De Verdragsluitende Partijen,
Zich ten volle bewust van de economische en sociale waarde van het mariene milieu,
met inbegrip van de kustgebieden, van het Caraïbisch gebied,
In het besef van hun verantwoordelijkheid tot bescherming van het mariene milieu van
het Caraïbisch gebied ten bate van en ten gebruike door de huidige en de komende generaties,
Erkennend de bijzondere hydrografische en ecologische kenmerken van het gebied en
zijn kwetsbaarheid voor verontreiniging,
Voorts erkennend de bedreiging van het mariene milieu, van zijn ecologisch evenwicht,
van zijn rijkdommen en van de rechtmatige vormen van gebruik, door verontreiniging
en door het ontbreken van voldoende integratie van milieu-aspecten in het ontwikkelingsproces,
Overwegend dat de bescherming van de ecosystemen van het mariene milieu van het Caraïbisch
gebied een van hun hoofddoelstellingen is,
Ten volle de noodzaak beseffend tot samenwerking, zowel onderling als met bevoegde
internationale organisaties, ten einde een gecoördineerde en alomvattende ontwikkeling,
zonder schade voor het milieu, te waarborgen,
Erkennend de wenselijkheid van een ruimere aanvaarding van reeds bestaande internationale
overeenkomsten inzake verontreiniging van het mariene milieu,
Gelet echter op het feit dat deze overeenkomsten, ondanks de reeds bereikte vooruitgang,
niet alle aspecten van de aantasting van het milieu bestrijken en niet geheel voorzien
in de bijzondere behoeften van het Caraïbisch gebied,
Zijn als volgt overeengekomen: