Preambule
De Staten, behoren tot de Europese Regio, die Partij zijn bij deze Overeenkomst,
Herinnerend aan het feit dat, zoals de Algemene Conferentie van de Unesco bij diverse
gelegenheden in haar resoluties inzake Europese samenwerking heeft opgemerkt, „de
ontwikkeling van samenwerking tussen landen op het gebied van onderwijs, wetenschap,
cultuur en communicatie, in overeenstemming met de beginselen, vervat in het Statuut
van de Unesco, een essentiële rol speelt bij het bevorderen van vrede en internationaal
begrip”,
Zich bewust van de nauwe samenhang die, ondanks de verscheidenheid van talen en de
verschillen tussen de economische en sociale stelsels, tussen hun culturen bestaat,
en verlangend hun samenwerking op het gebied van onderwijs en opleiding in het belang
van het welzijn en de blijvende welvaart van hun volken te verstevigen,
Herinnerend aan het feit dat de Staten die in Helsinki zijn bijeengekomen, in de Slotakte
van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (1 augustus 1975) uiting
hebben gegeven aan hun voornemen „de toegang, op wederzijds aanvaardbare voorwaarden,
voor studenten, docenten en wetenschapsbeoefenaren uit de deelnemende Staten tot elkaars
instellingen voor onderwijs, cultuur en wetenschap te verbeteren ... in het bijzonder
door ... te komen tot de wederzijdse erkenning van universitaire graden en diploma's,
hetzij, waar nodig, door overeenkomsten tussen Regeringen, hetzij door rechtstreekse
overeenkomsten tussen universiteiten en andere instellingen van hoger onderwijs en
wetenschappelijk onderzoek” alsook door „het bevorderen van een nauwkeuriger bepaling
van de problemen van vergelijking en gelijkwaardigheid van universitaire graden en
diploma's”,
Herinnerend aan het feit dat, ten einde de verwezenlijking van deze doeleinden te
bevorderen, het merendeel van de Overeenkomstsluitende Staten onderling reeds bilaterale
of subregionale overeenkomsten inzake de gelijkwaardigheid of de erkenning van diploma's
heeft gesloten; verlangend echter, onder voortzetting en vergroting van hun inspanningen
op bilateraal en subregionaal niveau, hun samenwerking op dit gebied tot de gehele
Europese Regio uit te breiden,
Ervan overtuigd dat de grote verscheidenheid van stelsels voor hoger onderwijs in
de Europese Regio een buitengewoon groot cultureel goed vormt, dat behouden dient
te blijven, en verlangend al hun volken in staat te stellen volledig profijt te trekken
van dit grote culturele goed, door voor de inwoners van iedere Overeenkomstsluitende
Staat de toegang tot de onderwijsvoorzieningen van de andere Overeenkomstsluitende
Staten te vergemakkelijken, meer in het bijzonder door hun toestemming te verlenen
hun opleiding aan instellingen voor hoger onderwijs in die andere Staten voort te
zetten,
Overwegend dat, ten einde toelating tot verdere studies mogelijk te maken, het begrip
„erkenning van studies” dient te worden gehanteerd, dat in het kader van sociale en
internationale mobiliteit de mogelijkheid biedt het bereikte opleidingsniveau te beoordelen
aan de hand van de verworven kennis, zoals deze blijkt uit de behaalde diploma's en
graden, alsmede andere ter zake dienende bevoegdheden en bekwaamheden van een persoon,
voor zover deze door de bevoegde autoriteiten aanvaardbaar worden geacht,
Overwegend dat de erkenning door alle Overeenkomstsluitende Staten van gevolgde studies
of behaalde diploma's, getuigschriften of graden in één van deze Staten beoogt de
internationale mobiliteit van personen en de uitwisselingen van ideeën, kennis en
wetenschappelijke en technologische ervaring te bevorderen, en dat het wenselijk zou
zijn buitenlandse studenten aan instellingen voor hoger onderwijs te aanvaarden, op
voorwaarde dat zij aan de erkenning van hun studies of diploma's in geen geval meer
rechten kunnen ontlenen dan die welke studenten uit het desbetreffende land zelf genieten,
Constaterend dat deze erkenning een van de onmisbare voorwaarden vormt om:
-
1. de binnen hun grondgebied bestaande onderwijsvoorzieningen zo doeltreffend mogelijk
te kunnen gebruiken,
-
2. een grotere mobiliteit van docenten, studenten, wetenschappelijke onderzoekers en
beroepsbeoefenaars te verzekeren,
-
3. de moeilijkheden te verlichten die personen die in het buitenland een opleiding hebben
gevolgd of onderwijs hebben genoten, ondervinden na hun terugkeer in eigen land,
Verlangend te verzekeren dat studies, getuigschriften, diploma's en graden op zo ruim
mogelijke schaal worden erkend, met inachtneming van de beginselen van de bevordering
van permanente educatie, de democratisering van het onderwijs, de aanvaarding en de
toepassing van een onderwijsbeleid dat rekening houdt met de structurele, economische,
technologische en sociale veranderingen en dat past in het culturele verband van ieder
land,
Vastbesloten hun toekomstige samenwerking dienaangaande te bekrachtigen en te regelen
door middel van een overeenkomst die een eerste stap zal vormen op de weg naar een
gezamenlijke voortvarende aanpak van alle vraagstukken op dit gebied, hetgeen in het
bijzonder de taak zal zijn van reeds bestaande of eventueel noodzakelijk geachte nieuw
in te stellen nationale, bilaterale, subregionale en multilaterale organen,
Indachtig het feit dat de Algemene Conferentie van de Organisatie van de Verenigde
Naties voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur als uiteindelijk doel heeft gesteld „het
ontwerpen van een internationale overeenkomst inzake de erkenning en de geldigheid
van graden, diploma's en getuigschriften, toegekend door instellingen voor hoger onderwijs
en voor wetenschappelijk onderzoek in alle landen”,