Administratief Akkoord voor de uitvoering van het Verdrag inzake sociale zekerheid [...] de Republiek Cyprus ondertekend te Den Haag op 9 juli 2002, Nicosia, 24-09-2004

Geraadpleegd op 18-04-2024.
Geldend van 24-09-2004 t/m heden

Administratief Akkoord voor de uitvoering van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus ondertekend te Den Haag op 9 juli 2002

Authentiek : NL

Administratief Akkoord voor de uitvoering van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus ondertekend te Den Haag op 9 juli 2002

Ingevolge artikel 34 van het Verdrag inzake sociale zekerheid tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Cyprus, ondertekend te Den Haag op 9 juli 2002, zijn de bevoegde autoriteiten:

voor Nederland,

de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

voor de Republiek Cyprus,

de minister van Arbeid en Sociale Verzekering

voor de toepassing van het Verdrag de volgende bepalingen overeengekomen:

DEEL I. ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

  • 2 Onder „Verdragsluitende Staten” wordt verstaan: de Verdragsluitende Staten bij het Verdrag.

  • 3 De overige in dit Akkoord gebruikte termen hebben de betekenis die daaraan in artikel 1 van het Verdrag of in dit Akkoord wordt gegeven.

Artikel 2. Verbindingsorganen

  • 1 Voor de toepassing van het Verdrag zijn de verbindingsorganen in overeenstemming met artikel 34, derde lid, van het Verdrag:

    • a. voor het Koninkrijk der Nederlanden:

      • i. voor ouderdoms- en nabestaandenpensioenen en voor kinderbijslagen alsmede voor de toepassing van de artikelen 8 en 13 van deel II van het Verdrag: de Sociale Verzekeringsbank, Amstelveen;

      • ii. in alle overige gevallen: het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen;

      of een andere instantie die bevoegd is tot uitvoering van taken die thans worden uitgevoerd door voornoemde organen;

    • b. voor de Republiek Cyprus: de Directie Sociale Verzekeringsdiensten.

  • 2 Voor de toepassing van het Verdrag kunnen de bevoegde autoriteiten van de Verdragsluitende Staten overeenkomen andere verbindingsorganen te benoemen.

DEEL II. BEPALINGEN INZAKE DE TOEPASSELIJKE WETGEVING

Artikel 3. Organen

  • 1 Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder „orgaan”:

    • a. met betrekking tot Nederland: de Sociale Verzekeringsbank;

    • b. met betrekking tot de Republiek Cyprus: de Directie Sociale Verzekeringsdiensten.

  • 2

    • a. Wanneer de wetgeving van een Verdragsluitende Staat van toepassing is onder de omstandigheden omschreven in artikel 8 van het Verdrag, geeft het orgaan van die Verdragsluitende Staat op verzoek van de werknemer of van de werkgever van die werknemer een verklaring af dat de werknemer ter zake van de desbetreffende werkzaamheden tot aan de vermelde datum onderworpen blijft aan die wetgeving. De verklaring wordt afgegeven in een overeengekomen vorm.

    • b. Wanneer de werknemer zoals omschreven in het tweede lid onder letter a van dit artikel op het grondgebied van de andere Verdragsluitende Staat een dienstbetrekking bij een andere op dat grondgebied gevestigde werkgever aanvaardt, dient de werknemer het orgaan dat de verklaring heeft afgegeven daarvan onverwijld in kennis te stellen. Dat orgaan trekt vervolgens de verklaring in met ingang van de aanvangsdatum van de nieuwe dienstbetrekking en stelt het orgaan van de andere Verdragsluitende Staat daarvan in kennis.

    • c. Totdat zij wordt ingetrokken, wordt een verklaring afgegeven krachtens het tweede lid, letter a, van dit artikel aanvaard als bewijs dat de werknemer niet onderworpen is aan de wetgeving van de andere Verdragsluitende Staat ter zake van de werkzaamheden of de dienstbetrekking waarvoor de verklaring is afgegeven.

  • 3 Wanneer de wetgeving van een Verdragsluitende Staat van toepassing is op grond van een overeenkomst in overeenstemming met artikel 13, eerste lid, van het Verdrag, geeft de bevoegde autoriteit of het aangewezen orgaan een verklaring af dat de werknemer ter zake van de desbetreffende werkzaamheden of dienstbetrekking onderworpen is aan de wetgeving van die Verdragsluitende Staat.

  • 4 Het orgaan van de Verdragsluitende Staat dat een verklaring krachtens het tweede lid, letter a, of het derde lid van dit artikel heeft afgegeven zendt een afschrift van deze verklaring aan het orgaan van de andere Verdragsluitende Staat.

DEEL III. BEPALINGEN INZAKE UITKERINGEN

Artikel 4. Bevoegde organen

Voor de toepassing van de bepalingen van deel III en deel IV van het Verdrag zijn de aangewezen bevoegde organen:

  • a. voor het Koninkrijk der Nederlanden:

    • i. voor ouderdoms- en nabestaandenpensioenen en voor kinderbijslagen: de Sociale Verzekeringsbank, Amstelveen;

    • ii. in alle overige gevallen: het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen;

    of een andere instantie die bevoegd is tot uitvoering van taken die thans worden uitgevoerd door voornoemde organen;

  • b. voor de Republiek Cyprus: de Directie Sociale Verzekeringsdiensten.

Artikel 5. Aanvraag van uitkeringen

  • 1 De bevoegde organen van een Verdragsluitende Staat verlenen bijstand ten behoeve van de aanvraag om een uitkering uit hoofde van de wetgeving van de andere Verdragsluitende Staat en stellen voor zover mogelijk en zonder voorafgaand verzoek het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Staat in kennis van omstandigheden die van belang kunnen zijn bij het beslissen over een uitkering en van omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het voortbestaan van het recht op of het bedrag van een uitkering, en sluiten relevante documenten bij.

  • 2 De bevoegde organen beslissen inzake de aanvraag en stellen de aanvrager en het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Staat in kennis van de beslissing.

Artikel 6. Verklaring inzake verzekeringstijdvakken

Ter vaststelling van de aanspraak op of de berekening van een uitkering ingevolge deel III van het Verdrag geeft het bevoegde orgaan van een Verdragsluitende Staat op verzoek van het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Staat een verklaring af inzake de verzekeringstijdvakken die krachtens zijn wetgeving zijn vervuld en verstrekt het zonodig andere informatie.

Artikel 7. Betaling van uitkeringen

Behalve waar artikel 32 van het Verdrag van toepassing is, worden uitkeringen direct aan de rechthebbenden uitgekeerd.

DEEL IV. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 8. Uitvoering

  • 1 De bevoegde organen van de Verdragsluitende Staten komen door middel van aanvullende regelingen overeen welke formulieren en andere documenten alsmede procedures nodig zijn voor de uitvoering van het Verdrag en dit Administratief Akkoord.

  • 2 Wanneer verklaringen, rapporten en officiële documenten zijn voorzien voor de uitvoering van het Verdrag en dit Administratief Akkoord, worden de hiertoe verplichte relevante formulieren opgesteld door de bevoegde organen van de Verdragsluitende Staten.

Artikel 9. Beroepschriften en verwante documenten

Een bevoegd orgaan van een Verdragsluitende Staat dat beroepschriften en verwante documenten ontvangt die vereist zijn uit hoofde van de wetgeving van de andere Verdragsluitende Staat:

  • a. zet op elk document een stempel met de datum van ontvangst;

  • b. registreert de ontvangst van elk document in zijn dienst; en

  • c. zendt de documenten zo spoedig mogelijk aan het bevoegde orgaan van de andere Verdragsluitende Staat.

Artikel 10. Statistieken

De verbindingsorganen van de Verdragsluitende Staten wisselen jaarlijks en in nader overeen te komen vorm statistieken uit betreffende de betalingen die elk uit hoofde van het Verdrag heeft gedaan.

Deze statistieken bevatten gegevens over het aantal rechthebbenden en het totale bedrag van de betaalde uitkeringen, per soort uitkering.

Artikel 11. Inwerkingtreding

Dit Administratief Akkoord treedt tegelijk met het Verdrag in werking en kan in overeenstemming met dezelfde regels die van toepassing zijn op het Verdrag worden beëindigd.

GEDAAN te Nicosia, op 24 september 2004, in tweevoud, in de Nederlandse, de Griekse en de Engelse taal, zijnde elke tekst gelijkelijk authentiek. In geval van verschil in interpretatie is de tekst in de Engelse taal doorslaggevend.

Voor de bevoegde autoriteit van het Koninkrijk der Nederlanden

Q. VAN DE LINDE

Voor de bevoegde autoriteit van de Republiek Cyprus

M. ANTONIOU

Naar boven