De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en
de Regering van de Volksrepubliek Bulgarije,
Verlangende de samenwerking op het gebied der diergeneeskunde tussen de beide landen
zoveel mogelijk te vergemakkelijken;
Verlangende de onderlinge handel in dieren en dierlijke produkten te ontwikkelen,
met volledige veiligstelling van hun levensbelangen, in het bijzonder van de gezondheidstoestand
der dieren;
Zijn het volgende overeengekomen:
-
2 De grensposten, havens en luchthavens waar de veterinaire controle plaatsvindt, alsmede
de dagen en uren van openstelling daarvan, worden door de bevoegde autoriteiten van
ieder der Partijen vastgesteld en ter kennis gebracht van de bevoegde autoriteiten
van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
-
1 Eenhoevige dieren, herkauwers, varkens en pluimvee moeten, om voor invoer te worden
toegelaten, vergezeld zijn van een certificaat van oorsprong en van gezondheid, inhoudende
de verklaring:
-
a. dat de dieren op het grondgebied van het land van uitvoer zijn geboren of zich ten
minste de laatste zes maanden daarop hebben bevonden;
-
b. dat zij op het ogenblik van inlading zijn onderzocht en zowel gezond als vrij van
ieder verschijnsel van een besmettelijke ziekte zijn bevonden.
-
2 De certificaten van oorsprong en de gezondheidscertificaten kunnen verzamelcertificaten
of afzonderlijke certificaten zijn. De gemengde commissie, voorzien in artikel 22
van deze Overeenkomst, stelt vast welke diersoorten van een verzamelcertificaat, en
welke van een afzonderlijk certificaat dienen te worden vergezeld.
-
5 De dieren, pluimvee en wilde dieren uitgezonderd, worden gemerkt door tatoeëring van
het oor, door het aanbrengen van een metalen beugel of knoop voorzien van een nummer,
of door enig ander onuitwisbaar merkteken waardoor identificatie mogelijk is.
Uitvoercertificaten voor dieren die vatbaar zijn voor een der in dit artikel genoemde
ziekten worden, wat de vatbare soorten betreft, slechts afgegeven indien de genoemde
ziekten tijdens de hieronder genoemde tijdvakken niet zijn waargenomen:
-
a. ten aanzien van runderpest, longziekte der runderen, mond- en klauwzeer veroorzaakt
door uitheemse virustypen, „blue tongue” bij schapen, Teschener ziekte, Afrikaanse
varkenspest, paardenpest, encephalomyelitis veroorzaakt door Oostamerikaans virus,
encephalomyelitis veroorzaakt door het virus van het Western-type, encephalomyelitis
veroorzaakt door het Venezuelaans virustype, encephalomyelitis veroorzaakt door het
Japans virustype:
gedurende 6 maanden op het gehele grondgebied van het uitvoerende land;
-
b. ten aanzien van kwade droes, infectueuze anaemie van het paard, boosaardige dekziekte
bij paarden, schaapspokken, paarde-encephalomyelitis dienen het bedrijf van herkomst
en de plaats van inlading voor vervoer naar het land van bestemming te zijn gelegen
in het middelpunt van een gebied met een straal van 10 km, dat reeds 3 maanden vrij
is van deze ziekten;
-
c. ten aanzien van brucellose bij runderen, schapen, geiten en varkens, tuberculose,
hondsdolheid, miltvuur, schurft bij schapen en eenhoevigen dient het bedrijf van herkomst
3 maanden vrij te zijn geweest en evenals de plaats van inlading voor vervoer naar
het land van bestemming te zijn gelegen in het middelpunt van een gebied met een straal
van 10 km, dat reeds 30 dagen vrij is van deze ziekten;
-
d. ten aanzien van mond- en klauwzeer, varkenspest en alle vormen van vogelpest de voor
elk geval door de centrale veeartsenijkundige diensten vastgestelde tijdvakken.
-
3 Met het oog op de dierziektetoestand van de veestapel, kan worden verlangd dat voor
invoer bestemde dieren in het land van herkomst worden ingeënt tegen mond- en klauwzeer,
met een door de bevoegde autoriteit van het land van verzending toegelaten en gecontroleerde
entstof, die op basis van geïnactiveerde virussen is bereid. De inenting moet ten
minste 15 dagen en niet meer dan 4 maanden voor het inladen van de dieren worden verricht.
Op verzoek van een der Overeenkomstsluitende Partijen kan de inenting tegen mond-
en klauwzeer geschieden met een trivalent geinactiveerd vaccin van het type A, O en
C.
Toegestaan kan worden dat de inenting tegen mond- en klauwzeer achterwege blijft indien
het land van herkomst en de landen van doorvoer reeds ten minste 6 maanden vrij zijn
van mond- en klauwzeer.
Voor zover niet in deze Overeenkomst is voorzien, stellen de centrale veeartsenijkundige
diensten van de Overeenkomstsluitende Partijen gezamenlijk de biologische methoden,
proeven en tests vast, welke met het oog op het waarborgen van het niet voorkomen
der in dit artikel genoemde ziekten in de onderscheidene landen dienen te worden gevolgd,
respectievelijk verricht.
-
1 Paarden die bestemd zijn voor rennen, concours hippiques of andere sportieve manifestaties,
kunnen tijdelijk voor invoer worden toegelaten, indien zij vergezeld zijn van een
door een officiële dierenarts afgegeven bewijs, waarin de naam en het domicilie van
de eigenaar, het nauwkeurig signalement der dieren, hun herkomst en plaats van bestemming
is aangegeven, en dat de verklaring inhoudt dat de dieren goed gezond zijn en dat
het bedrijf van herkomst vrij is van voor eenhoevige dieren besmettelijke ziekten.
De officiële veterinaire autoriteit van het land van invoer kan een voorafgaande aanvrage
eisen.
-
2 Honden en katten kunnen vanuit het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen
in dat van de andere worden ingevoerd na overlegging van een door een officiële of
door de Staat gemachtigde dierenarts afgegeven gezondheidscertificaat dat ten hoogste
10 dagen voordat de grens wordt gepasseerd is opgesteld, en inhoudende dat zich sedert
ten minste 6 maanden in de plaats van herkomst geen enkel geval van hondsdolheid of
van verdenking van hondsdolheid heeft voorgedaan.
De Overeenkomstsluitende Partijen eisen dat de dieren tegen hondsdolheid zijn ingeënt.
Produkten van dierlijke oorsprong, zoals sperma, huiden, paardehaar, wol, hoorns,
hoeven, beenderen, daaronder begrepen gebroken of gemalen beenderen, stalmest, kunstmest
en veevoeder dat geheel of gedeeltelijk uit diermeel, beendermeel of bloedmeel bestaat,
moeten vergezeld zijn van een gezondheidscertificaat, dat vaststelling van de identiteit
der produkten mogelijk maakt en dat de verklaring inhoudt dat ze niet verdacht worden
dragers te zijn van een smetstof die een in artikel 4 genoemde ziekte kan verwekken,
waaronder begrepen salmonellosen voor zover het vlees-, beender- en bloedmeel betreft,
en dat zij zijn gesteriliseerd of gedesinfecteerd. De centrale veeartsenijkundige
dienst van ieder der Overeenkomstsluitende Partijen stelt de centrale veeartsenijkundige
dienst van de andere Partij in kennis van de bij het steriliseren of desinfecteren
van de produkten van dierlijke oorsprong vóór uitvoer toegepaste technische methoden.
-
1 Om voor invoer in aanmerking te komen, moeten vlees van runderen, paarden, schapen,
geiten en varkens in verse, bevroren of gekoelde toestand of op andere wijze verduurzaamd,
vetten, reuzel en alle vleesprodukten die voor voeding bestemd zijn, vergezeld zijn
van een certificaat, inhoudende de verklaring, dat de dieren waarvan deze produkten
afkomstig zijn, voor en na het slachten, in een onder voortdurend officieel veterinair
toezicht staand slachthuis, aan een veterinair onderzoek onderworpen zijn geweest.
Voor uitvoer bestemd vlees moet gezond en onvoorwaardelijk geschikt voor consumptie
zijn bevonden.
-
2 De slachthuizen, de uitsnijderijen en de vleeswarenfabrieken, die vlees en vleesprodukten
exporteren, moeten voorzien zijn van een veterinair identificatienummer en in een
officieel register zijn ingeschreven. De centrale veeartsenijkundige diensten van
de Overeenkomstsluitende Partijen doen elkaar regelmatig lijsten van slachthuizen,
uitsnijderijen, vleeswarenfabrieken en koelhuizen toekomen, en houden elkaar op de
hoogte van de wetgeving betreffende de vleeskeuring.
-
3 Wat varkensvlees en de van varkensvlees op andere wijze dan door koken bereide vleeswaren
betreft, moet het certificaat de verklaring inhouden, hetzij dat het resultaat van
het onderzoek op cysticercosis en trichinosis negatief is geweest, hetzij dat gedurende
ten minste een jaar geen enkel geval van trichinosis of van cysticercosis op het gehele
grondgebied van het land is vastgesteld. Wanneer geen enkel geval van trichinosis
of van cysticercosis gedurende ten minste een jaar is vastgesteld op het grondgebied
van een der Overeenkomstsluitende Partijen, brengt de centrale veeartsenijkundige
dienst van deze Partij dit ter kennis van de centrale veeartsenijkundige dienst van
de andere Partij.
-
5 Volwassen runderen en paarden dienen te zijn onthuid en verdeeld in helften of vierendelen,
zonder organen; kalveren en varkens, heel of in helften verdeeld, zonder organen;
schapen en geiten, heel, zonder organen.
-
7 Het afkrabben der serosa, het verwijderen van de klieren of het uitsnijden van een
willekeurig deel van het vlees heeft terugwijzing van de zending ten gevolge.
Eveneens teruggewezen wordt:
-
a. vlees van beren en van binnenberen, behalve in speciaal omschreven gevallen;
-
b. vlees dat bij de veterinaire keuring blijkt besmet te zijn met tuberculose of met
levende of dode cysticerci;
-
c. vlees dat sporen vertoont van verwondingen, misvormingen of plaatselijke afwijkingen
die het vlees ongeschikt voor consumptie of gevaarlijk voor de mens maken;
-
d. varkensvet dat geregeneerd vet bevat of enige andere stof waarvan het gebruik bij
de wet van het invoerend land is verboden;
-
e. vlees en vleeswaren die behandeld zijn met radio-actieve stoffen, antibiotica, oestrogenen,
thyreostatica, of met stoffen die bedoeld zijn om vlees mals te maken.
-
8 Invoer van vlees, met of zonder been, in stukken, vers, gekoeld of bevroren, van rauwe
vetten of van afzonderlijke organen is toegestaan op door de centrale veeartsenijkundige
diensten van de Overeenkomstsluitende Partijen vast te stellen voorwaarden.
-
1 Geslacht pluimvee in verse, gekoelde of bevroren toestand moet zijn vergezeld van
een veterinair gezondheidscertificaat dat de verklaring inhoudt dat het betreffende
pluimvee is geslacht in gespecialiseerde, voor uitvoerdoeleinden goedgekeurde, onder
toezicht van de veeartsenijkundige dienst staande inrichtingen en moet geplukt, schoongemaakt
of ontdaan van de ingewanden ten invoer worden aangeboden. Het is echter toegestaan
enkele veren aan de vleugels van ganzen en eenden te laten.
-
2 Pluimvee dat voor het slachten is behandeld met oestrogenen of thyreostatica of met
stoffen die antimonium of arsenicum bevatten, alsmede vlees en vleeswaren van pluimvee
dat is behandeld met radio-actieve stoffen of met antibiotica, worden teruggewezen.
-
3 De invoer van eieren zonder schaal, van hun samenstellende delen of van eipoeder is
toegestaan mits deze produkten vergezeld zijn van een door een officiële of door de
Staat daartoe gemachtigde dierenarts afgegeven certificaat inhoudende, dat zij vrij
zijn van salmonellal of andere ziekteverwekkende kiemen.
-
1 De invoer van melk, zuivelprodukten, eieren en vis is toegestaan, indien zij vergezeld
gaan van een veterinair gezondheidscertificaat.
-
3 Visconserven mogen worden ingevoerd op voorwaarde dat zij een doelmatig sterilisatieproces
of verduurzamingsproces hebben ondergaan en geen enkele stof bevatten waarvan het
gebruik bij een wettelijke regeling van het invoerende land is verboden. Zij dienen
vergezeld te gaan van een proces-verbaal van analyse (afgegeven door een veterinair
of sanitair laboratorium van de overheid) waarin wordt verklaard dat zij onschadelijk
zijn en wordt aangegeven dat zij geschikt zijn voor menselijke consumptie.
De verpakking moet bovendien in overeenstemming zijn met de wetgeving van het land
van invoer.
Om van het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen naar dat van de
andere te kunnen worden overgebracht, moeten de hierna te noemen dieren vergezeld
zijn van een door een officiële dierenarts afgegeven gezondheidscertificaat, inhoudende
dat:
-
a. wat hazen, konijnen en pelsdieren betreft, het gebied van herkomst reeds ten minste
een jaar vrij is van tularaemie en myxomatose;
-
b. wat pelsdieren betreft, deze vrij zijn van tularaemie en van virusenteritis en dat
zij afkomstig zijn van een bedrijf dat gedurende ten minste drie jaar vrij is geweest
van virusenteritis en is gelegen in het middelpunt van een gebied met een straal van
100 km dat gedurende een jaar vrij is geweest van virus-enteritis;
-
c. wat gevogelte betreft, de gemeente van herkomst en de omliggende gemeenten sedert
ten minste 40 dagen vrij zijn geweest van vogelpest en pseudo-vogelpest;
-
d. wat wilde of uitheemse tweehoevige en wilde of uitheemse vleesetende dieren betreft,
zij ten minste 6 maanden in een dierentuin of in quarantaine zijn geweest en zij vrij
zijn van besmettelijke ziekten;
-
e. wat wilde zwijnen betreft, de uitslag van het onderzoek op trichine negatief is geweest.
-
1 Zendingen die niet aan de bovengenoemde bepalingen voldoen, zomede dieren ten aanzien
waarvan de officiële dierenarts bij het overschrijden van de grens constateert dat
zij zijn aangetast door, of die hij ervan verdenkt, te zijn aangetast door besmettelijke
ziekten, worden niet toegelaten. Teruggewezen dieren kunnen echter op verzoek van
de belanghebbende importeur of exporteur en overeenkomstig de wettelijke voorschriften
van het invoerende land worden toegelaten, op voorwaarde dat zij onmiddellijk in een
door de centrale veterinaire autoriteit aan te wijzen slachthuis zullen worden geslacht.
Op het vlees en de produkten van aldus geslachte dieren wordt dezelfde behandeling
toegepast als van kracht is voor inheemse dieren die zijn aangetast door, of verdacht
worden te zijn aangetast door een besmettelijke ziekte.
-
4 Indien, in overeenstemming met de voorgaande bepalingen, veterinaire maatregelen zijn
genomen ten aanzien van ten invoer aangeboden dieren, moet de centrale veterinaire
autoriteit van het invoerende land onmiddellijk de centrale veterinaire autoriteit
van het uitvoerende land telegrafisch waarschuwen, onder vermelding van het aantal
dieren waarop die maatregelen zijn toegepast, van de verschijnselen of de vastgestelde
ziekte en van de genomen maatregelen. Dit telegram wordt gevolgd door een uitgebreid
rapport.
Indien de centrale veeartsenijkundige dienst van een der Overeenkomstsluitende Partijen
dit nodig acht, kunnen de centrale veeartsenijkundige diensten van beide Partijen
in onderling overleg de bepalingen van artikel 4 ook van toepassing verklaren op produkten
van dierlijke oorsprong, alsmede op alle andere produkten en voorwerpen die drager
van smetstof kunnen zijn.
Indien is vastgesteld dat een veeziekte op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende
Partijen de neiging heeft zich uit te breiden, heeft de andere Partij, na voorafgaand
overleg met de Overeenkomstsluitende Partij op wier grondgebied de veeziekte is uitgebroken,
het recht, zolang er besmettingsgevaar bestaat, de invoer en de doorvoer van dieren
en dierlijke produkten, alsmede van alle produkten die de besmetting kunnen overbrengen,
te verbieden of te beperken.
-
1 De bij deze Overeenkomst vastgestelde bepalingen zullen van toepassing zijn op dieren
en dierlijke produkten die uit het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen
afkomstig zijn en die zijn bestemd voor rechtstreekse doorvoer over het grondgebied
van de andere Partij, op voorwaarde dat het land van bestemming zich verbindt in geen
geval de in transito vervoerde dieren of dierlijke produkten terug te wijzen. Indien
bij doorvoer de doortocht door andere landen noodzakelijk is, moet van tevoren toestemming
voor doorvoer van de landen waardoor wordt gereisd zijn verkregen.
-
2 De doorvoer van vers, gekoeld, bevroren, verduurzaamd of toebereid vlees, en van ruwe
produkten van dierlijke oorsprong, die per spoor, in gesloten en verzegelde wagons,
in gesloten en verzegelde vrachtwagens of per vliegtuig worden vervoerd, kan geschieden
zonder voorafgaande goedkeuring van de landen waarover doorvoer eventueel zal plaatshebben,
en van het land van bestemming.
Levende dieren, dierlijke produkten of andere produkten en voorwerpen die drager van
smetstof kunnen zijn en die niet in deze Overeenkomst worden genoemd, vallen onder
de corresponderende veterinaire bepalingen van de betreffende Overeenkomstsluitende
Partij.
-
1 De veeartsenijkundige diensten van de Overeenkomstsluitende Partijen geven met betrekking
tot de veterinaire gezondheidstoestand een veertiendaags bulletin uit, dat rechtstreeks
aan de veeartsenijkundige dienst van de andere Overeenkomstsluitende Partij wordt
toegezonden. Bovendien kan de centrale veeartsenijkundige dienst van elk der Overeenkomstsluitende
Partijen van de centrale veeartsenijkundige dienst van de andere Partij alle inlichtingen
op veterinair gebied krijgen die voor die Partij van belang kunnen zijn.
-
2 Wanneer op het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende Partijen de in artikel
4 onder a en b genoemde ziekten worden geconstateerd en indien enig type of variant
van het mond- en klauwzeervirus wordt waargenomen, wordt de centrale veeartsenijkundige
dienst van de andere Overeenkomstsluitende Partij onmiddellijk en rechtstreeks telegrafisch
ingelicht. Deze telegrafische mededeling wordt gevolgd door een uitvoerig rapport
dat in het bijzonder de oorsprong van de ziekte, de plaats waar deze het eerst is
opgetreden, het verloop ervan en de maatregelen die ter bestrijding van die ziekte
zijn genomen, vermeldt.
De Overeenkomstsluitende Partijen nemen de verplichting op zich:
-
1. de samenwerking tussen de instanties, de inrichtingen en de laboratoria voor veeartsenijkundig
onderzoek van beide landen te vergemakkelijken;
-
2. de uitwisseling van deskundigen op het gebied van de diergeneeskunde te bevorderen,
ten einde elkaar wederzijds op de hoogte te stellen van de wetenschappelijke en technische
veterinaire resultaten;
-
3. de teksten betreffende de veterinaire wetgeving (in één exemplaar) uit te wisselen.
De door de toepassing van artikel 18, onder 2, gemaakte kosten worden gedragen door
de Overeenkomstsluitende Partij die haar deskundigen uitstuurt.
De ontsmetting van vervoermiddelen voor dieren of ruwe produkten van dierlijke oorsprong,
die volgens de van kracht zijnde voorschriften op het gebied van een der Overeenkomstsluitende
Partijen is uitgevoerd, wordt door de andere Partij als geldig erkend.
De wijze waarop deze Overeenkomst moet worden toegepast wordt door briefwisselingen
tusen de centrale veeartsenijkundige diensten van de Overeenkomstsluitende Partijen
geregeld.
De regels die bij deze briefwisselingen zijn vastgesteld, kunnen later door eenzelfde
procedure worden gewijzigd.
-
1 De beide Overeenkomstsluitende Partijen stellen een gemengde commissie in, die zal
zijn samengesteld uit drie vertegenwoordigers van elk der beide Partijen, te weten
twee dierenartsen en een juridisch adviseur. Als voorzitter van de vergaderingen treden
beurtelings de voorzitters van de delegaties op. De vertegenwoordigers van iedere
Partij kunnen zich op de vergaderingen door specialisten laten voorlichten.
-
3 Eventuele moeilijkheden die zich bij de uitvoering of de uitlegging van de bepalingen
van deze Overeenkomst kunnen voordoen, en alle andere bijzondere vraagpunten die niet
in de Overeenkomst zijn voorzien, moeten aan de gemengde commissie worden voorgelegd,
die binnen twee maanden advies uitbrengt.
De bepalingen van deze Overeenkomst kunnen, zo nodig, door briefwisseling tussen de
bevoegde instanties der Overeenkomstsluitende Partijen worden uitgebreid tot andere
heden ten dage bekende of onbekende ziekten waarvan overbrenging met recht zou kunnen
worden gevreesd.
De beide Overeenkomstsluitende Partijen nemen in onderlinge overeenstemming maatregelen
die ertoe strekken de bepalingen van deze Overeenkomst in overeenstemming te brengen
met de verplichtingen die elk der Partijen aangaat uit hoofde van internationale overeenkomsten
waarbij de andere geen partij is.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is de onderhavige Overeenkomst alleen
van toepassing op het Rijk in Europa.
-
1 Deze Overeenkomst wordt goedgekeurd overeenkomstig de grondwettelijke bepalingen van
ieder der Overeenkomstsluitende Partijen en treedt een maand na de datum van de uitwisseling
der diplomatieke nota's, waarin de goedkeuring wordt medegedeeld, in werking.