Luchtvaartovereenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de
Regering van de Federatieve Republiek Brazilië
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden
en
De Regering van de Federatieve Republiek Brazilië,
Besloten hebbende een overeenkomst te sluiten inzake geregeld luchtvervoer tussen
hun beide landen, hebben te dien einde hun deugdelijk gemachtigde vertegenwoordigers
aangewezen, die overeenstemming hebben bereikt inzake de hieronder volgende bepalingen:
Artikel 1
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
De Overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkaar wederkerig de rechten, opgesomd
in deze Overeenkomst en de ter uitvoering daarvan opgestelde Bijlage daartoe, teneinde
de daarin vermelde internationale luchtdiensten, die hierna zullen worden aangeduid
als „overeengekomen diensten”, in te stellen.
Artikel 2
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
-
1 Ieder van de overeengekomen diensten mag onmiddellijk worden ingesteld, of op een
latere datum, naar keuze van de Overeenkomstsluitende Partij, aan welke de rechten
worden verleend, maar niet voordat:
-
a. de Overeenkomstsluitende Partij, aan welke de rechten zijn verleend een luchtvaartmaatschappij
van haar nationaliteit heeft aangewezen voor de omschreven route of routes;
-
b. de Overeenkomstsluitende Partij, welke de rechten verleent de benodigde exploitatievergunning
heeft uitgereikt aan de aangewezen luchtvaartmaatschappij, in overeenstemming met
de bepalingen van lid 2 van dit Artikel en met die van Artikel 6.
-
2 Van de door een der Overeenkomstsluitende Partijen aangewezen luchtvaartmaatschappij
kan worden verlangd, dat deze tegenover de luchtvaartautoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende
Partij bewijst, in staat te zijn te voldoen aan de eisen, voorgeschreven door de wetten
en voorschriften, welke normaal door deze autoriteiten ten aanzien van de werkwijze
van internationale luchtvaartmaatschappijen worden toegepast.
-
3 De Overeenkomstsluitende Partijen behouden zich het recht voor de aanvankelijk aangewezen
luchtvaartmaatschappij te vervangen door andere nationale luchtvaartmaatschappijen,
na voorafgaande kennisgeving aan de andere Overeenkomstsluitende Partij. Alle bepalingen
van deze Overeenkomst en haar Bijlage zullen van toepassing zijn op de nieuw aangewezen
luchtvaartmaatschappij.
Artikel 3
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
-
2 De in het vorige lid vermelde goederen, die de daarin bedoelde vrijstelling genieten,
mogen niet uit het luchtvaartuig worden geladen binnen het grondgebied van de andere
Overeenkomstsluitende Partij zonder toestemming van diens douane-autoriteiten en zullen,
indien zij niet door de luchtvaartmaatschappijen zelf worden gebruikt, onderworpen
zijn aan het toezicht van die autoriteiten.
-
3 Passagiers, bagage en vracht in transito-verkeer via het grondgebied van een der Overeenkomstsluitende
Partijen, die het daarvoor bestemde gebied van de luchthaven niet verlaten, worden,
behoudens met betrekking tot veiligheidsmaatregelen voor het veiligstellen van de
Internationale Burgerluchtvaart, ten hoogste onderworpen aan de voor dat gebied geldende
controle. Bagage en vracht in direct transito-verkeer zijn vrijgesteld van douane-rechten,
heffingen en rechten.
Artikel 4
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
De bewijzen van luchtwaardigheid, de bewijzen van bevoegdheid en vergunningen uitgereikt
of geldig verklaard door de luchtvaartautoriteiten van een van beide Overeenkomstsluitende
Partijen, die nog geldig zijn, worden door de andere Overeenkomstsluitende Partij
voor de exploitatie van de overeengekomen diensten als geldig erkend. De Overeenkomstsluitende
Partijen behouden zich evenwel het recht voor de erkenning van bewijzen van bevoegdheid
en vergunningen, uitgereikt aan haar eigen onderdanen door de autoriteiten van de
andere Overeenkomstsluitende Partij of door een andere Staat, te weigeren voor het
binnenvliegen van en het vliegen boven haar eigen grondgebied.
Artikel 5
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
-
1 De wetten en voorschriften van de ene Overeenkomstsluitende Partij betreffende het
binnenkomen in, het verblijf op of het vertrek uit haar grondgebied van de luchtvaartuigen,
gebezigd in internationaal luchtverkeer, of betreffende exploitatie van en het vliegen
met die luchtvaartuigen binnen haar grondgebied, zijn van toepassing op de luchtvaartuigen
van de luchtvaartmaatschappij, welke door de andere Overeenkomstsluitende Partij is
aangewezen.
-
2 De wetten en voorschriften van de ene Overeenkomstsluitende Partij betreffende de
toelating tot, het verblijf op of het vertrek uit haar grondgebied van passagiers,
bemanning of vracht en betreffende binnenkomst, inklaring, immigratie, paspoorten,
douane en quarantaine, zijn van toepassing op de passagiers, de bemanning en de vracht
van luchtvaartuigen van de door de andere Overeenkomstsluitende Partij aangewezen
luchtvaartmaatschappij gedurende het verblijf op het grondgebied van de eerstgenoemde
Overeenkomstsluitende Partij.
Artikel 6
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
-
2 De aangewezen luchtvaartmaatschappij kan door de autoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende
Partij worden beboet ingevolge de bepalingen van haar wettelijke bedrijfsvergunning,
of haar exploitatievergunning kan geheel of gedeeltelijk worden opgeschort voor een
periode van een tot drie maanden:
-
a) in geval van niet naleving van de in artikel 5 van deze Overeenkomst bedoelde wetten
en voorschriften en van andere van overheidswege gegeven richtlijnen voor het functioneren
van aangewezen luchtvaartmaatschappijen;
-
b) wanneer de stuurhutbemanningen op de overeengekomen diensten geen onderdanen zijn
van een van beide Overeenkomstsluitende Partijen, behoudens wanneer het betreft de
opleiding van stuurhutpersoneel door instructeurs die daartoe deugdelijk bevoegd zijn
verklaard door de verantwoordelijke instellingen van de Overeenkomstsluitende Partij
welke de luchtvaartmaatschappij heeft aangewezen en gedurende de opleidingsperiode,
of indien bijzondere vergunning is verleend.
Artikel 7
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
De luchtvaartautoriteiten van de Overeenkomstsluitende Partijen onderhouden nauw contact
teneinde een hechte samenwerking te verzekeren ten aanzien van alle in deze Overeenkomst
geregelde aangelegenheden, met het oog op de bevredigende naleving daarvan.
Artikel 7 (bis). Beveiliging van de luchtvaart
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
-
a. In overeenstemming met hun rechten en verplichtingen ingevolge het internationale
recht bevestigen de Overeenkomstsluitende Partijen nogmaals dat hun verplichting jegens
elkander om de veiligheid van de burgerluchtvaart te beschermen tegen wederrechtelijke
belemmering ervan een integrerend deel van deze Overeenkomst vormt. Zonder de algemeenheid
van hun rechten en verplichtingen ingevolge het internationale recht te beperken,
handelen de Overeenkomstsluitende Partijen in het bijzonder in overeenstemming met
de bepalingen van het Verdrag inzake strafbare feiten en bepaalde andere handelingen
begaan aan boord van luchtvaartuigen, ondertekend te Tokio op 14 september 1963, het
Verdrag tot bestrijding van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van luchtvaartuigen,
ondertekend te ’s-Gravenhage op 16 december 1970, en het Verdrag tot bestrijding van
wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de veiligheid van de burgerluchtvaart,
ondertekend te Montreal op 23 september 1971, alsmede van enige andere multilaterale
overeenkomst ter zake van de veiligheid van de luchtvaart die bindend is voor beide
Overeenkomstsluitende Partijen.
-
b. De Overeenkomstsluitende Partijen verlenen elkander op verzoek alle nodige bijstand
om het wederrechtelijk in zijn macht brengen van burgerluchtvaartuigen en andere wederrechtelijke
gedragingen gericht tegen de veiligheid van zodanige luchtvaartuigen, hun passagiers
en bemanning, luchthavens en voorzieningen voor de luchtvaart, en elke andere bedreiging
voor de veiligheid van de burgerluchtvaart, te voorkomen.
-
c. De Partijen handelen in hun onderlinge betrekkingen overeenkomstig de beveiligingsbepalingen
voor de luchtvaart die zijn vastgesteld door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie
en zijn aangewezen als Bijlagen bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart,
voor zoverre deze beveiligingsbepalingen op de Partijen van toepassing zijn; zij verlangen
dat exploitanten van luchtvaartuigen die hun voornaamste plaats van bedrijfsuitoefening
of hun vaste woon- of verblijfplaats op hun grondgebied hebben, en de exploitanten
van luchthavens op hun grondgebied handelen in overeenstemming met deze beveiligingsbepalingen
voor de luchtvaart.
-
d. Elke Overeenkomstsluitende Partij stemt ermede in dat van deze exploitanten van luchtvaartuigen
kan worden verlangd dat zij de onder c hierboven bedoelde beveiligingsbepalingen voor
de luchtvaart die de andere Overeenkomstsluitende Partij voorschrijft voor de binnenkomst
in, het vertrek uit of het verblijf op het grondgebied van die andere Overeenkomstsluitende
Partij naleven. Elke Overeenkomstsluitende Partij ziet erop toe dat op haar grondgebied
daadwerkelijk toereikende maatregelen worden getroffen om de luchtvaartuigen te beschermen
en om de passagiers, de bemanning, handbagage, bagage, vracht en boordproviand aan
controle te onderwerpen vóór en tijdens het aan boord gaan of het inladen. Elke Overeenkomstsluitende
Partij neemt tevens elk verzoek van de andere Overeenkomstsluitende Partij om redelijke
bijzondere veiligheidsmaatregelen tegen een specifieke bedreiging welwillend in overweging.
-
e. Wanneer zich een voorval voordoet van het wederrechtelijk in zijn macht brengen van
burgerluchtvaartuigen, of van andere wederrechtelijke gedragingen gericht tegen de
veiligheid van zodanige luchtvaartuigen, hun passagiers en bemanning, luchthavens
of voorzieningen voor de luchtvaart, of dreigt zich voor te doen, verlenen de Overeenkomstsluitende
Partijen elkander bijstand door de verbindingen en andere passende maatregelen die
bedoeld zijn om op snelle en veilige wijze aan zulk een voorval of de dreiging daarvan
een einde te maken, te vergemakkelijken.
Artikel 8
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
-
1 Indien een der Overeenkomstsluitende Partijen het wenselijk acht enige bepaling van
de Bijlage bij deze Overeenkomst te wijzigen, kan zij om overleg tussen luchtvaartautoriteiten
van beide partijen verzoeken, hetwelk dient aan te vangen binnen zestig (60) dagen,
te rekenen van de datum van de betreffende kennisgeving.
Artikel 9
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
-
1 Geschillen tussen de Overeenkomstsluitende Partijen betreffende de uitlegging of toepassing
van deze Overeenkomst en haar Bijlage, welke niet door onderhandeling of onmiddellijk
overleg kunnen worden opgelost, worden onderworpen aan arbitrage overeenkomstig de
procedure voorzien in Artikel 85 van het Verdrag inzake de Internationale Burgerluchtvaart,
gesloten te Chicago in 1944, voorzover het betreft de samenstelling en de werkwijze
van het betreffende tribunaal. De kosten van het scheidsgerecht worden gelijkelijk
door de Overeenkomstsluitende Partijen gedragen
Artikel 10
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
Zodra een multilateraal Verdrag, aanvaard door beide Overeenkomstsluitende Partijen,
in werking treedt wordt deze Overeenkomst zodanig gewijzigd dat haar bepalingen aan
die van het nieuwe Verdrag voldoen.
Artikel 11
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
Deze Overeenkomst en haar Bijlage en alle daarin aangebrachte wijzigingen worden geregistreerd
bij de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.
Artikel 12
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
Elk der Overeenkomstsluitende Partijen kan te allen tijde de andere Overeenkomstsluitende
Partij kennisgeven van haar voornemen deze Overeenkomst te beëindigen. Deze mededeling
wordt tegelijker tijd gezonden aan de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.
Deze Overeenkomst eindigt twaalf (12) maanden na de datum van ontvangst van de kennisgeving
door de andere Overeenkomstsluitende Partij, tenzij: de kennisgeving in onderling
overleg tussen de Partijen wordt ingetrokken vóór het verstrijken van deze periode.
Indien de ontvangst van de kennisgeving niet door de Overeenkomstsluitende Partij
tot welke deze is gericht wordt bevestigd, wordt de kennisgeving geacht te zijn ontvangen
veertien (14) dagen na haar ontvangst door de Internationale Burgerluchtvaartorganisatie.
Artikel 13
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
Deze Overeenkomst treedt in de plaats van alle vergunningen, voorrechten en concessies
betreffende aangelegenheden waarin zij voorziet en die op de datum van inwerking treden
bestaan en die uit enigerlei hoofde door een der Overeenkomstsluitende Partijen zijn
verleend aan de luchtvaartmaatschappij van de andere Overeenkomstsluitende Partij.
Artikel 14
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
Met betrekking tot de toepassing van deze Overeenkomst en haar Bijlage:
-
a. de uitdrukking „Luchtvaartautoriteit” betekent in het geval van het Koninkrijk der
Nederlanden, de Minister van Verkeer en Waterstaat en in het geval van de Federatieve
Republiek Brazilië, de Minister van Luchtvaart of, in beide gevallen, iedere persoon
of instelling die wettig bevoegd is de functies te vervullen die thans door hen worden
vervuld;
-
b. de uitdrukking „overeengekomen diensten” betekent geregelde luchtdiensten voor het
vervoer van passagiers, vracht en post op de omschreven route;
-
c. de uitdrukking „aangewezen luchtvaartmaatschappij” betekent een luchtvaartmaatschappij
welke een van de Overeenkomstsluitende Partijen heeft gekozen om de overeengekomen
diensten te exploiteren en betreffende dewelke schriftelijk mededeling is gedaan aan
de luchtvaartautoriteiten van de andere Overeenkomstsluitende Partij, als voorzien
in Artikel 2 lid 1 onder b, van deze Overeenkomst;
-
d. de uitdrukking „tarief” betekent de prijs die moet worden betaald voor het vervoer
van passagiers en vracht en de voorwaarden waaronder deze prijs van toepassing is,
met inbegrip van prijzen en voorwaarden voor bemiddeling en aanverwante diensten,
echter met uitsluiting van vergoeding en voorwaarden voor het vervoer van post;
-
e. de uitdrukking „grondgebied” heeft de betekenis die daaraan is toegekend in Artikel
2 van het Verdrag inzake Internationale Burgerluchtvaart gesloten te Chicago in 1944,
met dien verstande dat, voor wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden, deze Overeenkomst
slechts van toepassing is op het Koninkrijk in Europa;
-
f. de betekenis van „luchtvaartmaatschappij”, „nachtdienst”, „internationale luchtdienst”
en „landing voor andere dan verkeersdoeleinden” is dezelfde als daaraan toegekend
in artikel 96 van het hoger vermelde Verdrag inzake Internationale Burgerluchtvaart.
Artikel 15
[Regeling vervallen per 01-07-2021]
Deze overeenkomst wordt voorlopig toegepast vanaf de datum van haar ondertekening
binnen de administratieve bevoegdheid van de luchtvaartautoriteiten van elk der Overeenkomstsluitende
Partijen en treedt in werking door kennisgeving langs diplomatieke weg nadat voldaan
is aan de constitutioneel vereiste procedures van elk der Overeenkomstsluitende Partijen
vanaf de datum van de laatste zodanige kennisgeving.