Het Koninkrijk der Nederlanden
en
de Speciale Administratieve Regio Macau van de Volksrepubliek China,
hierna te noemen de Verdragsluitende Partijen,
Geleid door de wens de van oudsher bestaande vriendschapsbanden tussen hun landen
te versterken en de economische betrekkingen tussen hen uit te breiden en te intensiveren,
met name wat betreft investeringen door de investeerders van de ene Verdragsluitende
Partij op het gebied van de andere Verdragsluitende Partij,
In het besef dat overeenstemming over de aan dergelijke investeringen toe te kennen
behandeling het kapitaalverkeer en de overdracht van technologie tussen, alsmede de
economische ontwikkeling van de Verdragsluitende Partijen zal stimuleren, en dat een
eerlijke en rechtvaardige behandeling van investeringen wenselijk is,
Zijn het volgende overeengekomen:
Voor de toepassing van dit Verdrag:
-
a. wordt onder de term „investeringen” verstaan: alle soorten vermogensbestanddelen en
in het bijzonder, doch niet uitsluitend:
-
i. roerende en onroerende zaken, alsmede andere zakelijke rechten met betrekking tot
alle soorten vermogensbestanddelen;
-
ii. rechten ontleend aan aandelen, obligaties en andere soorten belangen in ondernemingen
en joint ventures;
-
iii. aanspraken op geld, op andere vermogensbestanddelen of op iedere prestatie die economische
waarde heeft;
-
iv. rechten op het gebied van de intellectuele eigendom, technische werkwijzen, goodwill
en knowhow;
-
v. rechten verleend krachtens het publiekrecht of bij overeenkomst, met inbegrip van
rechten tot het opsporen, exploreren, ontginnen en winnen van natuurlijke rijkdommen.
-
b. omvat de term „investeerder”:
-
i. met betrekking tot het Koninkrijk der Nederlanden, natuurlijke personen met de nationaliteit
van het Koninkrijk der Nederlanden en rechtspersonen opgericht krachtens het toepasselijke
recht in het Koninkrijk;
-
ii. met betrekking tot de Speciale Administratieve Regio Macau, natuurlijke personen die
aanspraak kunnen maken op de identiteitskaart voor inwoners en rechtspersonen die
zijn opgericht krachtens het recht van de Speciale Administratieve Regio Macau.
-
iii. met betrekking tot beide Verdragsluitende Partijen, rechtspersonen die niet zijn opgericht
krachtens het recht van de andere Verdragsluitende Partij maar onder toezicht staan
van natuurlijke personen of van rechtspersonen zoals hierboven omschreven onder i.
of ii.
Terwille van de duidelijkheid over de vraag of een rechtspersoon, die niet is opgericht
krachtens het recht van een Verdragsluitende Partij, al dan niet onder toezicht staat
van natuurlijke personen of rechtspersonen van die Verdragsluitende Partij zoals bedoeld
in het eerste lid, onderdeel b, onder i of ii, wordt onder toezicht verstaan feitelijk
toezicht, te bepalen na een onderzoek betreffende de feitelijke omstandigheden. Bij
elk zodanig onderzoek dienen alle relevante factoren in overweging te worden genomen,
met inbegrip van:
-
1. het financiële belang, waaronder belang in het vermogen, in de investeerder onder
toezicht;
-
2. de mogelijkheid wezenlijke invloed uit te oefenen op het beheer en de exploitatie
van de investeerder onder toezicht; en
-
3. de mogelijkheid invloed uit te oefenen die van doorslaggevend belang is voor de selectie
van leden van de raad van bestuur of enig ander bestuurslichaam.
In geval van twijfel omtrent de vraag of er sprake is van al dan niet rechtstreeks
toezicht, dient de investeerder die stelt dat hij dit toezicht heeft, zulks aan te
tonen.
Wat betreft natuurlijke personen, worden personen met de nationaliteit van het Koninkrijk
der Nederlanden die op het tijdstip van de investering aanspraak kunnen maken op de
identiteitskaart voor inwoners van de Speciale Administratieve Regio Macau, die investeren
in de Speciale Administratieve Regio Macau, voor de toepassing van dit Verdrag niet
aangemerkt als investeerders van het Koninkrijk der Nederlanden.
-
c. wordt onder de term „gebied” verstaan:
-
i. wat betreft het Koninkrijk der Nederlanden: het grondgebied van het Koninkrijk der
Nederlanden met inbegrip van alle aan de territoriale zee grenzende gebieden die,
krachtens het in het Koninkrijk der Nederlanden geldende recht en in overeenstemming
met het internationale recht, behoren tot de exclusieve economische zone of het continentaal
plat van het Koninkrijk, en waarin het rechtsmacht of soevereine rechten uitoefent;
-
ii. wat betreft de Speciale Administratieve Regio Macau van de Volksrepubliek China: het
schiereiland Macau en de eilanden Taipa en Coloane.
Elke Verdragsluitende Partij bevordert, binnen het kader van haar wetten en voorschriften,
de economische samenwerking door middel van de bescherming op haar gebied van investeringen
van investeerders van de andere Verdragsluitende Partij. Met inachtneming van haar
recht de door haar wetten of voorschriften verleende bevoegdheden uit te oefenen,
staat elke Verdragsluitende Partij dergelijke investeringen toe.
-
1 Elke Verdragsluitende Partij waarborgt een eerlijke en rechtvaardige behandeling van
de investeringen van investeerders van de andere Verdragsluitende Partij en belemmert
niet, door onredelijke of discriminatoire maatregelen, de werking, het beheer, de
instandhouding, het gebruik, het genot of de vervreemding daarvan door die investeerders.
Elke Verdragsluitende Partij kent aan die investeringen volledige fysieke zekerheid
en bescherming toe.
-
2 In het bijzonder kent elke Verdragsluitende Partij aan die investeringen een behandeling
toe die in ieder geval niet minder gunstig is dan die welke wordt toegekend aan investeringen
van haar eigen investeerders of aan investeringen van investeerders van een derde
staat, naar gelang van welke het gunstigst is voor de betrokken investeerder.
-
3 Indien een Verdragsluitende Partij investeerders van een derde staat bijzondere voordelen
heeft toegekend uit hoofde van overeenkomsten tot oprichting van douane-unies, economische
unies, monetaire unies of soortgelijke instellingen, dan wel op grond van interim-overeenkomsten
die leiden tot zodanige unies of instellingen, is die Verdragsluitende Partij niet
verplicht zodanige voordelen toe te kennen aan investeerders van de andere Verdragsluitende
Partij.
-
5 Indien naast dit Verdrag de wettelijke bepalingen van een van beide Verdragsluitende
Partijen of verplichtingen krachtens internationaal recht die thans tussen de Verdragsluitende
Partijen bestaan of op een later tijdstip onderling worden aangegaan, een algemene
of bijzondere regeling bevatten op grond waarvan voor investeringen door investeerders
van de andere Verdragsluitende Partij aanspraak kan worden gemaakt op een behandeling
die gunstiger is dan in dit Verdrag is voorzien, heeft een dergelijke regeling, in
zoverre zij gunstiger is, voorrang boven dit Verdrag.
Met betrekking tot belastingen, heffingen, lasten en verminderingen en vrijstellingen
van belasting kent iedere Verdragsluitende Partij aan investeerders van de andere
Verdragsluitende Partij die zich op haar gebied met economische activiteiten bezighouden,
een behandeling toe die niet minder gunstig is dan die welke wordt toegekend aan haar
eigen investeerders of aan die van een derde staat die zich in dezelfde omstandigheden
bevinden, naar gelang van welke het gunstigst is voor de betrokken investeerders.
Hierbij wordt evenwel geen rekening gehouden met bijzondere belastingvoordelen door
die Partij toegekend:
-
a. krachtens een verdrag ter vermijding van dubbele belasting; of
-
b. uit hoofde van haar deelneming aan een douane-unie, economische unie of soortgelijke
instelling; of
-
c. op basis van wederkerigheid met een derde staat.
De Verdragsluitende Partijen waarborgen dat betalingen die verband houden met een
investering kunnen worden overgemaakt. De overmakingen geschieden in vrij inwisselbare
valuta, zonder beperking of vertraging. Deze overmakingen omvatten in het bijzonder,
doch niet uitsluitend:
-
a. winsten, interesten, dividenden en andere lopende inkomsten;
-
b. gelden nodig
-
i. voor het verwerven van grondstoffen of hulpmaterialen, halffabrikaten of eindproducten,
of
-
ii. om kapitaalgoederen te vervangen teneinde de continuïteit van een investering te waarborgen;
-
c. bijkomende gelden nodig voor de ontwikkeling van een investering;
-
d. gelden voor de terugbetaling van leningen;
-
e. royalty’s of honoraria;
-
f. inkomsten uit arbeid van natuurlijke personen;
-
g. de opbrengst van de verkoop of liquidatie van de investering;
-
h. betalingen uit hoofde van artikel 7.
Aan investeerders van de ene Verdragsluitende Partij die verliezen lijden met betrekking
tot hun investeringen op het gebied van de andere Verdragsluitende Partij wegens oorlog
of een ander gewapend conflict, revolutie, een nationale noodtoestand, opstand, oproer
of ongeregeldheden, wordt door de laatstgenoemde Verdragsluitende Partij wat restitutie,
schadevergoeding, schadeloosstelling of een andere regeling betreft, geen minder gunstige
behandeling toegekend dan die welke die Verdragsluitende Partij toekent aan haar eigen
investeerders of aan investeerders van een derde staat, naar gelang van wat het gunstigst
is voor de betrokken investeerders.
Indien de investeringen van een investeerder van de ene Verdragsluitende Partij verzekerd
zijn tegen niet-commerciële risico's of anderszins aanleiding geven tot de betaling
van schadevergoeding ter zake van die investeringen krachtens een bij wet, voorschrift
of overheidscontract ingesteld stelsel, wordt de subrogatie van de verzekeraar of
de herverzekeraar of de door de ene Verdragsluitende Partij aangewezen instantie in
de rechten van de bedoelde investeerder, ingevolge de voorwaarden van deze verzekering
of krachtens een andere gegeven schadevergoeding, door de andere Verdragsluitende
Partij erkend.
-
3 Op een rechtspersoon van een Verdragsluitende Partij die alvorens een geschil ontstaat
onder toezicht staat van een investeerder van de andere Verdragsluitende Partij is
van toepassing artikel 25, tweede lid, onderdeel b, van het Verdrag inzake de beslechting
van geschillen met betrekking tot investeringen tussen Staten en onderdanen van andere
Staten.
De bepalingen van dit Verdrag zijn, vanaf de datum waarop het in werking treedt, ook
van toepassing op investeringen die vóór die datum zijn gedaan, maar zijn niet van
toepassing op investeringsgeschillen die zijn ontstaan vóór de inwerkingtreding ervan.
Elk van de Verdragsluitende Partijen kan aan de andere Partij voorstellen overleg
te plegen over een aangelegenheid betreffende de uitlegging of toepassing van het
Verdrag. De andere Partij neemt dit voorstel in welwillende overweging en biedt passende
gelegenheid voor dergelijk overleg.
-
1 Enig geschil tussen de Verdragsluitende Partijen betreffende de uitlegging of de toepassing
van dit Verdrag dat niet binnen een redelijke termijn kan worden beslecht door onderhandelingen
tussen Partijen, wordt, tenzij de Partijen anders zijn overeengekomen, op verzoek
van een van beide Partijen voorgelegd aan een uit drie leden samengesteld scheidsgerecht.
Elke Partij benoemt een scheidsman en de twee aldus benoemde scheidslieden benoemen
tezamen tot hun voorzitter een derde scheidsman, die geen onderdaan is van het Koninkrijk
der Nederlanden en geen inwoner van de Speciale Administratieve Regio Macau.
-
2 Indien een van de Partijen verzuimt haar scheidsman te benoemen en indien zij binnen
twee maanden geen gevolg heeft gegeven aan het verzoek van de andere Partij tot deze
benoeming over te gaan, kan de laatstgenoemde Partij de President van het Internationale
Gerechtshof verzoeken de noodzakelijke benoeming te verrichten.
-
4 Indien in de in het tweede en derde lid van dit artikel bedoelde gevallen de President
van het Internationale Gerechtshof verhinderd is de genoemde functie uit te oefenen,
of onderdaan is van het Koninkrijk der Nederlanden of inwoner van de Speciale Administratieve
Regio Macau, wordt de Vice-President verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten.
Indien de Vice-President verhinderd is de genoemde functie uit te oefenen of onderdaan
is van het Koninkrijk der Nederlanden of inwoner van de Speciale Administratieve Regio
Macau, wordt het lid van het Gerechtshof dat de hoogste anciënniteit heeft, beschikbaar
is en geen onderdaan van het Koninkrijk der Nederlanden of inwoner van de Speciale
Administratieve Regio Macau, verzocht de noodzakelijke benoemingen te verrichten.
-
5 Het scheidsgerecht doet uitspraak op basis van eerbiediging van het recht. Alvorens
uitspraak te doen, kan het scheidsgerecht in elk stadium van het geding een minnelijke
schikking van het geschil aan de Partijen voorstellen. De voorgaande bepalingen doen
geen afbreuk aan regeling van het geschil ex aequo et bono, indien de Partijen dit
overeenkomen.
Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft is dit Verdrag van toepassing op het deel
van het Koninkrijk in Europa, op de Nederlandse Antillen en op Aruba, tenzij anders
is bepaald in de in artikel 14, eerste lid, bedoelde mededeling.
-
2 Tenzij ten minste zes maanden voor de datum van het verstrijken van de geldigheidsduur
door een van beide Verdragsluitende Partijen mededeling van beëindiging is gedaan,
wordt dit Verdrag telkens stilzwijgend verlengd voor een tijdvak van tien jaar, waarbij
elke Verdragsluitende Partij zich het recht voorbehoudt het Verdrag te beëindigen
met inachtneming van een opzegtermijn van ten minste zes maanden voor de datum van
het verstrijken van de lopende termijn van geldigheid.
-
3 Ten aanzien van investeringen die zijn gedaan voor de datum van beëindiging van dit
Verdrag, blijven de voorgaande artikelen van kracht gedurende een tijdvak van vijftien
jaar vanaf die datum.
Indien dit Verdrag afzonderlijk wordt beëindigd ten aanzien van een deel van het Koninkrijk
der Nederlanden, geldt het tijdvak van vijftien jaar ten aanzien van de delen van
het Koninkrijk der Nederlanden waarvoor dit Verdrag is beëindigd.