Protocol inzake de afschaffing van controles en formaliteiten aan de binnengrenzen [...] de opheffing van de belemmeringen van het vrije verkeer, 's-Gravenhage, 29-04-1969

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 29-01-1971 t/m heden

Protocol inzake de afschaffing van controles en formaliteiten aan de binnengrenzen van Benelux en inzake de opheffing van de belemmeringen van het vrije verkeer

Authentiek : NL

Protocol inzake de afschaffing van controles en formaliteiten aan de binnengrenzen van Benelux en inzake de opheffing van de belemmeringen van het vrije verkeer

De Regering van het Koninkrijk België,

De Regering van het Groothertogdom Luxemburg,

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden,

Overwegende dat het wenselijk is aan het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie de bevoegdheid te verlenen om voor de drie Regeringen bindende beschikkingen te nemen tot opheffing van maatregelen, welke aan de binnengrenzen van Benelux een hindernis vormen voor het vrije verkeer, alsmede tot coördinatie van de wetgevingen der drie landen;

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

Overeenkomstig artikel 19 a) van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie, kan het Comité van Ministers beschikkingen nemen met het oog op:

Artikel 2

Dit Protocol vormt een integrerend bestanddeel van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie.

Het treedt in werking op de dag van de nederlegging van de derde akte van bekrachtiging bij de Secretaris-Generaal van de Benelux Economische Unie.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, daartoe behoorlijk gemachtigd, dit Protocol hebben ondertekend.

GEDAAN te 's-Gravenhage, op 29 april 1969, in drievoud, in de Nederlandse en de Franse taal, zijnde beide teksten gelijkelijk authentiek.

Gemeenschappelijke memorie van toelichting

Artikel 1 van het Verdrag tot instelling van de Benelux Economische Unie omschrijft de doelstellingen van de Economische Unie. Dit doel is reeds in ruime mate bereikt door harmonisatie van nationale voorschriften op basis van, door het Comité van Ministers vastgestelde, beschikkingen, aanbevelingen of overeenkomsten.

Op basis van artikel 19 a) van het Unieverdrag kan het Comité van Ministers slechts beschikkingen nemen die de Regeringen verbinden, indien een bepaling van het Verdrag het uitdrukkelijk aan dit Comité opdraagt.

Artikel 1 a)

Herhaalde malen hebben de Raadgevende Interparlementaire Beneluxraad en de Economische en Sociale Raad van Advies van Benelux de regeringen verzocht de controles en formaliteiten aan de binnengrenzen van Benelux - die immers weinig in overeenstemming zijn met de voltooiing van een Economische Unie - af te schaffen.

Geen enkele bepaling van het Verdrag geeft nu aan het Comité van Ministers de bevoegdheid om maatregelen te nemen tot afschaffing van deze controles en formaliteiten.

Artikel 1 a) beoogt in deze situatie verandering te brengen door aan het Comité van Ministers een algemene bevoegdheid toe te kennen om beschikkingen te nemen tot afschaffing van deze controles en formaliteiten.

Naarmate de mogelijkheden zich voordoen, zal het Comité van Ministers bepalen welke controles en formaliteiten afgeschaft kunnen worden.

Artikel 1 b)

Deze bepaling geeft aanleiding tot de volgende opmerkingen.

Op basis van het Unieverdrag kan het Comité van Ministers slechts aanbevelingen geven met het oog op de coördinatie van de wetgevingen der drie landen, zoals voorgeschreven door de artikelen 6 en 7 van het Verdrag.

Hoewel op grond van artikel 19 c) van het Verdrag deze aanbevelingen de Hoge Verdragsluitende Partijen niet verbinden, heeft de coördinatie van de wetgevingen door middel van aanbevelingen op bepaalde gebieden vooruitgang gemaakt, dank zij de nieuwe stimulans die door het Comité van Ministers aan de werkzaamheden tot opheffing van de resterende belemmeringen is gegeven.

Het voortbestaan van een aantal belemmeringen welke bijzonder moeilijk uit de weg zijn te ruimen, heeft ertoe geleid dat de drie regeringen het belang hebben overwogen aan het Comité van Ministers de zorg toe te vertrouwen de resterende belemmeringen niet meer door aanbevelingen die de regeringen niet verbinden uit de weg te ruimen, maar door middel van beschikkingen welke hen verplichten hun wetgevingen aan te passen binnen de in de beschikking gestelde termijn.

Ten slotte zij nog eens herhaald, dat het hier gaat om beschikkingen in de zin van artikel 19 a) van het Unieverdrag, dat bepaalt dat de beschikkingen de Hoge Verdragsluitende Partijen verbinden. Deze dienen dus op het nationale vlak de nodige maatregelen te treffen om aan de beschikkingen uitvoering te geven.

Naar boven