Het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Republiek ten Oosten van de Uruguay,
hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
Gelet op het belang van een juiste vaststelling van de douanerechten en andere belastingen
die bij invoer of uitvoer worden geïnd en van het waarborgen van een juiste handhaving
van verboden, beperkingen en controlemaatregelen;
Overwegend dat inbreuken op de douanewetgeving hun economische, fiscale, sociale en
culturele belangen en de belangen op het gebied van de volksgezondheid en handel schaden;
Overwegend dat de grensoverschrijdende handel in verdovende middelen en psychotrope
stoffen, gevaarlijke stoffen, bedreigde dier- en plantensoorten en giftig afval een
gevaar voor de samenleving vormt;
Erkennend de noodzaak van internationale samenwerking ter zake van aangelegenheden
die verband houden met de toepassing en handhaving van hun douanewetgeving;
Ervan overtuigd dat het optreden tegen inbreuken op de douanewetgeving doeltreffender
kan worden door middel van nauwe samenwerking tussen hun douaneadministraties op basis
van duidelijke wettelijke bepalingen;
Gelet op de van belang zijnde instrumenten van de Internationale Douaneraad, in het
bijzonder de Aanbeveling inzake wederzijdse administratieve bijstand van 5 december
1953;
Tevens gelet op verdragen die verboden, beperkingen en bijzondere controlemaatregelen
met betrekking tot bepaalde goederen bevatten;