Artikel I. Omschrijvingen
In deze Overeenkomst betekent
-
1. de afkorting „SHAPE”: Algemeen Hoofdkwartier van de Geallieerde Mogendheden in Europa;
-
2. de afkorting „SACEUR”: Geallieerde Opperbevelhebber in Europa;
-
3. „Geallieerd Hoofdkwartier”: elk rechtstreeks aan SHAPE ondergeschikt internationaal
militair hoofdkwartier en elk ander aan SHAPE ondergeschikt internationaal militair
hoofdkwartier of elke andere aan SHAPE ondergeschikte internationale militaire organisatie,
waarop de Noordatlantische Raad artikel 14 van het Protocol van toepassing verklaart;
-
4. „Verdrag”: het op 19 juni 1951 te Londen door de Partijen bij het Noordatlantisch
Verdrag gesloten Verdrag nopens de rechtspositie van hun krijgsmachten;
-
5. „Protocol”: het op 28 augustus 1952 te Parijs ondertekende Protocol nopens de rechtspositie
van uit hoofde van het Noordatlantisch Verdrag ingestelde internationale militaire
hoofdkwartieren.
Artikel II. Plaats van vestiging van de Geallieerde Hoofdkwartieren
De plaats van vestiging van de onderscheiden onderdelen van de Geallieerde Hoofdkwartieren
in vredestijd op het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden en elke
wijziging in die plaats worden bepaald door een regeling tussen de Nederlandse Regering
en SHAPE.
Artikel III. Personeelssterkte van de Geallieerde Hoofdkwartieren
Artikel IV. Bevoegdheid tot het verrichten van rechtshandelingen
De in artikel 10 van het Protocol aan SHAPE toegekende bevoegdheid tot het verrichten
van rechtshandelingen wordt, wat betreft hetzij SHAPE zelf, hetzij elk Geallieerd
Hoofdkwartier binnen het Europese grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden,
uitgeoefend door SACEUR of door een ondergeschikte gezagsdrager, die door hem is aangewezen
om in zijn naam en namens hem te handelen.
Artikel V. Vertegenwoordiging in rechte
De Nederlandse Regering kan op een desbetreffend verzoek erin toestemmen ten behoeve
van SHAPE op te treden in elk rechtsgeding, aanhangig bij een Nederlandse rechterlijke
instantie, waarin een Geallieerd Hoofdkwartier is betrokken. Alle daaraan verbonden
kosten worden door SHAPE aan de Nederlandse Regering vergoed.
Artikel VI. Onschendbaarheid van de gebouwen
-
(1.) Zij, die krachtens een Nederlandse wettelijke bepaling bevoegd zijn een plaats tegen
de wil van de rechthebbende te betreden, betreden de gebouwen van een Geallieerd Hoofdkwartier
niet dan met toestemming van zijn Commandant of Directeur.
-
(3.) Niets in dit artikel doet afbreuk aan de onschendbaarheid van archieven en andere
officiële documenten, noch aan de verificatieprocedures, zoals deze zijn neergelegd
in artikel 13 van het Protocol.
Artikel VII. Immuniteiten
-
(1.) De Nederlandse Regering verleent zowel aan militairen als aan burgers van andere dan
Nederlandse nationaliteit, die geallieerde functies bekleden met hoge verantwoordelijkheid,
voor de duur van hun zending, immuniteit van rechtsmacht ten aanzien van hetgeen zij
in hun officiële hoedanigheid en binnen de grenzen van hun bevoegdheid hebben gezegd,
geschreven en gedaan. Deze immuniteit wordt niet toegekend ten voordele van de personen
zelf, maar ter verzekering van de onafhankelijke uitoefening van hun functies met
betrekking tot het Noordatlantisch Verdrag.
-
(5.) De Secretaris-Generaal van de NAVO en SACEUR werken te allen tijde met de Nederlandse
autoriteiten samen teneinde de rechtsbedeling te vergemakkelijken, de nakoming van
de politieverordeningen te verzekeren en ieder misbruik te vermijden, waartoe de bovenvermelde
voorrechten en immuniteiten aanleiding zouden kunnen geven.
Artikel VIII. Belastingen en rechten
-
(1.) Ter uitvoering van artikel 8, eerste lid, van het Protocol verleent de Nederlandse
Regering, in de mate en op de wijze als hieronder omschreven, aan de Geallieerde Hoofdkwartieren
vrijstelling van Nederlandse belastingen en rechten, voor zover deze geredelijk herkenbaar
zijn.
-
(2.) De vrijstelling van belastingen en rechten op uitgaven, die de Geallieerde Hoofdkwartieren
in Nederland hebben gedaan met betrekking tot uitrusting, goederen, werken en diensten
voor de gemeenschappelijke verdedigingsinspanning en voor hun officieel gebruik te
eigen behoeve, is met inachtneming van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel
van toepassing op:
voor zover vrijstelling zou worden verleend, indien de goederen uit Nederland zouden
worden uitgevoerd, ongeacht of zij in feite worden uitgevoerd dan wel in Nederland
blijven.
-
(3.)
-
(a) Met betrekking tot betalingen uit hoofde van met Nederlandse leveranciers gesloten
en rechtstreeks door een Geallieerd Hoofdkwartier gefinancierde contracten wordt de
krachtens deze Overeenkomst toegekende vrijstelling van belastingen en rechten verwezenlijkt
op zodanige wijze, dat in de betalingen door een Geallieerd Hoofdkwartier de in het
tweede lid genoemde rechten en belastingen niet zijn begrepen.
-
(b) Met betrekking tot betalingen, die de Nederlandse Regering heeft gedaan in haar hoedanigheid
van inkoper voor SHAPE en waarvoor zij geheel of gedeeltelijk terugbetaling ontvangt
van SHAPE, bevat zodanige terugbetaling niet de in lid 2 genoemde rechten en belastingen.
-
(4.) Indien een niet met name in deze Overeenkomst genoemde Nederlandse belasting of genoemd
Nederlands recht de in deze Overeenkomst bedoelde uitgaven zou treffen, zullen de
beide Partijen bijeenkomen om te beslissen over de vraag, of vrijstelling van zodanige
belastingen en rechten verenigbaar zou zijn met de aan deze Overeenkomst ten grondslag
liggende beginselen. Indien zulks het geval is, zullen de beide Partijen gezamenlijk
een regeling treffen, die in vrijstelling van zodanige belastingen en rechten voorziet.
-
(1.) Voor zover in dit artikel niet anders is bepaald, maakt een Geallieerd Hoofdkwartier
gebruik van de openbare telecommunicatiesystemen van het Koninkrijk der Nederlanden.
Behoudens andere regelingen waarin deze overeenkomst voorziet, valt zulk een gebruik
onder de ten tijde van het gebruik van kracht zijnde Nederlandse bepalingen. Bij de
toepassing van genoemde bepalingen is de behandeling van een Geallieerd Hoofdkwartier
niet minder gunstig dan die van de Nederlandse krijgsmacht.
-
(2.) In de mate waarin zulks voor militaire doeleinden vereist is, is een Geallieerd Hoofdkwartier
gerechtigd tot aanleg, gebruik en onderhoud van:
zulks in overeenstemming met aanvaarde NAVO-procedures, tweezijdige overeenkomsten
en voorschriften, die gelden voor de Nederlandse krijgsmacht.
-
(3.) Doorverbinding van door een Geallieerd Hoofdkwartier aangelegde telecommunicatiefaciliteiten
met het openbare net van het Koninkrijk der Nederlanden is onderworpen aan de goedkeuring
van de Nederlandse PTT-administratie; de aan te leggen maatstaven zijn niet minder
gunstig dan die, welke ten aanzien van de Nederlandse krijgsmacht worden toegepast.
Artikel X. Arbeidsovereenkomsten
Voor het geval dat een Geallieerd Hoofdkwartier personeel zonder internationale rechtspositie
op plaatselijke arbeidsvoorwaarden in dienst wil nemen, zullen de Nederlandse Regering
en SHAPE een regeling treffen aangaande de Nederlandse voorschriften op het gebied
van de sociale voorzieningen.
Artikel XI. Schorsing in geval van vijandelijkheden
Deze Overeenkomst blijft van kracht bij het uitbreken van vijandelijkheden, waarop
het Noordatlantisch Verdrag van toepassing is. Elk van beide Partijen heeft echter
het recht, voor zover haar betreft, de toepassing van elk van de bepalingen van deze
Overeenkomst te schorsen door de andere Partij hiervan kennis te geven met inachtneming
van een termijn van 60 dagen. Wanneer dit recht wordt uitgeoefend, raadplegen beide
Partijen elkander terstond teneinde overeenstemming te bereiken over passende bepalingen
ter vervanging van de geschorste bepalingen.
Artikel XII. Beslechting van geschillen
Alle geschillen tussen de Partijen met betrekking tot de uitlegging of toepassing
van deze Overeenkomst worden door onderhandelingen tussen hen geregeld zonder beroep
op enig rechterlijk orgaan buiten de NAVO. Geschillen, die niet door rechtstreekse
onderhandelingen kunnen worden opgelost, worden, behoudens voor zover in het Verdrag
of in het Protocol het tegendeel wordt bepaald, verwezen naar de Noordatlantische
Raad.
Artikel XIII. Inwerkingtreding
Deze Overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de dag van ondertekening en treedt
definitief in werking op de dag, waarop de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
aan SHAPE heeft te kennen gegeven, dat aan de grondwettelijk vereiste voorwaarden
voor inwerkingtreding in Nederland is voldaan.
Artikel XIV. Duur en herziening