Notawisseling tussen de Nederlandse Regering en de Commissie van de Europese Gemeenschap [...] grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden, Brussel, 25-07-1961

Geraadpleegd op 23-04-2024.
Geldend van 25-07-1961 t/m heden

Notawisseling tussen de Nederlandse Regering en de Commissie van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie (Euratom) inzake voorrechten en immuniteiten voor Euratom op het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden

Authentiek : NL

Nr. I

EUROPESE GEMEENSCHAP

VOOR ATOOMENERGIE

(De Commissie)

Brussel, 25 juli 1961.

Excellentie,

Aangezien de werkzaamheden van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie het noodzakelijk maken dat de Commissie diensten vestigt op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa en aldaar personeel tewerk stelt, komt het mij wenselijk voor de toepassing van voorrechten en immuniteiten als voorzien in het Verdrag tot instelling van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en in het daarbij behorend Protocol betreffende voorrechten en immuniteiten, voor deze diensten en de daarbij werkzame ambtenaren te regelen.

Ik heb de eer U daarom voor te stellen dat deze toepassing wordt geregeld overeenkomstig de beginselen in de bijlage bij deze brief.

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Commissie zullen voorts, indien daartoe aanleiding bestaat, nader overleg plegen teneinde er zich van te vergewissen dat de toepassingsregelen voor beide partijen op bevredigende wijze werken.

Indien de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden instemt met de voorstellen, vervat in de annex bij deze brief, moge ik voorstellen dat deze brief en Uw antwoord daarop zullen worden geacht een overeenkomst terzake te vormen tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Commissie van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, welke in werking treedt op de dag waarop ik Uw antwoordschrijven zal hebben ontvangen.

Inmiddels teken ik, met gevoelens mijner bijzondere hoogachting,

(w.g.) E. HIRSCH

Zijner Excellentie

Mr. J.M. A.H. Luns,

Minister van Buitenlandse Zaken

te 's-Gravenhage

Annex

De Europese Gemeenschap voor Atoomenergie geniet voor zover zij haar werkzaamheden verricht op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa, voorrechten en immuniteiten genoemd in het Verdrag tot instelling van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en het daarbij behorend Protocol betreffende voorrechten en immuniteiten (hierna genoemd „het Protocol”) overeenkomstig de volgende beginselen:

  • 1) De vrijstelling genoemd in artikel 3, eerste alinea, van het Protocol is eveneens van toepassing op alle directe belastingen, rechten en heffingen welke worden geheven ten bate van een plaatselijke gemeenschap (provinciën, gemeenten enz.). Van deze vrijstelling zijn alleen uitgezonderd de belastingen, rechten en heffingen die een vergoeding zijn voor diensten van algemeen nut.

  • 2) De vrijstelling van artikel 3, tweede alinea, wordt toegepast als volgt:

    • a) de Gemeenschap is vrijgesteld van registratie- en zegelrechten, met uitzondering van de rechten welke worden geheven op het kapitaalverkeer;

    • b) aan de Gemeenschap wordt op daartoe gedaan verzoek teruggaaf verleend van de omzetbelasting voldaan voor aan de Gemeenschap geleverde goederen en ten behoeve van de Gemeenschap verrichte diensten.

      De teruggaaf van omzetbelasting voldaan voor aan de Gemeenschap geleverde goederen wordt verleend tot het bedrag hetwelk zou worden teruggegeven indien de geleverde goederen door de Gemeenschap zouden zijn uitgevoerd.

      De teruggaaf van omzetbelasting voldaan voor ten behoeve van de Gemeenschap verrichte diensten omvat mede de omzetbelasting voldaan voor de ten behoeve van deze diensten verbruikte goederen en verrichte diensten voor zover deze omzetbelasting op duidelijke en eenvoudige wijze in de door de Gemeenschap te betalen prijs kan worden aangegeven.

      Het verzoek om teruggaaf moet worden gedaan binnen drie maanden na afloop van het kwartaal waarin voor de geleverde goederen of de verrichte diensten de rekening is ontvangen. Geen teruggaaf wordt verleend indien de prijs voor geleverde goederen of verrichte diensten per bestelling niet meer bedraagt dan f 500,-;

    • c) binnen het raam van nader overeen te komen contingenten zijn stookolie en motorbrandstoffen, welke de Gemeenschap voor haar officieel gebruik nodig heeft, vrijgesteld van alle rechten, belastingen en heffingen;

    • d) de Gemeenschap is vrijgesteld van motorrijtuigenbelasting voor de automobielen welke bij haar in officieel gebruik zijn.

  • 3) De vrijstelling genoemd in artikel 4 van het Protocol is van toepassing op alle rechten, belastingen en heffingen welke bij of terzake van de invoer worden geheven.

    Voor de toepassing van de wettelijke douanebepalingen welke in Nederland van kracht zijn ten aanzien van goederen, welke tijdelijk worden ingevoerd om een bewerking te ondergaan of tot andere goederen te worden verwerkt dan wel om, zonder daarbij een verwerking te ondergaan, als delen of onderdelen te worden aangebracht aan andere goederen, wordt de levering van zodanige goederen aan binnen Nederland dan wel op het grondgebied van de Belgisch-Luxemburgse Economische Unie gevestigde diensten van de Gemeenschap behandeld als ware zij een wederuitvoer naar een land, dat geen lid is van de Gemeenschap.

  • 4) De bepalingen betreffende de toepassing van artikel 3, tweede alinea, van het Protocol (zie § 2 hiervoor) en van artikel 4 van van het Protocol (zie § 3 hiervoor) zijn eveneens van toepassing op de leveringen en diensten welke worden verricht binnen het kader van overeenkomsten door middel waarvan de Gemeenschap en particuliere en publieke organisaties gemeenschappelijk streven naar de verwezenlijking van de doeleinden gesteld door het Euratom Verdrag.

    De toepassing van de voorgaande bepalingen blijft in dit geval beperkt tot een percentage gelijk aan de financiële deelneming van de Gemeenschap, voor het geheel van de leveringen en diensten verricht ter verwezenlijking van deze doeleinden.

  • 5) De brieven en andere vormen van mededeling, gericht aan diensten of aan personeel van de Gemeenschap, gevestigd in het Koninkrijk der Nederlanden, en afkomstig van andere diensten van de Gemeenschappen, internationale instellingen of van de autoriteiten van Lid-Staten, evenals de brieven en vormen van mededeling van dezelfde aard verzonden door deze diensten of dit personeel aan andere diensten van de Gemeenschappen, internationale instellingen of de autoriteiten van Lid-Staten, worden geacht officiële mededelingen te zijn in de zin van artikel 5, eerste alinea, van het Prococol.

  • 6) In de toepassing van de bepalingen van artikel 182 van het Euratom Verdrag kan de Gemeenschap vrijelijk op het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa de hierondergenoemde beschikkingshandelingen verrichten:

    • a) aan- en verkoop van deviezen bij erkende banken, het in bezit hebben of gebruik maken van deviezen, het aanhouden van rekeningen in deviezen, de aan- en verkoop van roerende en onroerende goederen door bemiddeling van erkende financiële instellingen, het in bezit hebben van roerende en onroerende goederen, alsmede iedere rechtshandeling ten opzichte van deze goederen overeenkomstig de bepalingen van artikel 182 van het Euratom Verdrag;

    • b) overmaking van eigen fondsen, titels en waarden in buitenlandse valuta binnen het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa of van het Koninkrijk der Nederlanden naar ieder ander land of van ieder ander land, naar het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden in Europa overeenkomstig de bepalingen van artikel 182 van het Euratom Verdrag;

    • c) ingeval de deviezenvoorschriften zich verzetten tegen één of meer beschikkingshandelingen bedoeld in alinea a en b, zal de Nederlandse Bank op aanvrage de vereiste vergunningen verlenen;

    • d) de door de Gemeenschap op een of meer door de Nederlandse Regering daartoe aangewezen rekeningen gestorte fondsen zijn onderworpen aan artikel 181 van het Euratom Verdrag met dien verstande dat deze fondsen zolang zij aldus gedeponeerd zijn, de waarde behouden die overeenstemt met de pariteit welke gold op de dag van deponering ten opzichte van de rekeneenheid, bedoeld in artikel 181, eerste alinea, van het Euratom Verdrag.

    Deze bepaling is slechts van toepassing op voorwaarde dat bovengenoemde rekeningen uitsluitend worden gevoed uit de rekeningen in Nederlandse guldens, welke de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden heeft geopend ten behoeve van de Gemeenschap, overeenkomstig de bepalingen van artikel 181, derde alinea, van het Euratom Verdrag.

  • 7) De ambtenaren en personeelsleden van de Gemeenschap, genoemd in artikel 186 van het Verdrag en begrepen onder de in artikel 15 van het Protocol vermelde categorieën, die op het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden hun werk verrichten, genieten de in dat Protocol bedoelde voorrechten en immuniteiten zonder onderscheid ten aanzien van nationaliteit.

  • 8) Alleen het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen is bevoegd kennis te nemen van geschillen welke mochten rijzen tussen de Nederlandse Regering en de Commissie betreffende de uitlegging of de toepassing van de voorgaande beginselen.

Nr. II

Brussel, 25 juli 1961.

Mijnheer de Voorzitter,

Hierbij heb ik de eer U de goede ontvangst te bevestigen van Uw brief van 25 juli 1961, waarvan de inhoud als volgt luidt:

[Red: (zoals in nr.I)]

Ik heb de eer U mede te delen dat de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden met de inhoud van deze brief instemt. Ik kan mij ermede verenigen dat Uw brief en mijn antwoord daarop zullen worden geacht een overeenkomst terzake te vormen tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Commissie van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, welke terstond in werking treedt.

Gelieve, Mijnheer de Voorzitter, de verzekering te aanvaarden van mijn bijzondere hoogachting.

(w.g.) J. LUNS

Aan de Heer Voorzitter van de

Commissie van de Europese Gemeenschap

voor Atoomenergie,

Belliardstraat 51-53,

Brussel.

Naar boven