Het Polderdistrict Oude Rijn (nu Waterschap Rijn en IJssel) en het Wasserverband Netterdenscher
Kanal hebben op 3 december 1971 een overeenkomst volgens artikel 59 van het Grensverdrag
tussen de Bondsrepubliek Duitsland en het Koninkrijk der Nederlanden van 8 april 1960
afgesloten. Volgens artikel 2.2 van deze overeenkomst moeten de aan te houden waterstanden
in onderlinge overeenstemming worden vastgelegd. Tot op heden is dit, zonder dat het
tot misverstanden heeft geleid, niet gebeurd.
In de periode 2005-2007 is door Waterschap Rijn en IJssel het „Gewenste Grond- en
Oppervlaktewaterregime” (GGOR) voor het Rijnstrangengebied vastgesteld. Hierbij is
intensief samengewerkt met het Wasserverband Netterdenscher Kanal en de Deichschau
Hüthum-Elten.
De streefpeilen uit het GGOR zijn vastgelegd in een peilbesluit. De Oude Rijn staat
in principe in open verbinding met het Pannerdensch Kanaal, behalve bij laag- en hoogwatersituaties.
Op grond van het peilbesluit worden de minimum- en maximumpeilen die invloed hebben
op Duits grondgebied als volgt beheerd:
-
– Bovenstrooms van de bestaande drempel bij Erfkamelingschap wijzigt het minimumpeil
niet. Deze wordt gerealiseerd door middel van een vaste overlaat met een kruinhoogte
op +10,60 m NAP;
-
– Bovenstrooms van de Eendenpoelse Buitenpolder („kortsluiting Grondstein”) wordt een
minimumpeil ingesteld van +10,20 m NAP. Deze wordt gerealiseerd door middel van een
nog te bouwen kunstwerk;
-
– In de periode van 1 oktober – 15 maart worden op de Oude Rijn, ter plaatse van het
gemaal Kandia, pieken toegestaan van +10,70 m NAP;
-
– In de periode van 15 maart – 1 oktober worden op de Oude Rijn, ter plaatse van het
gemaal Kandia, pieken toegestaan van +10,40 m NAP.