Overeenkomst inzake het onderhoud van de Straelener Leitgraben en de Lingsforterbeek [...] beheren van de kunstwerken in en aan deze waterlossingen, Weeze, 21-03-1980

Geraadpleegd op 25-04-2024.
Geldend van 28-02-1981 t/m heden

Overeenkomst inzake het onderhoud van de Straelener Leitgraben en de Lingsforterbeek alsmede het beheren van de kunstwerken in en aan deze waterlossingen

Authentiek : NL

Overeenkomst inzake het onderhoud van de Straelener Leitgraben en de Lingsforterbeek alsmede het beheren van de kunstwerken in en aan deze waterlossingen

Het Wasser- und Bodenverband Straelener Veen in Straelen, vertegenwoordigd door de voorzitter Jakob Janssen

en

het waterschap Het Maasterras vertegenwoordigd door de voorzitter B. H. Caris

gelet op hoofdstuk 4, artikel 59, lid 2 van het op 8 april 1960 tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Bondsrepubliek Duitsland gesloten Grensverdrag

sluiten de volgende overeenkomst:

Artikel 1

  • 1 Het Waterschap Het Maasterras verbindt zich

    • a) het gedeelte van de waterlossing Straelener Leitgraben (Grensbeek) stroomopwaarts vanaf de grenssteen 475, en

    • b) het gedeelte van de Lingsforterbeek vanaf de grens tot aan de molen bij kasteel Arcen

    te onderhouden en steeds de kunstwerken in en aan deze gedeelten van waterlossingen, die naar aanleiding van of in verband met de verbetering en het onderhoud van deze beken werden aangelegd of nog zullen worden aangelegd en hun eigendom zijn, te onderhouden en te beheren.

  • 2 De onderhoudskosten voor wat betreft het gedeelte van de Lingsforterbeek vanaf de grens tot aan de Zandhoekse Vonder komen ten laste van het Wasser- und Bodenverband Straelener Veen enerzijds en het Waterschap Het Maasterras anderzijds in de verhouding van 62 : 38. Het kostenaandeel van Wasser- und Bodenverband Straelener Veen dient door dit schap steeds vóór 31 december van het lopende jaar na toezending vanwege het Waterschap Het Maasterras van de betreffende rekening te worden betaald.

Artikel 2

Het Wasser- und Bodenverband Straelener Veen verbindt zich het gedeelte van de Straelener Leitgraben vanaf grenssteen 475 tot aan de grens (bij grenssteen 484) te onderhouden en de kunstwerken in en aan dit gedeelte van de waterlossing, die naar aanleiding van of in verband met de verbetering en het onderhoud van dit beekgedeelte werden aangelegd of nog zullen worden aangelegd en haar eigendom zijn, te onderhouden en te beheren.

Artikel 3

Partijen verplichten zich, in hun gebied te bewerkstelligen, dat de niet door hen te onderhouden kunstwerken in en aan de waterlossingen door de onderhoudsplichtige derden worden onderhouden.

Artikel 4

De voor het onderhoud van de waterlossingen maatgevende toestand wordt in een door partijen te ondertekenen grondplan vastgelegd, welk grondplan deel uitmaakt van deze overeenkomst. Het grondplan moet bevatten een overzichtskaart (schaal 1 : 50.000) met een aanduiding van de stroomgebieden alsmede duidelijke dwarsprofielen.

Artikel 5

Iedere partij is verplicht, de andere partij tijdig in kennis te stellen van haar bekend zijnde voorgenomen dan wel door haar geconstateerde wezenlijke veranderingen aan de waterlossingen en de kunstwerken in en aan deze waterlossingen of de waterhoeveelheden in het stroomgebied. Wordt een zodanige verandering geconstateerd dan kan de andere partij eisen, dat de betrokken verdragspartijen gezamenlijk ter plaatse een onderzoek instellen naar de oorzaken van de wijziging. De artikelen 60-62 van het Grensverdrag alsmede de voorschriften van ieders nationale recht blijven van kracht.

Artikel 6

De partijen verbinden zich, onverminderd het geldende nationale recht, te bewerkstelligen, dat in hun reglementen bepalingen worden opgenomen, ingevolge waarvan de oevereigenaren langs het gedeelte van de Lingsforterbeek vanaf de grens tot aan de Zandhoekse Vonder verplicht worden:

  • a) bij nieuwe beplantingen van bomen en struiken een afstand in acht te nemen van tenminste 2 m gerekend vanuit de bovenkant van het talud;

  • b) onderhoudswerkzaamheden - ook met machines - te dulden;

  • c) op hun oeverpercelen, voor zover zij als weide worden benut, afrasteringen aan te brengen en te onderhouden en wel op een afstand van tenminste 1 m gerekend vanuit de bovenkant van het talud, zodat het vee de oevers niet kan betreden.

Artikel 7

De partijen verplichten zich, binnen het raam van hun mogelijkheden, te verhinderen, dat maairesten in de in artikel 1, 2e lid, genoemde beekgedeelten afdrijven.

Artikel 8

  • 1 Voor het toezicht op een behoorlijk onderhoud wordt een commissie van 4 leden gevormd (schouwcommissie), welke bestaat uit:

    • a) aan Duitse zijde

      Wasser- und Bodenverband Straelener Veen, 2 vertegenwoordigers

    • b) aan Nederlandse zijde

      Waterschap Het Maasterras, 2 vertegenwoordigers

    Het voorzitterschap wordt jaarlijks afwisselend bekleed door een vertegenwoordiger van de Duitse en de Nederlandse partij, te beginnen met de eerstgenoemde.

  • 2 Op de werkzaamheden van de schouwcommissie is van toepassing het reglement van orde van de Permanente Nederlands-Duitse Grenswaterencommissie, voor zover dit reglement geldt voor de door deze commissie ingestelde subcommissies.

  • 3 De schouwcommissie voert tenminste tweemaal per jaar schouw over de waterlossingen en wel in de maanden juni en in oktober. In een bepaald geval kan ook een ander tijdstip worden overeengekomen, voor wat de herfstschouw betreft geen datum na 15 november. Ten behoeve van het vaststellen van oorzaken van gebrekkige wijze van waterafvoer kan de schouwcommissie de schouw ook over aansluitende beekvakken in het stroomgebied uitbreiden.

  • 4 De schouwcommissie komt tenminste eenmaal per jaar na afloop van de herfstschouw in gewone vergadering bijeen.

  • 5 Een uitnodiging voor een schouw of een vergadering moet tenminste vier weken van te voren worden toegezonden. Tot de herfstschouw ware eveneens uit te nodigen het Hoofd van het Staatliches Amt für Wasser- und Abfallwirtschaft te Düsseldorf en de Direkteur van de Provinciale Waterstaat in Limburg te Maastricht.

  • 6 De schouwcommissie stelt van het resultaat van iedere schouw en vergadering een verslag op, hetwelk door de leden dient te worden ondertekend. In het verslag van de schouw dienen de voor het herstel van een behoorlijke onderhoudstoestand te treffen maatregelen en desvereist termijnen te worden vermeld. De partijen, de toezicht houdende organen en de leden van de schouwcommissie ontvangen een exemplaar van dit verslag.

  • 7 De commissieleden zijn bevoegd te allen tijde de in artikel 1 en 2 genoemde beekvakken te bezichtigen. De partijen verplichten zich onverminderd het geldende nationale recht, te bewerkstelligen dat in hun reglementen overeenkomstige bepalingen worden opgenomen.

Artikel 9

  • 1 Iedere partij geeft de andere de gelegenheid zich uit te spreken alvorens zij een publiekrechtelijke vergunning afgeeft, welke op deze overeenkomst betrekking heeft.

  • 2 Wanneer in de reglementen van partijen wijzigingen worden aangebracht welke van invloed zijn op de belangen die deze overeenkomst aangaan, zowel aan Nederlandse als aan Duitse zijde, dan dient steeds de andere partij inzake de wijziging te worden gehoord.

Artikel 10

  • 1 Wijzigingen in de overeenkomst behoeven de goedkeuring van de regeringen van de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden.

  • 2 Wijzigingen in het in artikel 4 genoemde grondplan behoeven slechts de goedkeuring van de Regierungspräsident in Düsseldorf en de Gedeputeerde Staten van Limburg.

Artikel 11

  • 1 De Overeenkomst wordt gesloten voor een tijdsduur van tien jaren. Wordt zij niet drie jaren voor de expiratiedatum opgezegd, dan wordt zij geacht stilzwijgend te zijn verlengd met telkens tien jaren.

  • 2 De opzegging dient te geschieden bij aangetekend schrijven.

Artikel 12

  • 1 Deze overeenkomst behoeft de goedkeuring van de regeringen van de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden. Zij treedt in werking een maand na ontvangst van de laatste kennisgeving van goedkeuring bij één der partijen. De partijen stellen het tijdstip van inwerkingtreding schriftelijk vast.

  • 2 De overeenkomst vervangt vanaf de dag van inwerkingtreding:

    • a) de overeenkomst van 26 juni 1931 gesloten tussen de gemeente Arcen en Velden enerzijds en het Straelener Veengenossenschaft in Straelen anderzijds inzake de verbetering en het onderhoud van de Lingsforterbeek en de Straelener Leitgraben;

    • b) de aanvullingen van 5 oktober 1931 en 18 april 1932 en 30 september 1933 op de overeenkomst van 26 juni 1931.

OPGEMAAKT te Weeze, de 21e maart 1980 in zeven exemplaren elk in de Nederlandse en Duitse taal, waarbij beide teksten gelijkelijk bindend zijn.

(w.g.) JAKOB JANSSEN

Voorzitter van het Wasser- und Bodenverband Straelener Veen

(w.g.) B. H. CARIS

Voorzitter van het Waterschap Het Maasterras

Naar boven