De Bondsrepubliek Duitsland,
het Koninkrijk België,
de Franse Republiek,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Zwitserse Bondsstaat,
Overwegende:
-
- dat bepaalde moeilijkheden zijn gerezen met betrekking tot de toepassing en de uitlegging
van enkele artikelen van de Herziene Rijnvaartakte van 17 oktober 1868, zoals deze op 20 november 1963 is gewijzigd (hierna te noemen
„de Akte”)
-
- dat het op 18 september 1895 te Mannheim ondertekende Aanvullend Protocol bij de Herziene
Rijnvaartakte van 17 oktober 1868 niet meer volledig rekening houdt met de ontwikkeling
van het stelsel van sancties in de onderscheiden Verdragsluitende Staten en dat het
bijgevolg dient te worden aangepast aan de nieuwe omstandigheden, met name door het
daarbij mogelijk te maken om door tussenkomst van de administratieve autoriteiten
sancties op te leggen terzake van overtredingen van de in gemeen overleg uitgevaardigde
politievoorschriften voor de scheepvaart,
zijn als volgt overeengekomen:
-
3 Het bepaalde in de artikelen 36, 1e en 3e lid, 39 en 40, 2e lid, alsmede de in artikel 40, 3e lid, voorziene waarborg van betekening ter domicilie
is eveneens van toepassing op de in het eerste lid onder b bedoelde procedures.
-
4 Het hoger beroep, dat krachtens artikel 37 van de Akte bij de hogere rechtbank van de Verdragsluitende Staat kan worden ingesteld tegen
de beslissingen genomen in de in het eerste lid onder b bedoelde procedures, kan worden
vervangen door een andere passende beroepsgang voor een andere hogere rechterlijke
instantie in dezelfde Staat, onverminderd de mogelijkheid van beroep op de Centrale
Commissie.
De Verdragsluitende Staten doen elkander, door tussenkomst van de Secretaris-Generaal
van de Centrale Commissie voor de Rijnvaart, mededeling van de wettelijke bepalingen
of andere voorschriften welke tot stand zijn gebracht ter toepassing van dit Protocol.
Het Aanvullend Protocol bij de Herziene Rijnvaartakte van 17 oktober 1868, ondertekend
te Mannheim op 18 september 1895, vervalt op het tijdstip van inwerkingtreding van
dit Aanvullend Protocol.
Dit Aanvullend Protocol dient te worden bekrachtigd.
De Akten van bekrachtiging worden nedergelegd bij het Secretariaat van de Centrale
Commissie ten einde in haar archief te worden bewaard.
De Secretaris-Generaal maakt een proces-verbaal van de nederlegging der akten van
bekrachtiging op; hij zendt aan iedere ondertekenende Staat een voor eensluidend gewaarmerkt
afschrift van de akten van bekrachtiging, alsmede van het proces-verbaal van de nederlegging.
Dit Aanvullend Protocol treedt in werking op de dag na de nederlegging van de zesde
Akte van bekrachtiging bij het Secretariaat van de Centrale Commissie, dat de andere
ondertekenende Staten hiervan in kennis zal stellen.
Dit Aanvullend Protocol, opgesteld in een enkel exemplaar in de Duitse, de Franse
en de Nederlandse taal, wordt bewaard in het archief van de Centrale Commissie; in
geval van verschil is de Franse tekst doorslaggevend.
Een door de Secretaris-Generaal voor eensluidend gewaarmerkt afschrift wordt toegezonden
aan iedere Verdragsluitende Staat.