Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt [...] Republiek Bulgarije en van Roemenië tot de Europese Unie, Luxemburg, 13-10-2008

Toekomstige wijziging(en) op 13-10-2008. Zie het overzicht van wijzigingen.
[Regeling treedt in werking op nader te bepalen tijdstip.]
[Regeling wordt (deels) voorlopig toegepast per 01-01-2007.]
Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 01-01-2007 t/m heden

Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en van Roemenië tot de Europese Unie

Authentiek : NL

Protocol bij de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, teneinde rekening te houden met de toetreding van de Republiek Bulgarije en van Roemenië tot de Europese Unie

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Het Koninkrijk België,

De Republiek Bulgarije,

De Tsjechische Republiek,

Het Koninkrijk Denemarken,

De Bondsrepubliek Duitsland,

De Republiek Estland,

Ierland,

De Helleense Republiek,

Het Koninkrijk Spanje,

De Franse Republiek,

De Italiaanse Republiek,

De Republiek Cyprus,

De Republiek Letland,

De Republiek Litouwen,

Het Groothertogdom Luxemburg,

De Republiek Hongarije,

Malta,

Het Koninkrijk der Nederlanden,

De Republiek Oostenrijk,

De Republiek Polen,

De Portugese Republiek,

Roemenië,

De Republiek Slovenië,

De Slowaakse Republiek,

De Republiek Finland,

Het Koninkrijk Zweden,

Het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland,

(hierna „lidstaten van de Europese Gemeenschap” genoemd), vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie,

en

De Europese Gemeenschap, (hierna „de Gemeenschap” genoemd), vertegenwoordigd door de Raad van de Europese Unie en de Commissie,

enerzijds, en

Het Koninkrijk Marokko, (hierna „Marokko” genoemd),

anderzijds

Overwegende hetgeen volgt:

Zijn het volgende overeengekomen:

Artikel 1

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

De Republiek Bulgarije en Roemenië worden partij bij de Euro-mediterrane overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko, anderzijds, en dienen, op dezelfde wijze als de andere lidstaten van de Gemeenschap, de teksten van de overeenkomst alsmede de gemeenschappelijke verklaringen, verklaringen en briefwisselingen respectievelijk goed te keuren en er nota van te nemen.

HOOFDSTUK I. WIJZIGINGEN VAN DE TEKST VAN DE EURO-MEDITERRANE OVEREENKOMST EN DE BIJLAGEN EN PROTOCOLLEN DAARBIJ

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Artikel 2. Oorsprongsregels

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

[Red: Wijzigt de Euro-Mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun Lid-Staten, enerzijds, en het Koninkrijk Marokko; Brussel, 26 februari 1996.]

Artikel 3. Versnelde tariefafbraak

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

De in de aanhangsels I en II vermelde producten van oorsprong uit de Gemeenschap worden definitief geschrapt uit bijlage 4 bij de Euro-mediterrane overeenkomst.

De in aanhangsel I vermelde producten worden vrijgesteld van douanerechten en heffingen van gelijke werking. Voor de lijst van producten in aanhangsel II worden de douanerechten en heffingen van gelijke werking bij invoer in Marokko van producten van oorsprong uit de Gemeenschap afgebouwd volgens het tijdschema zoals vermeld in het aanhangsel; uiterlijk 1 maart 2010 moeten ze zijn afgeschaft.

Als Marokko opnieuw overgaat tot versnelde tariefafbraak anders dan beschreven in artikel 11 van de Euro-mediterrane overeenkomst, worden de voorwaarden daarvoor, de lijst van producten en het tijdschema vastgesteld door het Associatiecomité.

HOOFDSTUK II. OVERGANGSBEPALINGEN

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Artikel 4. Bewijs van oorsprong en administratieve samenwerking

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

  • 1 Bewijzen van oorsprong die op de juiste wijze door Marokko of een van de nieuwe lidstaten zijn afgegeven in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die deze landen onderling toepassen, worden in de betrokken landen aanvaard, mits:

    • a. de verkrijging van de oorsprong met zich meebrengt dat een preferentieel tarief wordt toegepast overeenkomstig de in de Euro-mediterrane overeenkomst of in het stelsel van algemene preferenties van de Gemeenschap opgenomen preferentiële tariefmaatregelen;

    • b. het bewijs van oorsprong en de vervoersdocumenten uiterlijk op de dag vóór de datum van toetreding zijn afgegeven;

    • c. het bewijs van oorsprong binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten wordt ingediend.

    Indien goederen vóór de datum van toetreding ten invoer zijn aangegeven in Marokko of een van de nieuwe lidstaten op grond van op dat tijdstip tussen Marokko en die nieuwe lidstaat geldende preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen, kunnen achteraf op grond van die overeenkomsten of regelingen afgegeven bewijzen van oorsprong ook worden aanvaard, mits het bewijs binnen vier maanden na de datum van toetreding aan de douaneautoriteiten wordt overgelegd.

  • 2 Marokko en de nieuwe lidstaten mogen vergunningen waarmee de status van „toegelaten exporteur” is verleend in het kader van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen die zij onderling toepassen, blijven gebruiken, mits:

    • a. een dergelijke bepaling ook is opgenomen in de door Marokko vóór de datum van toetreding met de Gemeenschap gesloten overeenkomst;

    • b. de toegelaten exporteurs de regels van oorsprong uit hoofde van die overeenkomst toepassen.

    Deze vergunningen moeten uiterlijk één jaar na de datum van toetreding worden vervangen door nieuwe vergunningen die volgens de voorwaarden van de overeenkomst zijn afgegeven.

  • 3 Verzoeken om controle achteraf van bewijzen van oorsprong die zijn afgegeven op grond van preferentiële overeenkomsten of autonome regelingen tussen Marokko en de nieuwe lidstaten kunnen door de bevoegde douaneautoriteiten van Marokko en de nieuwe lidstaten worden ingediend en worden door die autoriteiten aanvaard gedurende een periode van drie jaar na de afgifte van het betrokken bewijs van oorsprong.

Artikel 5. Goederen in doorvoer

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

  • 1 De Euro-mediterrane overeenkomst kan worden toegepast op goederen die uit Marokko naar een van de nieuwe lidstaten of uit een van de nieuwe lidstaten naar Marokko worden uitgevoerd, die voldoen aan de bepalingen van protocol 4 en die op de datum van toetreding onderweg zijn of in tijdelijke opslag zijn in een douane-entrepot of een vrije zone in Marokko of in die nieuwe lidstaat.

  • 2 In dergelijke gevallen kan preferentiële behandeling worden verleend, mits binnen vier maanden na de datum van toetreding bij de douaneautoriteiten van het land van invoer een bewijs van oorsprong wordt ingediend dat achteraf is afgegeven door de douaneautoriteiten van het land van uitvoer.

HOOFDSTUK III. ALGEMENE BEPALINGEN EN SLOTBEPALINGEN

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Artikel 6

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Bij dit protocol wordt overeengekomen dat naar aanleiding van de uitbreiding van de Gemeenschap geen claims, verzoeken of beroepen kunnen worden ingediend of concessies kunnen worden gewijzigd of ingetrokken uit hoofde van artikel XXIV, lid 6, en artikel XXVIII van de GATT 1994.

Artikel 7

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Dit protocol is een integrerend onderdeel van de Euro-mediterrane overeenkomst. De aanhangsels bij dit protocol zijn een integrerend onderdeel van dit protocol.

Artikel 8

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

  • 1 Dit protocol wordt door de Gemeenschap, door de Raad van de Europese Unie namens de lidstaten en door het Koninkrijk Marokko volgens hun eigen procedures goedgekeurd.

  • 2 De akten van goedkeuring worden neergelegd bij het secretariaat-generaal van de Raad van de Europese Unie.

Artikel 9

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

  • 1 Dit protocol treedt in werking op de eerste dag van de eerste maand volgende op de datum waarop de laatste akte van goedkeuring is neergelegd.

  • 2 Dit protocol is voorlopig van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

Artikel 10

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

Dit protocol is opgesteld in tweevoud in elk van de officiële talen van de overeenkomstsluitende partijen, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

Artikel 11

[Wordt voorlopig toegepast per 01-01-2007]

De tekst van de Euro-mediterrane overeenkomst, met inbegrip van de bijlagen en protocollen die ervan een integrerend onderdeel zijn, alsmede de slotakte en de daaraan gehechte verklaringen, worden opgesteld in de Bulgaarse en de Roemeense taal, en deze teksten zijn evenzeer authentiek als de oorspronkelijke teksten.

De Associatieraad keurt de Bulgaarse en Roemeense taalversies van deze teksten goed.

GEDAAN te Luxemburg, de dertiende oktober tweeduizend acht.

Naar boven