het Koninkrijk België,
de Tsjechische Republiek,
het Koninkrijk Denemarken,
de Bondsrepubliek Duitsland,
de Republiek Estland,
de Helleense Republiek,
het Koninkrijk Spanje,
de Franse Republiek,
Ierland,
de Italiaanse Republiek,
de Republiek Cyprus,
de Republiek Letland,
de Republiek Litouwen,
het Groothertogdom Luxemburg,
de Republiek Hongarije,
Malta,
het Koninkrijk der Nederlanden,
de Republiek Oostenrijk,
de Republiek Polen,
de Portugese Republiek,
de Republiek Slovenië,
de Slowaakse Republiek,
de Republiek Finland,
het Koninkrijk Zweden,
het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,
hierna „de lidstaten van de EG’’ genoemd, en
de Europese Gemeenschap, hierna „de Gemeenschap’’ of „de Europese Gemeenschap’’ genoemd,
en
de Republiek Albanië,
Bosnië en Herzegovina,
de Republiek Bulgarije,
de Republiek Kroatië,
de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië,
de Republiek IJsland,
de Republiek Montenegro,
het Koninkrijk Noorwegen,
de Republiek Servië,
Roemenië, en
de missie van de Verenigde Naties voor interimbestuur in Kosovo,
hierna alle „de overeenkomstsluitende partijen’’ genoemd,
Erkennende het geïntegreerde karakter van de internationale burgerluchtvaart en wensende
een Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte (ECAA) tot stand te brengen die gebaseerd
is op wederzijdse toegang tot de luchtvervoermarkten van de overeenkomstsluitende
partijen en de vrijheid van vestiging, onder gelijke mededingingsvoorwaarden en eerbiediging
van dezelfde regels, in het bijzonder met betrekking tot veiligheid, beveiliging,
luchtverkeersbeheer, sociale harmonisatie en milieu;
Overwegende dat de regels betreffende de ECAA op multilaterale basis binnen de ECAA
van toepassing zullen zijn en dat in deze context derhalve specifieke regels moeten
worden vastgelegd;
Ermee instemmende dat deze regels van de ECAA moeten worden gebaseerd op de relevante
wetgeving die in de Europese Gemeenschap van kracht is, zoals vermeld in bijlage I, onverminderd de regels van het Verdrag tot oprichting van de Gemeenschap;
Erkennende dat volledige naleving van de regels van de ECAA de overeenkomstsluitende
partijen het recht geeft de door de ECAA geboden voordelen, waaronder markttoegang,
te genieten;
Ermee rekening houdende dat naleving van de regels van de ECAA, en de bijbehorende
volledige markttoegang, niet in één stap kunnen worden gerealiseerd, maar dienen te
worden bereikt via een overgangsproces dat wordt vergemakkelijkt door specifieke afspraken
van beperkte duur;
Benadrukkende dat, behoudens eventueel noodzakelijke overgangsregelingen, de regels
inzake markttoegang voor luchtvaartmaatschappijen beperkingen ten aanzien van frequenties,
capaciteit, vliegroutes, vliegtuigtypes of vergelijkbare beperkingen krachtens bilaterale
luchtvervoersovereenkomsten of -regelingen moeten uitsluiten, en dat niet van luchtvaartmaatschappijen
mag worden geëist dat zij commerciële of vergelijkbare overeenkomsten aangaan als
voorwaarde voor markttoegang;
Benadrukkende dat luchtvaartmaatschappijen een niet-discriminerende behandeling moeten
krijgen bij het verwerven van toegang tot luchtvervoersinfrastructuur, met name wanneer
deze infrastructuur beperkt is;
Ermee rekening houdende dat in associatieovereenkomsten tussen de Gemeenschappen en
hun lidstaten enerzijds en bepaalde overeenkomstsluitende parijten anderzijds in principe
wordt bepaald dat, met het oog op een gecoördineerde ontwikkeling en geleidelijke
liberalisatie van het vervoer tussen de overeenkomstsluitende partijen die aangepast
is aan de wederzijdse commerciële behoeften, de voorwaarden voor wederzijdse markttoegang
via speciale overeenkomsten moeten worden geregeld;
Rekening houdende met de wens van elke geassocieerde partij om haar wetgeving inzake
luchtvervoer en aanverwante onderwerpen verenigbaar te maken met die van de Europese
Gemeenschap, met inbegrip van toekomstige wetgevingsinitiatieven binnen de Gemeenschap;
Erkennende het belang van technische assistentie in dit verband;
Erkennende dat de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte de betrekkingen tussen de Gemeenschap en de lidstaten van de Gemeenschap en Noorwegen
en IJsland moet blijven beheersen;
In de wens latere uitbreiding van de Europese Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte
mogelijk te maken;
Herinnerende aan de onderhandelingen tussen de Europese Gemeenschap en de geassocieerde
partijen met het oog op de sluiting van overeenkomsten inzake bepaalde aspecten van
luchtdiensten waardoor bilaterale luchtdienstovereenkomsten tussen de lidstaten van
de Europese Gemeenschap en de geassocieerde partijen in overeenstemming met het Europese
Gemeenschapsrecht worden gebracht;