Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Spanje inzake culturele en wetenschappelijke samenwerking, Madrid, 27-02-1978

Geraadpleegd op 19-04-2024.
Geldend van 06-03-1979 t/m heden

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Spanje inzake culturele en wetenschappelijke samenwerking

Authentiek : NL

Overeenkomst tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk Spanje inzake culturele en wetenschappelijke samenwerking

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van het Koninkrijk Spanje, de wens koesterende de vriendschappelijke betrekkingen tussen beide landen te versterken en te dien einde de samenwerking op het gebied van onderwijs, wetenschap en cultuur in de breedste zin des woords te ontwikkelen, zijn het volgende overeengekomen:

Artikel I

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen het leggen van contacten en de samenwerking tussen organen en instellingen van onderwijs in hun respectieve landen bevorderen.

Artikel II

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de uitwisseling tussen hoogleraren, onderzoekers en studenten op basis van reciprociteit bevorderen.

Artikel III

Elk der Overeenkomstsluitende Partijen zal op basis van reciprociteit onderdanen van het andere land beurzen voor studie en onderzoek ter beschikking stellen.

Artikel IV

De Overeenkomstsluitende Partijen hechten groot belang aan het onderwijs van hun taal en cultuur in het andere land. Te dien einde zullen zij onder andere hun steun blijven verlenen aan het goed functioneren van de reeds bestaande leerstoelen en lectoraten, zullen zij welwillend de mogelijkheid onderzoeken deze steun te vergroten alsmede de wenselijkheid nieuwe leerstoelen en lectoraten in te stellen.

De Overeenkomstsluitende Partijen staan welwillend, binnen de grenzen van het mogelijke, tegenover de oprichting en het instellen van culturele instituten in de meest brede zin des woords, op het grondgebied van de andere partij in overeenstemming met de wettelijke regelingen welke in elk land van kracht zijn.

Artikel V

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de uitwisseling van kennis en ervaring op onderwijsgebied op elk niveau bevorderen door uitwisseling van documentatie, door contacten tussen deskundigen en op andere wijze.

Artikel VI

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de toegang tot de eigen taal en cultuur voor onderdanen van elk van beide landen, die woonachtig zijn in het andere land, vergemakkelijken. Te dien einde zullen zij het opnemen van het onderwijs op dit gebied in het studieplan van het lager, middelbaar en beroepsonderwijs bevorderen en aan het in stand houden daarvan bijdragen.

Artikel VII

De Overeenkomstsluitende Partijen hechten groot belang aan de wederzijdse erkenning van diploma's, universitaire titels en getuigschriften.

Zij zullen gezamenlijk nagaan onder welke omstandigheden het mogelijk zal zijn hiertoe over te gaan.

Artikel VIII

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen bijzondere aandacht schenken aan de presentatie van hun land in de geschiedenis- en aardrijkskundeboeken alsmede literaire handboeken van het andere land. Daartoe zullen zij alle faciliteiten verlenen aan instellingen en personen die op dit gebied werkzaam zijn, en zullen zij alle gegevens die van nut kunnen zijn, te hunner beschikking stellen.

Artikel IX

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de contacten en samenwerking tussen bibliotheken van beide landen bevorderen.

Artikel X

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen op basis van reciprociteit de uitwisseling stimuleren van kunstenaars en deskundigen op het gebied van de literatuur, de muziek, de schone kunsten, het theater, de film en de cultuur in de breedste zin des woords.

Zij zullen tevens de deelneming aan conferenties, festivals en internationale wedstrijden aanmoedigen.

Artikel XI

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de uitwisseling van ensembles, theaterproducties en tentoonstellingen aanmoedigen.

Artikel XII

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen aanmoedigen:

  • - de vertaling en de publikatie van literaire, wetenschappelijke en artistieke werken van het andere land;

  • - de uitwisseling van informatie op deze gebieden.

Artikel XIII

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen rechtstreekse samenwerking tussen radio, televisie en pers van beide landen begunstigen. In dit kader zullen beide Partijen de uitwisseling van deskundigen op dit gebied bevorderen.

Artikel XIV

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen rechtstreekse samenwerking tussen de filminstellingen van beide landen begunstigen alsmede de uitwisseling van films van artistieke, documentaire of wetenschappelijke aard.

Zij zullen tevens de uitwisseling van andere audiovisuele media van artistieke, documentaire of wetenschappelijke aard, die de doeleinden van deze overeenkomst kunnen dienen, bevorderen.

Artikel XV

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen, in overeenstemming met de geldende wetgeving, onderzoekers van de andere partij behulpzaam zijn bij het verkrijgen van toegang tot archiefmateriaal en bij de bestudering daarvan, alsmede bij de uitwisseling van copieën van genoemd archiefmateriaal.

Artikel XVI

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de uitwisseling van ervaring op het gebied van musea en monumentenzorg bevorderen.

Artikel XVII

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de uitwisseling van ervaring en documentatie op het gebied van de permanente educatie bevorderen.

Zij zullen de deelneming van onderdanen van het andere land aan programma's van permanente educatie en aan programma's van beroepsonderwijs buiten schoolverband begunstigen.

Artikel XVIII

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de contacten tussen jeugdorganisaties van beide landen aanmoedigen.

Artikel XIX

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de ontwikkeling van contacten tussen beide landen op het gebied van de sport aanmoedigen.

Artikel XX

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de ontwikkeling van contacten tussen beide landen op het gebied van openluchtrecreatie en natuurbescherming aanmoedigen.

Artikel XXI

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de uitwisseling van informatie alsmede de uitwisseling van deskundigen op het gebied van volksgezondheidszorg en milieuhygiëne aanmoedigen.

Artikel XXII

De Overeenkomstsluitende Partijen zullen de uitwisseling van informatie alsmede de uitwisseling van deskundigen op sociaal-cultureel gebied aanmoedigen.

Artikel XXIII

Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft geldt deze Overeenkomst zowel voor Nederland als voor de Nederlandse Antillen.

Artikel XXIV

  • 1 Vertegenwoordigers van Nederland en Spanje zullen, wanneer noodzakelijk doch in beginsel eenmaal per twee jaar, bijeenkomen teneinde de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze Overeenkomst te bespreken. De bijeenkomsten zullen afwisselend in Nederland en Spanje plaatsvinden, onder voorzitterschap van een afgevaardigde van het land waar de bijeenkomst plaatsvindt. Het tijdstip daarvan zal langs diplomatieke weg worden vastgesteld. De resultaten van deze bijeenkomsten zullen in een gezamenlijk op te stellen document worden vastgelegd.

  • 2 Wat betreft de tenuitvoerlegging van de bepalingen van deze Overeenkomst tussen Spanje en de Nederlandse Antillen zal, indien noodzakelijk, overleg kunnen worden gepleegd tussen de bevoegde autoriteiten van Spanje en van de Nederlandse Antillen.

Artikel XXV

Deze Overeenkomst dient te worden bekrachtigd overeenkomstig de onderscheiden wettelijke bepalingen. Zij treedt in werking op de dag waarop de akten van bekrachtiging worden uitgewisseld.

Na verloop van vijf jaar, te rekenen vanaf de datum van inwerkingtreding, kan deze Overeenkomst te allen tijde door een van de Overeenkomstsluitende Partijen door middel van een schriftelijke kennisgeving worden opgezegd. In dat geval eindigt de Overeenkomst zes maanden na de datum van opzegging.

TEN BLIJKE WAARVAN de gevolmachtigden van beide Overeenkomstsluitende Partijen de Overeenkomst hebben ondertekend en van hun zegel voorzien.

GEDAAN te Madrid op de zevenentwintigste februari negentienhonderdachtenzeventig in vier exemplaren allen gelijkelijk authentiek, twee in de Nederlandse taal en twee in de Spaanse taal.

Voor de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden:

(w.g.) C. A. VAN DER KLAAUW

Voor de Regering van het Koninkrijk Spanje:

(w.g.) MARCELINO OREJA

Naar boven