deviezen, het aanhouden van rekeningen in deviezen, de aan- en verkoop van roerende
en onroerende goederen door bemiddeling van erkende financiële instellingen, het in
bezit hebben van roerende en onroerende goederen, alsmede iedere rechtshandeling ten
opzichte van deze goederen overeenkomstig de bepalingen van artikel 182 van het Euratom
Verdrag;
-
b) overmaking van eigen fondsen, titels en waarden in buitenlandse valuta binnen het
grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa of van het Koninkrijk der
Nederlanden naar ieder ander land of van ieder ander land, naar het grondgebied van
het Koninkrijk der Nederlanden in Europa overeenkomstig de bepalingen van artikel
182 van het Euratom Verdrag;
-
c) ingeval de deviezenvoorschriften zich verzetten tegen één of meer beschikkingshandelingen
bedoeld in alinea a en b, zal de Nederlandse Bank op aanvrage de vereiste vergunningen verlenen;
-
d) de door de Gemeenschap op een of meer door de Nederlandse Regering daartoe aangewezen
rekeningen gestorte fondsen zijn onderworpen aan artikel 181 van het Euratom Verdrag
met dien verstande dat deze fondsen zolang zij aldus gedeponeerd zijn, de waarde behouden
die overeenstemt met de pariteit welke gold op de dag van deponering ten opzichte
van de rekeneenheid, bedoeld in artikel 181, eerste alinea, van het Euratom Verdrag.
Deze bepaling is slechts van toepassing op voorwaarde dat bovengenoemde rekeningen
uitsluitend worden gevoed uit de rekeningen in Nederlandse guldens, welke de Regering
van het Koninkrijk der Nederlanden heeft geopend ten behoeve van de Gemeenschap, overeenkomstig
de bepalingen van artikel 181, derde alinea, van het Euratom Verdrag.
-
7) De ambtenaren en personeelsleden van de Gemeenschap, genoemd in artikel 186 van het
Verdrag en begrepen onder de in artikel 15 van het Protocol vermelde categorieën,
die op het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden hun werk verrichten,
genieten de in dat Protocol bedoelde voorrechten en immuniteiten zonder onderscheid
ten aanzien van nationaliteit.
-
8) Alleen het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is bevoegd kennis te nemen
van geschillen welke mochten rijzen tussen de Nederlandse Regering en de Commissie
betreffende de uitlegging of de toepassing van de voorgaande beginselen.