De Overeenkomstsluitende Partijen,
Uitgaande van de wederzijdse afhankelijkheid tussen de mens en zijn milieu;
In overweging nemende de fundamentele ecologische functies van watergebieden als regelaars
van waterhuishoudingen en als gebieden met een geheel eigen flora en fauna, met name
watervogels;
De overtuiging toegedaan dat watergebieden een natuurlijk bezit vormen van grote economische,
culturele, wetenschappelijke en recreatieve waarde en dat het verlies daarvan onherstelbaar
zou zijn;
Geleid door de wens een halt toe te roepen aan de toenemende aantasting en het verloren
gaan van watergebieden nu en in de toekomst;
Erkennende dat watervogels tijdens hun trek landsgrenzen overvliegen en derhalve kunnen
worden beschouwd als een internationaal natuurlijk bezit;
Vertrouwende dat het behoud van watergebieden en hun flora en fauna kan worden gewaarborgd
door het combineren van een vooruitziend nationaal beleid met een gecoördineerd internationaal
optreden;