Overeenkomst inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bolivia, La Paz, 06-09-1989

Geraadpleegd op 29-03-2024.
Geldend van 14-08-1990 t/m heden

Overeenkomst inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bolivia

Authentiek : NL

Overeenkomst inzake technische samenwerking tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Bolivia

De Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Republiek Bolivia:

Opnieuw de vriendschappelijke betrekkingen tussen de beide Staten en hun volken bevestigend;

Verlangend de technische samenwerking te bevorderen en daartoe het noodzakelijke juridische en administratieve kader te scheppen;

Zijn als volgt overeengekomen:

Artikel I

  • 1 Het doel van deze Overeenkomst is het bevorderen van de technische samenwerking en het daartoe scheppen van het juridische en administratieve kader voor technische samenwerkingsprojecten waartoe de bevoegde bestuurlijke autoriteiten van de beide Partijen ter uitvoering van deze Overeenkomst besluiten.

  • 2 Een besluit tot samenwerking zoals bedoeld in het eerste lid hierboven, de bijdragen aan een project en de wijze waarop dat project zal worden uitgevoerd, worden voor elk afzonderlijk geval neergelegd in een door de beide bevoegde bestuurlijke autoriteiten op te stellen administratief akkoord.

Artikel II

In verband met een project verbindt de Regering van de Republiek Bolivia zich ertoe:

  • a) het Nederlandse personeel vrij te stellen van alle belastingen en andere fiscale heffingen ten aanzien van alle hun door de Nederlandse Regering betaalde vergoedingen;

  • b) het Nederlandse personeel vrij te stellen van invoerrechten en andere fiscale heffingen op nieuwe of gebruikte huishoudelijke artikelen en persoonlijke bezittingen, ingevoerd in Bolivia binnen zes maanden na aankomst van de deskundigen - behalve in bijzondere omstandigheden waarin die termijn kan worden verlengd - mits deze goederen weer uit Bolivia worden uitgevoerd bij vertrek of binnen de termijn die door de Regering van de Republiek Bolivia wordt toegestaan;

  • c) het Nederlandse personeel vrij te stellen van invoerrechten en andere fiscale heffingen op de voor technische samenwerkingsprojecten te gebruiken beroepsuitrusting, ingevoerd in Bolivia gedurende de gehele periode van hun dienstverband;

  • d) regelingen te treffen voor belastingvrije invoer van een motorvoertuig door het Nederlandse personeel met een voorzien verblijf van tenminste één jaar, binnen zes maanden na de eerste aankomst in Bolivia, behalve in bijzondere omstandigheden waarin die termijn kan worden verlengd of vernieuwd, mits over dit voertuig, indien het wordt verkocht aan iemand die niet dezelfde voorrechten geniet, passende invoerrechten worden betaald op basis van de geschatte waarde van het voertuig op het tijdstip van de verkoop.

    De motorvoertuigen die belastingvrij zijn ingevoerd kunnen na verloop van twee jaar worden verkocht, te rekenen vanaf de dag van binnenkomst bij het respectievelijke douanekantoor.

    Indien wordt verkocht voordat de twee jaar verlopen zijn moeten invoerrechten betaald worden overeenkomstig de onderstaande schaal:

    Minder dan 12 maanden gebruikt

    100%

    Tussen 12 en 18 maanden gebruikt

    50%

    Tussen 18 en 24 maanden gebruikt

    30%

    Indien een motorvoertuig zodanig is beschadigd dat de benodigde herstelwerkzaamheden economisch niet verantwoord zijn, worden van geval tot geval regelingen getroffen overeenkomstig de regelingen die gelden voor de invoer/aankoop van het oorspronkelijke voertuig;

  • e) het Nederlandse personeel te vrijwaren tegen rechtsvervolging op grond van enig gesproken of geschreven woord en enig handelen van die personeelsleden in hun officiële hoedanigheid;

  • f) de Nederlandse personeelsleden en hun gezinsleden vrij te stellen van nationale dienstplicht;

  • g) de Nederlandse personeelsleden en hun gezinnen in Bolivia in tijden van nationale of internationale crises repatriëringsfaciliteiten te bieden;

  • h) regelingen te treffen voor de kosteloze verschaffing van inreisvisa en werkvergunningen aan het in dienst van de Nederlandse Regering zijnde of komende Nederlandse personeel;

    een deskundige die door de Boliviaanse Regering formeel is aanvaard, wordt in het bezit gesteld van een visum hetzij voor zijn vertrek uit Nederland hetzij bij aankomst in Bolivia;

  • i) wanneer de Nederlandse deskundigen door de Boliviaanse Regering zijn aanvaard, dezen vrij te stellen van registratie, onderzoek en andere soortgelijke vereisten betreffende hun beroepsbekwaamheden;

  • j) de Nederlandse personeelsleden identiteitspapieren te verschaffen teneinde hen te verzekeren van de volledige bijstand van de desbetreffende Boliviaanse autoriteiten bij de uitvoering van hun taak;

  • k) onverminderd de op enig tijdstip en in enig deel van Bolivia van kracht zijnde voorschriften inzake buitenlandse valuta, geen valuta- of wisselbeperkingen op te leggen op gelden die uit buitenlandse bronnen in Bolivia worden ingevoerd door de Nederlandse personeelsleden en hun gezinnen voor hun persoonlijk gebruik;

    rekeningen voor niet-ingezetenen die door de Nederlandse personeelsleden en hun gezinnen in Bolivia worden geopend, blijven onverkort tot hun beschikking en de saldi van deze rekeningen mogen vrij worden overgemaakt, mits op deze rekeningen alleen geld is gestort uit buitenlandse bronnen;

    anders is de rekening onderworpen aan de gebruikelijke voorschriften inzake wisselcontrole;

  • l) er voor zorg dragen dat het Nederlandse personeel, alsmede de gezinnen daarvan, worden behandeld op een wijze die niet minder gunstig is dan die waarop door een ander land of een andere internationale organisatie aan de Republiek Bolivia toegewezen personeel voor technische bijstand wordt behandeld.

Artikel III

  • 1 De Boliviaanse Regering stelt de Nederlandse Regering en het Nederlandse personeel dat in Bolivia werkzaam is overeenkomstig deze Overeenkomst schadeloos en vrijwaart hen tegen aansprakelijkheid, aanklachten, rechtsvorderingen, eisen, eisen tot schadevergoeding, kosten of honoraria verband houdend met dodelijk letsel toegebracht aan derden of schade toegebracht aan bezittingen van derden of met enig ander verlies voortvloeiend uit of verband houdend met enig handelen of nalaten van het Nederlandse personeel bij de uitvoering van zijn taken.

  • 2 Indien de Boliviaanse Regering overeenkomstig het eerste lid van dit artikel namens de Nederlandse Regering of het Nederlandse personeel de behandeling overneemt van enigerlei vordering, is de Boliviaanse Regering gerechtigd om gebruik te maken van en uitvoering te geven aan enig recht van verweer of enig recht een schikking aan te bieden, of enig recht op tegenvorderingen, schadeloosstellingen, bijdragen of waarborgen waarop de Nederlandse Regering of het Nederlandse personeel aanspraak zou kunnen maken.

  • 3 Indien de Regering van de Republiek Bolivia zulks verzoekt, verschaft de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden de bevoegde autoriteiten van de Republiek Bolivia de noodzakelijke administratieve of juridische bijstand voor een bevredigende regeling van de problemen die eventueel kunnen ontstaan in verband met de toepassing van bovenstaande leden van dit artikel.

Artikel IV

  • 1 De Boliviaanse Regering heeft, na overleg met de Nederlandse Regering, het recht de terugroeping te verzoeken van die Nederlandse personeelsleden waarvan het werk of het gedrag onbevredigend is;

    de Nederlandse Regering heeft, na soortgelijk overleg met de Boliviaanse Regering, het recht te allen tijde Nederlandse personeelsleden terug te roepen;

    in geval van terugroeping doet de Nederlandse Regering al het mogelijke om te zorgen voor een passende vervanging van de teruggeroepen Nederlandse personeelsleden indien de Boliviaanse Regering zulks verzoekt.

  • 2 Alle Nederlandse personeelsleden voeren hun taken uit die moeten worden vastgesteld in onderling overleg tussen de onderscheiden bevoegde autoriteiten.

    Voor zover het de dagelijkse werkzaamheden van een project betreft, handelen zij in nauw overleg met de Boliviaanse autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project en houden zij zich aan de door die autoriteiten gegeven werkinstructies.

    Berichtgeving tussen het Nederlandse personeel en de bevoegde Nederlandse autoriteiten wordt geregeld in de onderscheiden administratieve akkoorden met betrekking tot de projecten.

Artikel V

  • 1 De bepalingen van deze Overeenkomst betreffende het Nederlandse personeel zijn gelijkelijk van toepassing op personen in dienst van de Nederlandse Regering en op personen in dienst van ondernemingen waarmee de Nederlandse Regering een contract heeft afgesloten voor de uitvoering van een project ten aanzien waarvan beide bevoegde autoriteiten tot samenwerking hebben besloten.

  • 2 Het ter beschikking gestelde Nederlandse personeel kan ter vervulling van zijn taak hetzij zelf werkzaamheden uitvoeren, hetzij adviseren.

Artikel VI

  • 1 Het bepaalde in de artikelen II, III en IV, eerste lid, van deze Overeenkomst is ook van toepassing op de operationele deskundigen die ter beschikking zijn gesteld door Nederland. Deze deskundigen zijn echter verplicht de plaatselijke inkomstenbelasting te betalen over de vergoedingen die zij van de Regering van de Republiek Bolivia ontvangen.

  • 2 De deskundigen bedoeld in het eerste lid van dit artikel staan uitsluitend onder leiding van de desbetreffende Boliviaanse autoriteiten. De deskundigen moeten zich houden aan de regelingen en voorschriften die te enigerlei tijd in Bolivia van kracht zijn, mits deze regelingen en voorschriften niet in strijd zijn met enige bepaling van deze Overeenkomst of enige andere tussen beide Overeenkomstsluitende Partijen getroffen regeling die van toepassing is op de betrokken deskundigen.

Artikel VII

De Regering van de Republiek Bolivia stelt de door de Nederlandse Regering voor het project in de vorm van een schenking verschafte uitrusting (met inbegrip van motorvoertuigen) vrij van alle in- en uitvoerrechten en andere officiële heffingen.

Artikel VIII

  • 1 Deze Overeenkomst treedt in werking op de datum, waarop de beide Regeringen elkaar schriftelijk ervan in kennis hebben gesteld dat aan de in hun onderscheiden landen constitutioneel vereiste procedures is voldaan.

  • 2 Deze Overeenkomst blijft van kracht voor een aanvangsperiode van twee jaar. Indien geen van beide Regeringen drie maanden voor het einde van de Overeenkomst kennis geeft van haar voornemen deze te beëindigen, zal de Overeenkomst steeds voor een nieuwe periode van een jaar worden verlengd.

  • 3 Met betrekking tot projecten aangevangen voor de datum van beëindiging van deze Overeenkomst, blijven de voorgaande artikelen van kracht tot het project is afgelopen.

  • 4 Wat het Koninkrijk der Nederlanden betreft, is deze Overeenkomst slechts van toepassing op het Europese deel van het Koninkrijk.

GEDAAN te La Paz op 6 september 1989 in tweevoud in de Nederlandse, Spaanse en Engelse taal, zijnde alle teksten gelijkelijk rechtsgeldig.

(w.g.) H. ELINK SCHUURMAN

Henri Elink Schuurman

(w.g.) C. ITURRALDE B.

Carlos Iturralde Ballivian

Nr. I

República de Bolivia

Ministerio de Relaciones

Exteriores y Culto

SPB/DGEA-1404

La Paz, 6 de septiembre de 1989

Excelentisimo señor Embajador:

Con el propósito de fortalecer las relaciones científicas y técnicas entre nuestros países en el marco del Convenio de Cooperación Técnica entre la República de Bolivia y el Reino de los Países Bajos, firmado el 6 de septiembre de 1989, tengo el honor de proponer a Vuestra Excelencia, a nombre del Gobierno de la República de Bolivia, el siguiente Acuerdo para la ejecución del proyecto de "Fortalecimiento del Sistema de Multiplicación y Distribución de la Semilla de Papa en Bolivia".

  • 1. El Ministro neerlandés de la Cooperación al Desarrollo y el Gobierno de la República de Bolivia promoverán la producción y el uso de semilla de papa de alta calidad a través del apoyo al sistema formal de multiplicación de semilla. También promoverán la producción, la distribución y el uso de semilla sana a través del apoyo al sistema informal de producción y multiplicación de semilla.

    Para el logro de estos objetivos, durante la etapa inicial, que tendrá una duración de dos años, el proyecto comenzará con las actividades dirigidas al fortalecimiento de los sistemas formales e informales de semilla de papa en un número limitado de regiones. Al mismo tiempo, recabará la información detallada y necesaria para determinar las políticas y un plan de operaciones para la segunda fase.

    En términos generales, las actividades que se llevarán a cabo en la fase inicial serán las siguientes:

    • - Estudios agronómicos y socio-económicos.

    • - Producción y uso de la semilla básica.

    • - Mejoramiento de la calidad de semilla en el sistema informal.

    • - Capacitación.

    • - Preparación de un plan de operaciones para la continuación del proyecto.

  • 2. Contributión del Ministro neerlandés de la Cooperación al Desarrollo.

    Para la fase inicial del proyecto, financiará a titulo de donación hasta la suma de H. fl. 4.587.000, destinados a apoyar los objetivos señalados en el párrafo 1, distribuidos en los siguientes componentes:

    • - Personal profesional y consultaría internacional hasta un total de 94 meses/hombre.

    • - Personal profesional nacional hasta 120 meses/hombre,

    • - Personal nacional administrativo y técnico.

    • - 10 Vehículos.

    • - 5 motocicletas todo terreno.

    • - Equipo de campo, laboratorio y oficina.

    • - Suministros.

    • - Capacitación.

    • - Apoyo al sistema informal de producción de semillas.

    • - Seguimiento, evaluación y formulación.

  • 3. Contribución del Gobierno de Bolivia

    • 3.1 Financiará, a través del organismo nacional de ejecución, hasta la suma de $us. 218.000, destinados a los siguientes rubros:

      • - Sueldos y honorarios de personal de contraparte existente.

      • - Gastos operacionales.

      • - Equipo de oficina.

      • - Capacitatión a nivel regional.

      • - Activos.

    • 3.2 Pondrá a disposición del proyecto, técnicos nacionales calificados.

    • 3.3 Concederá al proyecto y a los expertos neerlandeses relacionados con la ejecución del Proyecto, los privilegios e inmunidades mencionados en los artículos II, III, IV, V, VI y VII del Convenio de Cooperación Técnica entre los dos Gobiernos.

  • 4. La propiedad del material y equipo suministrado para este proyecto por el Ministro neerlandés de la Cooperación al Desarrollo, será transferido al proyecto una vez que la cooperación neerlandesa al mismo haya terminado, salvo en el caso en que, a juicio de las dos partes se considere necesario transferirla a otro proyecto de cooperación técnica entre la República de Bolivia y los Países Bajos. El Gobierno de Bolivia se compromete a utilizar dichos equipos y materiales, vehículos etc, comprados con fondos de la contribución del Ministro neerlandés de la Cooperación al Desarrollo, única y exclusivamente para los fines del proyecto y de los expertos enviados, para el cumplimiento de sus tareas.

  • 5. Organización del Proyecto

    • a) El Ministro neerlandés de la Cooperación al Desarrollo, confiará la implementación de sus aportes a la empresa consultora Euroconsult, contratada para tal efecto por el Ministro neerlandés de la Cooperación al Desarrollo.

    • b) El Gobierno de Bolivia confia la ejecución del Proyecto al Consejo Nacional de Semillas (CNS).

    • c) Los organismos encargados conforme a los sub-párrafos a) y b), fijarán conjuntamente su plan de trabajo y detalles para la organización, ejecución, seguimiento, control y evaluación del Proyecto.

    • d) escripción detallada del proyecto con sus objetivos generales y específicos, actividades principales y formas de acción, se encuentra en el Anexo I de la presente Nota que es considerado parte integrante del mismo.

  • 6. Este Acuerdo entrará en vigor simultáneamente con el Convenio de Cooperación Técnica entre la República de Bolivia y el Reino de los Países Bajos firmado en La Paz, el 6 de septiembre de 1989.

En caso de que el Ministro neerlandés de la Cooperación al Desarrollo se declare conforme, esta Nota y la Nota de respuesta de Vuestra Excelencia en la que conste la conformidad del Ministro neerlandés de la Cooperación al Desarrollo, constituirán un Acuerdo.

Con este motivo, hago propicia la oportunidad para reiterarle, Excelentísimo señor Embajador, las seguridades de mi más alta y distinguida consideración.

(fdo.) C. ITURRALDE B.

Lie. Carlos Iturralde Ballivián

Ministro de Relaciones Exteriores y Culto

Excelentísimo Señor

D. Henri Elink-Schuurman

Embajador de los Países Bajos

Lima-Perú

Nr. II

No.4411.

Lima, 6 de setiembre de 1989.

Excelentísimo Señor Ministro:

Tengo la honra de avisar recibo de su atenta Nota SPBOI/DGEA1404 de fecha 6 de setiembre de 1989, con la cual propone a la letra lo siguiente:

[Red: (Zoals in Nr. I)]

En respuesta a la mencionada Nota tengo a honra expresarle que el Ministro Neerlandés de Cooperación al Desarrollo ha manifestado su conformidad sobre todo su contenido, y por lo tanto, dicha Nota y la presente constituyen el Acuerdo definitivo para la ejecución del proyecto "Fortalecimiento del Sistema de Multiplicación y Distribución de la Semilla de Papa en Bolivia".

Hago propicia la ocasión para reiterarle, Excelentísimo Señor Ministro, las seguridades de mi más alta y distinguida consideración.

(fdo.) H. ELINK-SCHUURMAN

Henri Elink-Schuurman

Embajador de los Países Bajos.

Excelentísimo Señor

Dr. Carlos Iturralde

Ministro de Relaciones Exteriores y Culto

Presente.

Naar boven